Mag een franchisenemer samenwonen met een concurrerende ondernemer?

Kan een franchisenemer een non-concurrentiebeding overtreden door samen te wonen met iemand die een concurrerende onderneming drijft? De rechtbank Midden-Nederland heeft op 12 januari 2018, ECLI:NL:RBMNE:2018:1641, een vonnis geveld over deze vraag. 

Een franchisegever had een franchiseovereenkomst gesloten met een franchisenemer. De samenwerking is vervolgens in een andere juridische constructie gegoten, waarbij de formule ter beschikking gesteld werd aan de franchisenemer als onderdeel van de samenwerking in een commanditaire vennootschap.  In de nieuwe overeenkomst was een non-concurrentiebeding opgenomen.

Volgens dat beding was het de franchisenemer onder meer verboden om gedurende de looptijd van de overeenkomst direct of indirect, zelfstandig of in dienstverband of in de vorm van een vennootschap, werkzaam te zijn of financiële, dan wel zakelijke belangen te hebben bij activiteiten of werkzaam te zijn in een onderneming die concurrerend of soortgelijk is. 

De rechtbank oordeelde dat de franchisenemer direct en indirect het non-concurrentiebeding had geschonden, onder meer door bemoeienis te hebben met een andere onderneming die nagenoeg gelijke activiteiten verrichten als de klinieken volgens de formule van de franchisegever. Deze bemoeienis bleek bijvoorbeeld uit het feit dat de franchisenemer tot kort geleden had samengewoond met de eigenaar achter vorenbedoelde concurrerende onderneming. Ook had deze persoon namens hemzelf en namens de franchisenemer (in de “wij-vorm”) gereageerd op de brieven die de franchisegever aan de franchisenemer had geschreven over de samenwerking. 

Een non-concurrentiebeding kan zich verder uitrekken dan wellicht op het eerste gezicht het geval is. 

Mr. A.W. Dolphijn – franchiseadvocaat 

Ludwig & Van Dam Franchise advocaten, franchise juridisch advies. Wilt u reageren? Ga naar dolphijn@ludwigvandam.nl.

Andere berichten

Rechter anticipeert op Wet franchise: geen verplichte formulewijziging (zonder drempelwaarde)

De rechtbank Amsterdam oordeelt dat een franchisenemer van Blokker niet verplicht is tot vernieuwing van de winkel volgens de nieuwste formule-uitgangspunten, zoals door Blokker opgedragen is.

Door Alex Dolphijn|05-10-2020|Categorieën: Uitspraken & actualiteiten|

Interview mr. J. Sterk en mr. C. Rutten in Franchise+: “Oproep aan automotive sector: bereid je goed voor op nieuwe Wet franchise” d.d. 2 oktober 2020

De nieuwe Wet Franchise heeft een brede uitwerking, ook in de automotive sector. Maar of men zich er daar voldoende van bewust is?

Artikel De Nationale Franchise Gids – “Coronakorting van 50% op de huur” – mr. A.W. Dolphijn – d.d. 15 september 2020

Tegenvallende omzetten in verband met de coronacrisis kunnen betekenen dat de huurprijs gehalveerd wordt, ook als er sprake is van een deels omzetgerelateerde huur.

Door Alex Dolphijn|15-09-2020|Categorieën: Uitspraken & actualiteiten|

Artikel Franchise+ – “Franchisegever hanteert “afgeleide formule” (zonder dat hij het weet)” – mr. A.W. Dolphijn – d.d. 9 september 2020

Tal van franchisegevers zullen zich niet bewust zijn van het gegeven dat zij een “afgeleide formule” gebruiken zoals bedoeld in de Wet franchise.

Door Alex Dolphijn|09-09-2020|Categorieën: Uitspraken & actualiteiten|

Artikel mr. C. Damen – Drie voorwaarden bij het recht op klantenvergoeding voor de agent bij de beëindiging van de agentuurovereenkomst – d.d. 26 augustus 2020

Bij de agentuurrelatie tussen een agent en een opdrachtgever (de principaal) leggen partijen hun samenwerkingsafspraken vast in een agentuurovereenkomst. Wanneer de principaal de agentuurovereenkomst

Door mr. C. Damen|26-08-2020|Categorieën: Uitspraken & actualiteiten|
Ga naar de bovenkant