Mooi weer als excuus?

Regelmatig wordt in rechte discussie gevoerd over de vraag of tegenvallende bezoekersaantallen in een (nieuw) winkelcentrum verwijtbaar zijn aan de verhuurder. Onlangs zijn hier wederom enige uitspraken in gedaan. Deze uitspraken zijn van belang, omdat raming van bezoekersaantallen een onderdeel kunnen vormen van prognoses, zoals die ter beschikking worden gesteld aan de franchisenemer door de franchisegever. De verwijtbaarheid kan zich dan ook uitstrekken tot de franchisegever en zich derhalve niet alleen beperken tot de exploitant van het winkelcentrum.
Of tegenvallende bezoekersaantallen in een (nieuw) winkelcentrum verwijtbaar zijn is zeer sterk afhankelijk van feiten en omstandigheden van het geval. Concreet betekent dit dat er dus wel degelijk aansprakelijkheid kan zijn van de verhuurder en/of de franchisegever, indien de voorgeschotelde cijfers achteraf niet realistisch bleken te zijn.

Een zelfstandige onderzoeksplicht van de kandidaat-huurder/franchisenemer is in deze natuurlijk van belang. Als professionele wederpartij mag het nodige van hem in deze worden verwacht. Echter, indien een winkelcentrum heel duidelijke getallen verstrekt die bovendien bepalend zijn om de uiteindelijke huurovereenkomst aan te gaan, dan kan dit wel degelijk doorslaggevend zijn. Voorts is van belang dat wordt nagegaan in welke mate de gegevens van het winkelcentrum zijn verdisconteerd in de uiteindelijk opgestelde prognose en in welke mate deze gegevens bepalend zijn voor een eventueel geconstateerde afwijking. In dit kader mag een professionele opstelling van de franchisegever worden verwacht. Algemeenheden als economische malaise of een kopersstaking vanwege het warme weer gaan dan ook niet op.

Ludwig & Van Dam franchise advocaten, franchise juridisch advies

Andere berichten

Seminar mrs. J. Sterk en M. Munnik – Donderdag 2 november 2017: “Belangrijke juridische ontwikkelingen voor franchisegevers”

Advocaten Jeroen Sterk en Maaike Munnik van Ludwig & Van Dam Advocaten praten u bij over de status van en de ontwikkelingen rondom De Nederlandse Franchise Code en de Wet Acquisitiefraude.

Door Jeroen Sterk|02-11-2017|Categorieën: Franchise overeenkomsten, Prognose-problematiek, Uitspraken & actualiteiten|Label: , |

Goodwill bij einde franchiseovereenkomst

In een kwestie bij het gerechtshof Amsterdam 26 september 2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:3900 (Seal & Go) vorderde een franchisenemer een vergoeding van goodwill (ex artikel 7:308 BW) nadat de

Doorbelasting te hoge kostprijs als verborgen franchise fee

Uit een tussenvonnis van de rechtbank Den Haag van 30 augustus 2017, ECLI:NL:RBDHA:2017:10597 (Happy Nurse) blijkt dat de rechtbank zich gebogen heeft over de vraag of de door de franchisegever aan de

Schadebegroting na onterechte beëindigen franchiseovereenkomst door franchisegever

In een arrest van de Hoge Raad van 15 september 2017, ECLI:NL:HR:2017:2372 (Franchisenemer/Coop) was aan de orde dat supermarktorganisatie Coop afspraken niet nagekomen was, waardoor de franchisenemer

Ga naar de bovenkant