Niet meewerken controle hygiëne-eisen franchisenemer

Onlangs heeft de rechtbank te Amsterdam geoordeeld in een kwestie waarbij een franchisenemer niet voldeed aan alle hygiëne-eisen. Daarbij was hij contractueel gehouden deze tekortkomingen op te lossen. Franchisegever heeft daartoe diverse keren franchisenemer gesommeerd. De franchisenemer werkt vervolgens niet mee aan een hernieuwde inspectie en verhinderd op deze wijze een adequate inspectie van hygiëne-eisen die behoren bij de franchiseformule.

Uiteindelijk wordt de franchiseovereenkomst ontbonden het beding van non-concurrentie door franchisegever ingeroepen. In kort geding overweegt de president van de rechtbank dat de franchisenemer tenminste mee had moeten werken aan nadere inspectie en controle van zijn vestiging. Voorts waren de hygiëne-eisen, zoals behorende bij de franchiseorganisatie, een contractuele eis. Bovendien was een en ander nader afgestemd en afgesproken in de franchiseraad. De president houdt de franchisenemer dan ook aan het concurrentiebeding.

In wezen betreft het hier een eenvoudige zaak. De franchisenemer had contractueel aan de hygiëne-eisen dienen te voldoen. Voorts had hij in ieder geval mee moeten werken aan nadere inspectie en niet – ook niet na sommaties van de franchisegever – hernieuwde inspectie verhinderen. Hierdoor heeft hij ieder denkbaar verweer geblokkeerd en de verdenking op zich geladen dat de franchiseovereenkomst gerechtvaardigd is ontbonden.

Vanzelfsprekend zijn bij franchiserelaties in fast food, horeca en food HCCAP-normeringen et cetera van eminent belang. Bovendien waren de controles gebaseerd op steekproeven door de Voedsel- en Warenautoriteit.

 

Mr Th.R. Ludwig – Franchise advocaat

Ludwig & Van Dam Franchise advocaten, franchise juridisch advies Wilt u reageren? Mail naar ludwig@ludwigvandam.nl

Andere berichten

Column Franchise+ – mr. Th.R. Ludwig: “Rechter: zorgplicht franchisegever vergelijkbaar met die van een bank”

Diverse uitspraken in 2016 hebben duidelijk gemaakt hoe hoog de zorgvuldigheidsnorm voor een franchisegever jegens zijn franchisenemers ligt.

Gebruik van internet en sociale media: rechter verruimt mogelijkheden franchisenemers

De franchisenemer mag in beginsel niet worden verboden een eigen website te hebben om zijn producten of diensten tevens of zelfs uitsluitend via internet te verkopen.

Koop/verkoop Albert Heijn-franchiseonderneming

In een vonnis van de rechtbank Midden-Nederland van 28 juli 2016, ECLI:NL:RBMNE:2016:6138, ging het over de verkoop van de aandelen in een tweetal vennootschappen, waarin een Albert Heijn-supermarkt

Ga naar de bovenkant