Niet behaalde prognoses: franchisegever aansprakelijk. Opmerkelijk?
Inleiding
De rechtbank heeft onlangs vonnis gewezen tussen een franchisegever en een van haar franchisenemers. Kort gezegd is aan de betrokken franchisenemer een aanzienlijk te optimistische omzet- en resultaatprognose verstrekt, op basis waarvan de franchisenemer een geslaagd beroep op dwaling heeft gedaan en een schadevergoeding is toegewezen. Voorts is de franchisegever veroordeeld tot het betalen van diverse kosten.
Beoordeling
In februari 2013 is door een extern deskundige de prognose ten behoeve van de in deze procedure betrokken franchisenemer beoordeeld. De deskundige werd aangezocht door franchisenemer. Het oordeel van de deskundige was dat de prognose niet realistisch was. Voorts is het de deskundige gebleken dat er tijdens het opstellen van de prognose bij de franchisegever informatie voorhanden was die met deugdelijk onderzoek had moeten leiden tot een andere prognose.
De rechtbank stelt met de deskundige vast dat, door de prognose vrijwel uitsluitend te baseren op een bestaande vestiging van de franchisegever, een fout is gemaakt. De vestiging van de franchisenemer bevond zich in een andere plaats, een plaats die anders is gestructureerd, met bijvoorbeeld volstrekt andere passantentellingen tot gevolg. Voorts is in de prognose, aldus de rechtbank, onvoldoende met seizoensinvloeden rekening gehouden, in de betreffende branche van groot belang. Voorts stelt de rechtbank vast dat de geprognotiseerde marge op het product in kwestie te hoog is geprognotiseerd, en wel op basis van de margecijfers van een eigen vestiging. Daar zat 10% verschil tussen. De deskundige heeft voorts vastgesteld dat ook de personeelskosten te laag waren ingeschat in de prognose, welk oordeel de rechtbank volgt.
Voorts overweegt de rechtbank dat de omstandigheid dat de franchisenemer ervan op de hoogte was dat franchisegever een startende organisatie was, niet rechtvaardigt dat de franchisenemer niet op de prognose had mogen vertrouwen. Hierbij wordt de beperkte onderzoekplicht van de franchisenemer bij het aangaan van de franchiseovereenkomst en de verregaande mededelingsplicht van de franchisegever vergeleken. De omstandigheid dat de franchisegever de prognose uit zichzelf aan de franchisenemer had verschaft, laat die mededelingsplicht nog zwaarder wegen dan de onderzoekplicht van de franchisenemer. In dat kader wordt ook belang gehecht aan het gegeven dat de franchisenemer wel degelijk zelf onderzoek verricht heeft, onder andere in de vorm van een bezoek aan de vestiging van de franchisegever in Hoogezand, en daarmee naar het oordeel van de rechtbank voldoende voldaan heeft aan zijn onderzoekplicht.
Conclusie
Is boven behandelde uitspraak nu bijzonder? Nee. Een franchisegever is aansprakelijk voor onjuiste prognoses, tenzij de franchisenemer hier zelf evident eigen schuld aan heeft. Die aansprakelijkheid bestaat evenzeer indien de franchisenemer zelf de prognose opstelde en de franchisegever wist of behoorde te weten dat deze weleens niet haalbaar kon zijn. De uitspraak haakt aan bij het in de jurisprudentie tussen 1995 en 1998 ontwikkelde beoordelingskader, dat sindsdien in wezen eigenlijk niet is gewijzigd of genuanceerd. Dat iedere zaak individueel dient te worden gewogen en derhalve vanzelfsprekend tot verschillende overwegingen en uitkomsten leidt, is iets heel anders, maar laat het jurisprudentiekader onverlet. Partijen doen er dan ook raadzaam aan het beoordelingskader als uitgangspunt te nemen voor hun contractuele en buitencontractuele samenwerking en tevens te hanteren bij onverhoopte geschillen. Dit beoordelingskader is overigens zo glashelder, dat hier geen nadere regelgeving voor nodig is.
Mr Th.R. Ludwig – Franchiseadvocaat
Ludwig & Van Dam Franchise advocaten,franchise juridisch advies.
Wilt u reageren? Mail naar vandam@ludwigvandam.nl
Andere berichten
Column Franchise+ – Een conflict is te voorkomen, communiceer gewoon goed – februari 2020 – mr. A.W. Dolphijn
Formulewijzigingen zijn een boeiend onderwerp. Het is vaak onderwerp van conflicten, maar die conflicten zijn goed te voorkomen.
Incassofraude levert franchisegever 4 jaar gevangenisstraf en een boete van € 7 miljoen op – d.d. 25 februari 2020 – mr. J.A.J. Devilee
In een zeer exceptionele strafrechtelijke kwestie heeft het gerechtshof recent één van de directeuren van een (voormalig) franchisegever veroordeeld tot een gevangenisstraf en een boete.
Wetsvoorstel Wet franchise
Wetsvoorstel Wet franchise naar de Tweede Kamer
Artikel De Nationale Franchise Gids – Failliet doordat franchisegever verkoop franchiseonderneming weigerde – d.d. 28 januari 2020 – mr. A.W. Dolphijn
Kan een franchisegever de verkoop van een franchiseonderneming aan een kandidaat-koper weigeren, ook als dit een laatste financiële strohalm voor de franchisenemer is?
Supermarktnieuwsbrief – 27
Supermarktnieuwsbrief nr. 27
Voorgeschreven winkelinrichting – d.d. 28 januari 2020 – mr. A.W. Dolphijn
De rechtbank Midden-Nederland heeft een beslissing genomen over de vraag of een franchisenemer verplicht is de door de franchisegever voorgeschreven winkelinrichting te voeren.