Misleiding bij de werving van een franchisenemer?

Het hof Den Bosch heeft op 19 maart 2019, ECLI:NL:GHSHE:2019:1033, een uitspraak gedaan over de vraag of de franchisegever bij de werving van een franchisenemer een onjuiste voorstelling van zaken gegeven had, althans de franchisenemer misleid had door het verschaffen van een te rooskleurige prognose.

Een franchisenemer van Biretco, was aanvankelijk werknemer en had voorafgaand aan het sluiten van de franchiseovereenkomst materiaal verkregen van Biretco over de voordelen van franchising bij Biretco. Het plan was de onderneming van de werkgever als franchiseonderneming onder de formule van Biretco voort te zetten. Vooraf was de franchisenemer voorgelicht door een acquisiteur die, in dienst van Detavisie, als doel had franchisenemers te werven voor Biretco. De franchisenemer had naar aanleiding daarvan een financiering van de bank gekregen. Deze financiering was verstrekt na een door Detavisie in opdracht van de franchisenemer gemaakt financieringsadvies, met prognose. Dit advies en deze prognose waren opgesteld aan de hand van cijfers van de toenmalige werkgever van de franchisenemer ten behoeve van de bedrijfsvoering. In een later stadium zijn door Detavisie en vervolgens door Biretco ook financiële bedrijfsanalyses van de onderneming van de franchisenemer gemaakt. In die analyses werden de cijfers van de franchisenemer vergeleken met zogenaamde Detavisie/Biretco-normen. De behaalde resultaten vielen echter fors tegen.

De franchisenemers verwijt Biretco een verkeerde voorstelling van zaken (dwaling) gegeven te hebben. Tevens wordt de franchisegever acquisitiefraude verweten door onjuiste prognoses, onware mededelingen in reclamefolders en onware mededelingen door acquisiteurs van Biretco.

Het hof oordeelt dat de prognoses algemeen zijn en niet op de franchisenemer toegespitst. Folders als de onderhavige zijn te beschouwen als verkoop stimulerende schriftelijke uitingen, die (i.c. door Biretco) zijn gefabriceerd om verspreid te worden onder potentiële franchisenemers en geen mededeling die slechts op één mogelijke cliënt gericht is. Het hof is van oordeel dat folders als de onderhavige niet alleen niet te beschouwen zijn als prognoses maar dat de aanprijzingen in de folders ook slechts als algemene “reclame” kunnen worden gelezen, temeer nu duidelijk is dat een franchisenemer de keuze had om al dan niet gebruik te maken van de verschillende instrumenten die Biretco bood. Het beroep op dwaling slaagt niet.

Ook het beroep van de franchisenemer op acquisitiefraude slaagt evenmin. De Wet Acquisitiefraude is per 1 juli 2016 in werking getreden en beoogt ondernemers te beschermen tegen, kort gezegd, misleidende omissies. De feiten waar het thans om gaat spelen zich af in de periode tussen 2000 en 2010. Het gaat dus om een rechtsverhouding die is ontstaan toen het “oude” recht nog gold en een rechtsvraag die is gerezen nadat de wet is veranderd. Het hof komt dan ook tot de slotsom dat de bepalingen van de Wet acquisitiefraude niet met succes door de franchisenemer kunnen worden ingeroepen, anders dan beslist is in de uitspaak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 22 november 17, ECLI:NL:RBZWB:2017:8013. In die zaak werd geoordeeld dat de Wet Acquisitiefraude wel van toepassing is op de situatie van vóór de invoering van de wet.

Mr. A.W. Dolphijn  – franchiseadvocaat

Ludwig & Van Dam Franchise advocaten, franchise juridisch advies. Wilt u reageren? Ga naar dolphijn@ludwigvandam.nl

Andere berichten

Schadebegroting na onterechte beëindigen franchiseovereenkomst door franchisegever

In een arrest van de Hoge Raad van 15 september 2017, ECLI:NL:HR:2017:2372 (Franchisenemer/Coop) was aan de orde dat supermarktorganisatie Coop afspraken niet nagekomen was, waardoor de franchisenemer

Franchisegever verplicht tot verlenging franchiseovereenkomst

De rechtbank Rotterdam heeft op 6 september 2017, ECLI:NL:RBROT:2017:6975 (Misty /Bram Ladage) geoordeeld dat de weigering tot verlenging van een franchiseovereenkomst door een franchisegever

De (on)geldigheid van een postcontractueel concurrentiebeding in een franchiseovereenkomst: analogie met arbeidsrecht?

De rechtbank Gelderland heeft op 5 september 2017, ECLI:NL:RBGEL:2017:4565 een vonnis gewezen over onder meer de vraag of Bruna als franchisegever een beroep kon doen op het verbod voor een

Column Franchise+ – mr. J Sterk: “Rechtbank veroordeelt fastfoodketen tot verlenging franchiseovereenkomst

De zaak speelt begin dit jaar. De franchisenemer weigert al jaren de bij verlenging aangeboden nieuwe franchiseovereenkomst te ondertekenen aangezien deze een verslechtering van zijn rechtspositie met

Door Jeroen Sterk|01-09-2017|Categorieën: Franchise overeenkomsten, Geschillen beslechting, Uitspraken & actualiteiten|Label: , |

Geen geldig non-concurrentiebeding voor franchisenemer

Op 18 november 2016 heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Midden-Nederland, ECLI:NL:RBMNE:2016:7754, een vonnis gewezen in de kwestie waarbij aan de orde was of de franchisenemer gehouden

Franchise & Recht nr. 5 – Wet Acquisitiefraude en franchising

Per 1 juli 2016 is de Wet Acquisitiefraude ingevoerd. Hiermee zijn onder meer wijzigingen aangebracht in artikel 6:194 BW.

Door Ludwig en van Dam|10-08-2017|Categorieën: Franchise overeenkomsten, Geschillen beslechting, Prognose-problematiek, Uitspraken & actualiteiten|Label: , , |
Ga naar de bovenkant