Ludwig & Van Dam advocaten dagvaarden Sandd en PostNL namens de franchisenemers van Sandd – d.d. 9 januari 2020 – mr. A.W. Dolphijn
De Vereniging Franchisenemers van Sandd (VFS) heeft Sandd en PostNL vandaag gedagvaard voor de rechtbank in Arnhem. De VFS meent dat Sandd en PostNL de franchisenemers keihard laten vallen. De franchiseovereenkomsten worden tussentijds niet meer nagekomen, met alle dramatische gevolgen van dien. De VFS vraagt de rechter te bepalen dat Sandd een wanprestatie levert en dat zowel Sandd als PostNL verantwoordelijk is voor de schade die de franchisenemers daardoor lijden.
De franchisenemers worden stelselmatig genegeerd.
Sandd en PostNL waren al langer voornemens de krachten te bundelen. Vanaf het moment dat de franchisenemers hier bekend mee raakten, hebben zij steeds gevraagd wat hun positie daarin zou zijn. De franchisenemers van de VFS bedienen meer dan 20% van het netwerk van Sandd. Bij deze MKB-bedrijven werken circa drieduizend postbezorgers en zijn ongeveer vierhonderdvijftig medewerkers in dienst.
Toen staatssecretaris Mona Keijzer de fusie goedkeurde, verbaasde het de franchisenemers dan ook dat met hun positie daarin geen rekening was gehouden. Bij de rechtbank Rotterdam vechten zij daarom de voorwaarden van de fusievergunning aan. Die procedure loopt nog. Zie het persbericht van 12 november 2019.
Na de fusievergunning zijn de franchisenemers pas op 5 november geïnformeerd dat de franchiseactiviteiten begin 2020 geheel zullen stoppen. Een oplossing voor de franchisenemers is er toen niet geboden. Hoewel de franchisenemers bij Sandd en PostNL ook nadien steeds aanklopten, is er nog altijd geen concreet plan. Voorzitter Mario de Koning van de VFS: “Staatssecretaris Mona Keijzer had bij de fusievergunning de franchisenemers geheel buiten beschouwing gelaten, terwijl juist zij met de voorgenomen Wet Franchise de positie van franchisenemers tegen franchisegevers wil versterken. Nu ook Sandd en PostNL de belangen van de franchisenemers negeren, worden de franchisenemers inclusief hun medewerkers in de kou gezet.”
De indruk bij de VFS bestaat dat geprobeerd wordt de franchisenemers tegen elkaar uit te spelen. De Koning: “Verdeel en heers. De VFS heeft uitgangspunten voor het bepalen van de schade voorgesteld. Sandd wil die uitgangspunten omzeilen door bij de individuele franchisenemers andere uitgangspunten door te drukken. Je zet een franchisenemer onder druk zodat hij een contract ondertekent met andere uitgangspunten voor een schadebepaling. De rest volgt dan vanzelf wel. Dat willen we voorkomen.”
Nu de positie van de franchisenemers niet serieus wordt genomen, zijn de franchisenemers gedwongen om naar de rechter te stappen. Ze willen erkenning van de wanprestatie van Sandd en het onrechtmatig handelen van PostNL, om zo alsnog tot een adequate oplossing te komen.
Mr. A.W. Dolphijn – franchiseadvocaat
Ludwig & Van Dam Franchise advocaten, franchise juridisch advies. Wilt u reageren?
Ga naar dolphijn@ludwigvandam.nl
Andere berichten
Verplichte (marktconforme) inkoopprijzen voor franchisenemers
In hoeverre kan een franchisegever afspraken wijzigen over de (marktconforme) inkoopprijzen van de goederen die de franchisenemers verplicht zijn in te kopen?
Bestuurdersaansprakelijkheid van een franchisenemer na falend beroep op ondeugdelijke prognose.
Het gerechtshof 's-Hertogenbosch heeft op 11 juli 2017 een beslissing genomen over de vraag of de franchisegever met succes de bestuurder van een b.v. kon aanspreken voor het niet-nakomen van de
Aansprakelijkheid accountant voor opgestelde prognose?
In een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 11 juli 2017, ECLI:NL:GHSHE:2017:3153, was aan de orde dat franchisenemers de accountant van de franchisegever verweten aansprakelijk te zijn
Hoe ver strekt de zorgplicht van de bank?
In de rechtspraak is enige tijd geleden de vraag aan de orde geweest wat de positie van de bank is in de driehoeksverhouding franchisegever – bank – franchisenemer.
Bewijslastomkering bij prognose als misleidende reclame?
De rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft in een kort gedingvonnis van 15 juni 2017, ECLI:NL:RBZWB:2017:3833, geoordeeld over een vordering tot (onder meer) schorsing van het non-concurrentiebeding.
Boete voor franchisegever omdat aspirant-franchisenemer vreemdeling is
De Raad van State heeft op 5 juli 2017, ECLI:NL:RVS:2017:1815, beslist over de vraag of bij de (voorgenomen) samenwerking tussen een franchisegever en een aspirant-franchisenemer, de franchisegever