Mooi weer als excuus?

Regelmatig wordt in rechte discussie gevoerd over de vraag of tegenvallende bezoekersaantallen in een (nieuw) winkelcentrum verwijtbaar zijn aan de verhuurder. Onlangs zijn hier wederom enige uitspraken in gedaan. Deze uitspraken zijn van belang, omdat raming van bezoekersaantallen een onderdeel kunnen vormen van prognoses, zoals die ter beschikking worden gesteld aan de franchisenemer door de franchisegever. De verwijtbaarheid kan zich dan ook uitstrekken tot de franchisegever en zich derhalve niet alleen beperken tot de exploitant van het winkelcentrum.
Of tegenvallende bezoekersaantallen in een (nieuw) winkelcentrum verwijtbaar zijn is zeer sterk afhankelijk van feiten en omstandigheden van het geval. Concreet betekent dit dat er dus wel degelijk aansprakelijkheid kan zijn van de verhuurder en/of de franchisegever, indien de voorgeschotelde cijfers achteraf niet realistisch bleken te zijn.

Een zelfstandige onderzoeksplicht van de kandidaat-huurder/franchisenemer is in deze natuurlijk van belang. Als professionele wederpartij mag het nodige van hem in deze worden verwacht. Echter, indien een winkelcentrum heel duidelijke getallen verstrekt die bovendien bepalend zijn om de uiteindelijke huurovereenkomst aan te gaan, dan kan dit wel degelijk doorslaggevend zijn. Voorts is van belang dat wordt nagegaan in welke mate de gegevens van het winkelcentrum zijn verdisconteerd in de uiteindelijk opgestelde prognose en in welke mate deze gegevens bepalend zijn voor een eventueel geconstateerde afwijking. In dit kader mag een professionele opstelling van de franchisegever worden verwacht. Algemeenheden als economische malaise of een kopersstaking vanwege het warme weer gaan dan ook niet op.

Ludwig & Van Dam franchise advocaten, franchise juridisch advies

Andere berichten

Column Franchise+ – mr. Th.R. Ludwig: “Rechter: zorgplicht franchisegever vergelijkbaar met die van een bank”

Diverse uitspraken in 2016 hebben duidelijk gemaakt hoe hoog de zorgvuldigheidsnorm voor een franchisegever jegens zijn franchisenemers ligt.

Gebruik van internet en sociale media: rechter verruimt mogelijkheden franchisenemers

De franchisenemer mag in beginsel niet worden verboden een eigen website te hebben om zijn producten of diensten tevens of zelfs uitsluitend via internet te verkopen.

Koop/verkoop Albert Heijn-franchiseonderneming

In een vonnis van de rechtbank Midden-Nederland van 28 juli 2016, ECLI:NL:RBMNE:2016:6138, ging het over de verkoop van de aandelen in een tweetal vennootschappen, waarin een Albert Heijn-supermarkt

Ga naar de bovenkant