Non-concurrentiebeding
In franchise-overeenkomsten wordt meer dan eens een beding van non-concurrentie opgenomen met betrekking tot de periode nadat de franchise-overeenkomst is beëindigd. Veelal is die periode een jaar na contractsbeëindiging en dient de betrokken franchisenemer zich in die periode, kort gezegd, te onthouden van activiteiten die concurrerend zijn met de activiteiten van de franchise-organisatie. Zoals onder meer in deze rubriek aan de orde geweest, dienen dergelijke non-concurrentiebedingen aan diverse regels te voldoen. Zo dient het non-concurrentiebeding te passen in het mededingingrechtelijke regime waarin de franchise-organisatie zich, mede afhankelijk van haar marktaandeel, bevindt.
Voorts dient het non-concurrentiebeding de civielrechtelijke redelijkheidstoets te doorstaan. Elk van die onderwerpen kan diverse bijdragen als deze vullen. In deze bijdrage wordt onder de aandacht gebracht dat non-concurrentiebedingen te allen tijde uiterst zorgvuldig dienen te worden geformuleerd en dat bij het formuleren van een non-concurrentiebeding het de franchisegever evenzo nauwkeurig voor ogen dient te staan wat daarmee wordt beoogd, met name welke activiteiten nu precies gedurende de periode na contractsbeëindiging dienen te worden verboden. Recente rechtspraak leert weer eens dat de rechter een non-concurrentiebeding, overigens ontleend aan de arbeidsrechtelijke praktijk, uiterst restrictief interpreteert en het beding bij de beoordeling daarvan op grammaticale wijze ontleedt. Het volstaat in zijn algemeenheid dus niet om een non-concurrentiebeding “uit te leggen”, te handelen “in de geest” van het in het non-concurrentiebeding bepaalde of iets dergelijks. Wil een non-concurrentiebeding de beoogde werking hebben, dan zal daarin letterlijk grammaticaal en taalkundig dienen te zijn bepaald wat er met het beding wordt beoogd. Het is derhalve zaak u zich vooraf daarvan terdege van te vergewissen, om onaangename verrassingen achteraf te voorkomen.
Ludwig & Van Dam franchise advocaten, franchise juridisch advies
![](https://ludwigvandam.megaconcept.nl/wp-content/uploads/2020/12/232court-min-400x222.jpg)
Andere berichten
Het verrekeningsverweer en de opzegging van de franchiseovereenkomst voor onbepaalde duur
Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft op 29 september 2015 een arrest gewezen over de vraag of de franchisegever de franchiseovereenkomst voor onbepaalde duur kon opzeggen.
Nederlandse Franchisecode slecht voor de franchisebranche
Nederlandse Franchisecode slecht voor de franchisebranche
Bruna hard in aanvaring met groot deel franchisers
Bruna hard in aanvaring met groot deel franchisers
Het concept Nederlandse Franchise Code slecht voor supermarkt franchisenemers
Het concept Nederlandse Franchise Code slecht voor supermarkt franchisenemers;
Supermarktbrief – 11
Het concept Nederlandse Franchise Code slecht voor supermarkt franchisenemers
Schorsing post non-concurrentiebeding in franchiseovereenkomst Bruna
De voorzieningenrechter vaan de rechtbank Utrecht heeft op 25 september 2015 het post non-concurrentiebeding in een franchiseovereenkomst van Bruna opgeschort.