Markt- en vestigingsplaatsonderzoek: een goed begin

In deze rubriek is in de loop der tijd wel vaker geschreven over het belang van een goede voorbereiding alvorens met een franchisevestiging wordt gestart. Voor een franchisenemer, en veelal met name zijn financierende bank, is het van groot belang te weten hoe het bedrijfseconomisch perspectief van de vestiging in casu er op korte en ook langere termijn uitziet. Daartoe worden door franchisegevers aan franchisenemers nogal eens omzet- en resultaatsprognoses verstrekt, die, ingevolge vaste rechtspraak, dienen te berusten op een zorgvuldig uitgevoerd markt- en vestigingsplaatsonderzoek.

De regelmatige lezer van deze rubriek is bekend met de hoofdlijnen van een dergelijk markt- en vestigingsplaatsonderzoek. Daarbij dienen onder meer te worden betrokken de inwoneraantallen van het beoogde exclusieve gebied van de franchisenemer, de concurrentieverhoudingen, de bereikbaarheid van de vestiging, de doelgroep en de bevolkingsamenstelling. Wanneer er historische gegevens van de betrokken vestiging beschikbaar zijn is dat natuurlijk in beginsel een voordeel. Denk hierbij aan de situatie dat een franchisenemer een reeds bestaande vestiging overneemt. In dergelijke situaties verricht de franchisegever veelal zelf het voorwerk ten behoeve van omzet- en resultaatsprognoses, hetgeen in veel gevallen meer dan toereikend is. In toenemende mate echter laat de praktijk zien dat met name die situatie een valkuil kan zijn. Historische gegevens zijn namelijk niet altijd betrouwbaar. De laatste jaren vinden in Nederland diverse demografische verschuivingen plaats. Te denken valt daarbij aan de vergrijzing. Te denken valt daarbij voorts aan het veranderende karakter van met name stadswijken als gevolg van bijvoorbeeld stadsvernieuwing of migratie. Ook (grote) infrastructurele projecten kunnen van grote invloed zijn op de omzetpotentie van een detailhandelsvestiging. Historische gegevens met betrekking tot een bestaande locatie zijn dan, en dat spreekt eigenlijk vanzelf, niet voldoende om een adequate prognose op te baseren. Een concreet voorbeeld uit de praktijk betreft een boeken- en tabakswinkel in een buitenwijk van een middelgrote stad. In die wijk voltrok zich sluipenderwijs een proces van verschuiving van middelhoge naar lage inkomens. De margerijke boekenverkoop zakte in en de tabaksverkoop steeg, echter marginaal, omdat er ten aanzien van tabaksverkoop veel concurrentie was in de betrokken winkelstraat. Op tabak wordt bovendien weinig marge gegenereerd. De historie van de betrokken locatie liet een bloeiende boekenverkoop zien. In de omzetprognose van de betrokken franchisenemer was met de zich wijzigende bevolkingssamenstelling van de wijk geen rekening gehouden. De franchisenemer heeft dan ook uiteindelijk het veld moeten ruimen, met veel schade tot gevolg.

Een zorgvuldig uitgevoerd markt- en vestigingsplaatsonderzoek, met kennis van zaken, en dus niet uitsluitend gebaseerd op de historie van de betrokken vestiging, had wellicht deze problemen kunnen voorkomen. De gewijzigde bevolkingssamenstelling, vergrijzing, infrastructurele projecten: het zijn allemaal zaken die een buitengewoon lange doorlooptijd kennen en, bij adequaat onderzoek, tijdig kunnen worden onderkend. Een goed franchisegever vergewist zich van dat soort zaken en draagt er voor zorg dat een en ander in een adequate omzet- en resultaatsprognose wordt verwerkt. Nogmaals: het belang van een goed markt- en vestigingsplaatsonderzoek kan derhalve nimmer worden overschat.

Ludwig & Van Dam franchise advocaten, franchise juridisch advies

Andere berichten

Wanneer gaat een franchisegever te ver bij de werving van franchisenemers?

In het arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 5 februari 2019 was aan de orde of de franchisegever bij de werving van de franchisenemers ontoelaatbaar gehandeld had.

Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR) adviseert staatssecretaris Keijzer over Wet Franchise

Kort samengevat wordt allereerst geadviseerd franchisegevers en franchisenemers actief te informeren over deze wetswijziging.

Post non-concurrentieverbod bij diensten- en verkoopfranchise

Als een franchiseovereenkomst eindigt, dan stuiten veel franchisenemers op een verbod in de franchiseovereenkomst om gedurende een bepaalde tijd daarna vergelijkbare werkzaamheden te verrichten

Het concept van de Wet Franchise: impact voor franchisegevers en franchisenemers – d.d. 5 februari 2019 – mr. A.W. Dolphijn

Ludwig & Van Dam advocaten denkt dat als het ontwerp van de Wet Franchise daadwerkelijk wet zal worden, er heel wat zal veranderen voor franchisegevers en franchisenemers.

Koop franchiseonderneming en de ontslagen zieke werknemer van 7 jaar geleden

De vraag is of een franchisenemer van Bruna, bij de verkoop van de franchiseonderneming aan Bruna, had moeten mededelen dat zeven jaar geleden een werknemer ziek uit dienst was getreden.

Rechtbank verbiedt Domino’s eenzijdige rayonverkleinging bij verlenging franchiseovereenkomsten – d.d. 28 januari 2019 – mr. R.C.W.L. Albers

Op 9 januari 2019 is door de rechtbank Rotterdam een vonnis gewezen in een door de Vereniging van Domino’s Pizza Franchisenemers en al haar leden (nagenoeg alle franchisenemers van Domino’s) gestarte

Door Remy Albers|28-01-2019|Categorieën: Franchise overeenkomsten, Geschillen beslechting, Uitspraken & actualiteiten|Label: , |
Ga naar de bovenkant