Mooi weer als excuus?

Regelmatig wordt in rechte discussie gevoerd over de vraag of tegenvallende bezoekersaantallen in een (nieuw) winkelcentrum verwijtbaar zijn aan de verhuurder. Onlangs zijn hier wederom enige uitspraken in gedaan. Deze uitspraken zijn van belang, omdat raming van bezoekersaantallen een onderdeel kunnen vormen van prognoses, zoals die ter beschikking worden gesteld aan de franchisenemer door de franchisegever. De verwijtbaarheid kan zich dan ook uitstrekken tot de franchisegever en zich derhalve niet alleen beperken tot de exploitant van het winkelcentrum.
Of tegenvallende bezoekersaantallen in een (nieuw) winkelcentrum verwijtbaar zijn is zeer sterk afhankelijk van feiten en omstandigheden van het geval. Concreet betekent dit dat er dus wel degelijk aansprakelijkheid kan zijn van de verhuurder en/of de franchisegever, indien de voorgeschotelde cijfers achteraf niet realistisch bleken te zijn.

Een zelfstandige onderzoeksplicht van de kandidaat-huurder/franchisenemer is in deze natuurlijk van belang. Als professionele wederpartij mag het nodige van hem in deze worden verwacht. Echter, indien een winkelcentrum heel duidelijke getallen verstrekt die bovendien bepalend zijn om de uiteindelijke huurovereenkomst aan te gaan, dan kan dit wel degelijk doorslaggevend zijn. Voorts is van belang dat wordt nagegaan in welke mate de gegevens van het winkelcentrum zijn verdisconteerd in de uiteindelijk opgestelde prognose en in welke mate deze gegevens bepalend zijn voor een eventueel geconstateerde afwijking. In dit kader mag een professionele opstelling van de franchisegever worden verwacht. Algemeenheden als economische malaise of een kopersstaking vanwege het warme weer gaan dan ook niet op.

Ludwig & Van Dam franchise advocaten, franchise juridisch advies

Andere berichten

Acquisitiefraude vs. dwaling bij franchiseprognoses

Wie moet bewijzen dat de prognose van de franchisegever ondeugdelijk is? In beginsel is dat de franchisenemer. Als de franchisenemer een beroep doet op de Wet Acquisitiefraude, dan kan het zijn dat

Terugverkoopplicht bij einde franchiseovereenkomst

In franchiseovereenkomsten is soms bepaald dat de franchisenemer verplicht is om aangekochte activa bij het einde van de franchiseovereenkomst terug te verkopen.

Positie franchisenemers bij herstructurering franchisegever

Franchisenemers dienen door de franchisegever vooraf adequaat en ruimhartig geïnformeerd te worden over de inhoud en consequenties van (nadere) afspraken...

Interview Franchise+ – mrs. J. Sterk en A.W. Dolphijn – “Omkering bewijslast bij prognoses door rechter gehonoreerd” – februari 2018

De nieuwe Wet Acquisitiefraude blijkt inderdaad relevant voor de franchisebranche, blijkt uit dit artikel uit Franchise+. Alex Dolphijn van Ludwig & Van Dam staat een franchisenemer bij in een

Door Ludwig en van Dam|01-02-2018|Categorieën: Franchise overeenkomsten, Geschillen beslechting, Prognose-problematiek, Uitspraken & actualiteiten|Label: , , |

Artikel Franchise & Recht nr. 7 – Franchiseovereenkomst als algemene voorwaarden

Uniformiteit van de franchiseformule en (derhalve ook) uniformiteit van de afspraken met de franchisene­mers, zal voor de franchisegever vaak van groot belang zijn.

Ga naar de bovenkant