Mag een franchisenemer verkoopkanalen onbenut laten?

Franchiseformules zijn inmiddels doorgaans prima toegerust met een online verkoopkanaal. De uitbreiding met een online verkoopkanaal gaf soms de nodige wrijving met franchisenemer. De ontwikkelingen gaan echter verder. Wat als een franchisenemer van een formule, die traditioneel via met fysieke winkels werkte, alleen nog maar via het online verkoopkanaal de formule gaat exploiteren?

In dat kader is de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam van 4 november 2015, ECLI:NL:RBAMS:2015:8040 (IBG/Accell), van belang.
De franchisenemer exploiteerde naast fysieke winkels tevens een webshop (onder fietsenwinkel.nl). Na een jaar verkoopt de dealer de winkels en zet haar webshop voort. Dit is niet wat de franchisegever voor ogen had. Die zette in op een omni channel-formule. De franchisegever verlangt dat er in het kader van de franchise formule de nodige optimale service kan worden geboden aan de klanten en dat zou eigenlijk alleen maar kunnen met ook een fysieke winkel.

De franchisegever wenste de samenwerking per direct te eindigen op grond van wanprestatie, althans de samenwerking beëindigen na afloop van de afgesproken opzegtermijn. De rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van wanprestatie, omdat niet expliciet afgesproken was dat er een fysieke winkel aanwezig diende te zijn. Afgesproken was wel dat de franchisenemer de nodige service zou bieden. De franchisenemer doet dat ook, maar doet dat niet vanuit een winkel. Er wordt namelijk service aan huis geleverd. Onmiddellijke beëindiging van de samenwerking werd derhalve afgewezen. De franchisegever was volgens de rechtbank wel bevoegd om de samenwerking met de franchisenemer te beëindigen, met inachtneming van de afgesproken opzegtermijn.

Ter voorkoming van onduidelijkheid en geschillen zouden in de dealer- of franchiseovereenkomsten niet alleen afspraken neergelegd moeten worden over de uitbreiding van verkoopkanalen, maar ook over de beperking van verkoopkanalen.

Mr. A.W. Dolphijn – Franchiseadvocaat

Ludwig & Van Dam Franchise advocaten, franchise juridisch advies.
Wilt u reageren? Ga naar dolphijn@ludwigvandam.nl

Andere berichten

Verplichte (marktconforme) inkoopprijzen voor franchisenemers

In hoeverre kan een franchisegever afspraken wijzigen over de (marktconforme) inkoopprijzen van de goederen die de franchisenemers verplicht zijn in te kopen?

Bestuurdersaansprakelijkheid van een franchisenemer na falend beroep op ondeugdelijke prognose.

Het gerechtshof 's-Hertogenbosch heeft op 11 juli 2017 een beslissing genomen over de vraag of de franchisegever met succes de bestuurder van een b.v. kon aanspreken voor het niet-nakomen van de

Aansprakelijkheid accountant voor opgestelde prognose?

In een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 11 juli 2017, ECLI:NL:GHSHE:2017:3153, was aan de orde dat franchisenemers de accountant van de franchisegever verweten aansprakelijk te zijn

Hoe ver strekt de zorgplicht van de bank?

In de rechtspraak is enige tijd geleden de vraag aan de orde geweest wat de positie van de bank is in de driehoeksverhouding franchisegever – bank – franchisenemer.

Bewijslastomkering bij prognose als misleidende reclame?

De rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft in een kort gedingvonnis van 15 juni 2017, ECLI:NL:RBZWB:2017:3833, geoordeeld over een vordering tot (onder meer) schorsing van het non-concurrentiebeding.

Boete voor franchisegever omdat aspirant-franchisenemer vreemdeling is

De Raad van State heeft op 5 juli 2017, ECLI:NL:RVS:2017:1815, beslist over de vraag of bij de (voorgenomen) samenwerking tussen een franchisegever en een aspirant-franchisenemer, de franchisegever

Ga naar de bovenkant