Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft op 3 april 2018, ECLI:NL:GHARL:2018:3128, een vonnis in kort geding van de rechtbank Gelderland over concurrerende activiteiten vernietigd. Volgens de rechtbank mocht de betreffende Bruna franchisenemer de activiteiten voortzetten. Het gerechtshof zag dit anders. 

In de franchiseovereenkomst was bepaald dat de franchisenemer gedurende een jaar na het einde van de franchiseovereenkomst niet betrokken mocht zijn bij een onderneming of organisatie die een concurrent van de Bruna-organisatie kan zijn. 

Vaststaat dat The Read Shop een concurreert van Bruna is. De gewezen franchisenemer had aangegeven dat het zijn plan was om een filiaal van The Read Shop op het betreffende punt te laten vestigen om deze na afloop van het concurrentieverbod van een jaar als franchisenemer van de Read Shop te gaan exploiteren. 

Het gerechtshof oordeelde dat de gewezen franchisenemer met de uitvoering van zijn plan bij The Read Shop betrokken was, zoals in het concurrentiebeding was bedoeld. Hiervan was sprake op drie manieren, te weten door: 

(i)      het uitlenen van personeel aan The Read Shop;
(ii)     het afstaan aan The Read Shop van de huurrechten (ter zake – een deel van – de winkelruimte), alsmede;
(iii)    het genereren van traffic waarvan The Read Shop profiteerde.

Deze drie grondslagen worden als volgt toegelicht.

Ad i)  Het uitlenen van personeel aan de concurrent 

Met het uitlenen van het, onder de Bruna-vlag ingewerkte personeel, aan The Read Shop werd de bij dat personeel aanwezige knowhow van de Bruna-formule ingezet bij de verkoop van het assortiment van The Read Shop. Bruna werd daardoor beconcurreerd. 

Ad ii) Het afstaan van huurrechten aan de concurrent 

De gewezen franchisenemer had het voor de The Read Shop mogelijk gemaakt om zich te vestigen in de winkelruimte, die pal daarvóór in gebruik was als Bruna-winkel. De gewezen franchisenemer had binnen het kader van zijn toekomstplannen de huur opgezegd en mocht vooralsnog slechts het achterste gedeelte van die winkelruimte als onderhuurder gebruiken. Dat dit in een constructie is gegoten, waarbinnen de gewezen franchisenemer tijdelijk fungeerde als onderhuurder van het achterste deel van die ruimte, doet aan deze betrokkenheid bij The Read Shop niet af. 

Ad iii) Het genereren van traffic 

Bovendien heeft de gewezen franchisenemer, door de huisvesting van een eigen (niet concurrerende) winkel achterin diezelfde winkelruimte als shop in shop, ervoor gezorgd dat deze tevens klanten trekt voor The Read Shop. De gewezen franchisenemer bevorderde op deze wijze de exploitatie en de omzet van The Read Shop. 

Het plan van de gewezen Bruna franchisenemer om het tijdelijke concurrentieverbod te omzeilen om na afloop daarvan als franchisenemer van The Read Shop aan de slag te gaan doorstaat de toets van het gerechtshof niet. Het verbod ziet klaarblijkelijk volgens het gerechtshof ook op de betrokkenheid bij een concurrent, als die concurrent betrokken wordt bij het omzeilen van dat concurrentieverbod 

Mr. A.W. Dolphijn  – franchiseadvocaat 

Ludwig & Van Dam Franchise advocaten, franchise juridisch advies. Wilt u reageren? Ga naar dolphijn@ludwigvandam.nl.

Andere berichten

Artikel De Nationale Franchise Gids: “Waarom hoofdelijke aansprakelijkheid bv naast privé?” – d.d. 7 januari 2020 – mr. A.W. Dolphijn

Van franchisenemers wordt vaak gevraagd de franchiseovereenkomst mede te ondertekenen, naast hun franchise bv. Soms weigeren franchisenemers dat en wordt de franchiseovereenkomst niet getekend.

Ludwig & Van Dam Advocaten staat franchisenemers Sandd bij: Franchisenemers Sandd vechten postmonopolie aan voor de rechter – d.d. 12 november 2019 – mr. A.W. Dolphijn

De Vereniging Franchisenemers van Sandd (VFS) vecht bij de rechtbank in Rotterdam het besluit aan van staatssecretaris Mona Keijzer om de postfusie tussen PostNL en Sandd goed te keuren.

Door Alex Dolphijn|12-11-2019|Categorieën: Uitspraken & actualiteiten|Label: , |

Franchisenemer klem door concurrentiebeding? – d.d. 21 oktober 2019 – mr. A.W. Dolphijn

De rechtbank Oost-Brabant heeft beslist dat een franchisenemer bij tussentijdse beëindiging van de franchiseovereenkomst toch gehouden was aan het opgenomen concurrentieverbod.

Koppeling franchiseovereenkomst en huurovereenkomst onzeker? – d.d. 14 oktober 2019 – mr K. Bastiaans

Het is binnen een franchiserelatie geen uitzondering dat partijen overeenkomen dat de franchiseovereenkomst en de huurovereenkomst onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn.

Door mr. K. Bastiaans|14-10-2019|Categorieën: Franchise-kenniscentrum/ Nationale Franchise- en Formulebrief-publicaties|

Beëindiging franchiseovereenkomst bij wijzigingen in gehuurde winkelruimte – 27 september 2019 – mr. A.W. Dolphijn

Opzegging van een franchiseovereenkomst in het licht van het substantieel wijzigen van de gehuurde winkelruimte.

Ga naar de bovenkant