Niet meewerken controle hygiëne-eisen franchisenemer

Onlangs heeft de rechtbank te Amsterdam geoordeeld in een kwestie waarbij een franchisenemer niet voldeed aan alle hygiëne-eisen. Daarbij was hij contractueel gehouden deze tekortkomingen op te lossen. Franchisegever heeft daartoe diverse keren franchisenemer gesommeerd. De franchisenemer werkt vervolgens niet mee aan een hernieuwde inspectie en verhinderd op deze wijze een adequate inspectie van hygiëne-eisen die behoren bij de franchiseformule.

Uiteindelijk wordt de franchiseovereenkomst ontbonden het beding van non-concurrentie door franchisegever ingeroepen. In kort geding overweegt de president van de rechtbank dat de franchisenemer tenminste mee had moeten werken aan nadere inspectie en controle van zijn vestiging. Voorts waren de hygiëne-eisen, zoals behorende bij de franchiseorganisatie, een contractuele eis. Bovendien was een en ander nader afgestemd en afgesproken in de franchiseraad. De president houdt de franchisenemer dan ook aan het concurrentiebeding.

In wezen betreft het hier een eenvoudige zaak. De franchisenemer had contractueel aan de hygiëne-eisen dienen te voldoen. Voorts had hij in ieder geval mee moeten werken aan nadere inspectie en niet – ook niet na sommaties van de franchisegever – hernieuwde inspectie verhinderen. Hierdoor heeft hij ieder denkbaar verweer geblokkeerd en de verdenking op zich geladen dat de franchiseovereenkomst gerechtvaardigd is ontbonden.

Vanzelfsprekend zijn bij franchiserelaties in fast food, horeca en food HCCAP-normeringen et cetera van eminent belang. Bovendien waren de controles gebaseerd op steekproeven door de Voedsel- en Warenautoriteit.

 

Mr Th.R. Ludwig – Franchise advocaat

Ludwig & Van Dam Franchise advocaten, franchise juridisch advies Wilt u reageren? Mail naar ludwig@ludwigvandam.nl

Andere berichten

De Hoge Raad stelt zware eisen aan franchiseprognoses

Een uitspraak van de Hoge Raad van vrijdag jl. werpt nieuw ligt op het verstrekken van winst- en omzetprognoses aan aspirant-franchisenemers.

Door Ludwig en van Dam|28-02-2017|Categorieën: Franchise overeenkomsten, Geschillen beslechting, Prognose-problematiek, Uitspraken & actualiteiten|Label: , , |

Inbreuk op exclusief verzorgingsgebied door franchisegever in verband met formulewijziging d.d. 27 februari 2017

Op 30 januari 2017 heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Noord-Holland, ECLI:NL:RBNHO:2017:688 (Intertoys/franchisenemer) de vraag voorgelegd gekregen hoe omgegaan moet worden met het

Prognoses bij startup franchiseformule

Het gerechtshof Amsterdam oordeelde op 14 februari 2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:455 (Tot Straks/franchisenemer) over de vraag of de franchisegever een ondeugdelijke prognose verschaft had en de

Verplicht overdragen franchiseonderneming aan franchisegever?

De rechtbank Amsterdam heeft op 23 januari 2017, ECLI:NL:RBAMS:2017:412 (CoffeeCompany/Dam Spirit B.V.) een vonnis gewezen over de vraag of een franchisenemer bij een beëindiging van de samenwerking

Overdracht klantendata aan franchisegever

Het gerechtshof Amsterdam oordeelde in het arrest van 10 januari 2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:68 (OnlineAccountants.nl) onder meer over de vraag hoe klantendata moet worden overgedragen.

Uitverkoop bij bedrijfsbeëindiging franchisenemer – wie krijgt de uitverkoopopbrengst?

In het vonnis van de rechtbank Noord-Nederland d.d.12 oktober 2016, ECLI:NL:RBNNE:2016:5061 (Bewindvoerder/Expert Groep en Rabobank) stond de vraag centraal of de franchisegever tezamen met de bank

Ga naar de bovenkant