Niet verstrekken marktonderzoek aan franchisenemer blijft zonder consequenties voor franchisegever

Door Gepubliceerd Op: 17-06-2016Categorieën: Uitspraken & actualiteiten

In een geschil tussen een supermarkteigenaar en zijn voormalige franchisegever over voorafgaand aan de samenwerking verstrekte informatie wees het gerechtshof Den Bosch op 14 juni 2016 arrest (ECLI:NL:GHSHE:2016:2363).

De franchisenemer maakte in juli 2007 met de franchisegever afspraken over de exploitatie van de supermarktformule MeerMarkt. De franchisegever heeft de franchisenemer voorafgaand aan het aangaan van de franchiserelatie een op historische ervaringscijfers gebaseerde begroting ter beschikking gesteld. De aanstaande overdracht van de MeerMarkt-formule aan Spar was op dat moment bekend. In 2008 is de huurovereenkomst overgedragen aan een nieuwe franchisegever en is de franchisenemer overgegaan tot exploitatie van de supermarktformule van Spar. De vervolgens door de franchisenemer gemaakte kosten bleken hoger te zijn en de daadwerkelijk behaald omzet bleek lager te zijn dan de voormalige franchisegever voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomsten had geprognosticeerd.

Volgens de franchisenemer heeft hij gedwaald bij het sluiten van de overeenkomsten en heeft de voormalige franchisegever onrechtmatig gehandeld. De franchisenemer stelt de overeenkomsten niet te zijn aangegaan indien de voormalige franchisegever hem de juiste informatie dan wel prognoses zou hebben verstrekt. Volgens de franchisenemer had de voormalige franchisegever zich bij het verstrekken van de omzetprognose niet alleen dienen te baseren op de historische omzetgegevens op basis van de bestaande MeerMarkt-formule maar had de voormalige franchisegever een marktonderzoek moeten laten doen en daarbij rekening moeten houden met de omstandigheid dat de Spar ten opzichte van de MeerMarkt een duurder prijsimago heeft, hetgeen van invloed is op de resultaten van de winkel.

Het gerechtshof oordeelt dat de voormalige franchisegever correcte gegevens diende te verstrekken, maar dat de betreffende verstrekte historische ervaringscijfers op zich niet onjuist zijn gebleken. Contractueel was vastgelegd dat de franchisegever een marktonderzoek diende te verstrekken indien dit voorhanden was. Echter is niet gebleken dat een dergelijk rapport voorhanden was. De franchisenemer heeft geen feiten of omstandigheden aangevoerd die meebrengen dat de franchisegever in dit geval gehouden was toch een marktonderzoek te doen uitvoeren. Het gerechtshof wijst de vorderingen van de franchisenemer dan ook af.

Deze uitspraak maakt aspirant franchisenemers er nog eens op attent dat het al voor of bij het aangaan van de franchiserelatie met de franchisegever van belang is om desgewenst af te spreken dat bepaalde informatie, zoals een omzetprognose, een kostenprognose, een marktonderzoek en een vestigingsplaatsonderzoek aan de franchisenemer zal worden verstrekt. Zonder bijzondere feiten of omstandigheden zal het niet verstrekken van die informatie in beginsel niet leiden tot een te honoreren beroep op dwaling van de franchisenemer of onrechtmatig handelen van de franchisegever. Volgens de gedragsregels van de Nederlandse Franchise Code heeft het wel de voorkeur dat de franchisegever een kosten- en omzetprognose, een vestigingsplaatsonderzoek en een investerings- en exploitatiebegroting verstrekt aan de aspirant franchisenemer maar is een franchisegever daar in beginsel niet tot verplicht.

Mr. J. van de Peppel – Franchiseadvocaat

Ludwig & Van Dam Franchise advocaten, franchise juridisch advies.

Wilt u reageren? Ga naar vandepeppel@ludwigvandam.nl

Andere berichten

Artikel De Nationale Franchise Gids: “Waarom hoofdelijke aansprakelijkheid bv naast privé?” – d.d. 7 januari 2020 – mr. A.W. Dolphijn

Van franchisenemers wordt vaak gevraagd de franchiseovereenkomst mede te ondertekenen, naast hun franchise bv. Soms weigeren franchisenemers dat en wordt de franchiseovereenkomst niet getekend.

Ludwig & Van Dam Advocaten staat franchisenemers Sandd bij: Franchisenemers Sandd vechten postmonopolie aan voor de rechter – d.d. 12 november 2019 – mr. A.W. Dolphijn

De Vereniging Franchisenemers van Sandd (VFS) vecht bij de rechtbank in Rotterdam het besluit aan van staatssecretaris Mona Keijzer om de postfusie tussen PostNL en Sandd goed te keuren.

Door Alex Dolphijn|12-11-2019|Categorieën: Uitspraken & actualiteiten|Label: , |

Franchisenemer klem door concurrentiebeding? – d.d. 21 oktober 2019 – mr. A.W. Dolphijn

De rechtbank Oost-Brabant heeft beslist dat een franchisenemer bij tussentijdse beëindiging van de franchiseovereenkomst toch gehouden was aan het opgenomen concurrentieverbod.

Koppeling franchiseovereenkomst en huurovereenkomst onzeker? – d.d. 14 oktober 2019 – mr K. Bastiaans

Het is binnen een franchiserelatie geen uitzondering dat partijen overeenkomen dat de franchiseovereenkomst en de huurovereenkomst onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn.

Door mr. K. Bastiaans|14-10-2019|Categorieën: Franchise-kenniscentrum/ Nationale Franchise- en Formulebrief-publicaties|

Beëindiging franchiseovereenkomst bij wijzigingen in gehuurde winkelruimte – 27 september 2019 – mr. A.W. Dolphijn

Opzegging van een franchiseovereenkomst in het licht van het substantieel wijzigen van de gehuurde winkelruimte.

Ga naar de bovenkant