Kwalitaria-franchisenemer in zijn hemd gezet – d.d. 2 juli 2020 – mr. J.A.J. Devilee
Inleiding
De rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft een vonnis gewezen in een door een franchisenemer van Kwalitaria gestarte gerechtelijke procedure. De franchisenemer bepleitte in casu dat de aan hem ter beschikking gestelde verkoopbrochure, quickscan en marktonderzoek (“wervingsdocumenten”) – waarin omzetprognoses staan vermeld – niet deugen en dat hij door deze ondeugdelijkheden heeft gedwaald. Op basis van onjuiste informatie zou de franchisenemer het franchiseavontuur met Kwalitaria zijn aangegaan, aldus de franchisenemer. De rechtbank ging niet mee in dit verhaal van de franchisenemer. Sterker nog, de rechtbank veroordeelde de Kwalitaria franchisenemer onder meer tot het betalen van een schadevergoeding van circa € 95.000,-. Wat is er gebeurd?
Achtergrond
De Kwalitaria-franchisenemer had het plan gevat om een gecombineerde vestiging van Kwalitaria en Delifrance te vestigen in Baarle-Nassau. Op basis hiervan heeft de franchisegever verschillende wervingsdocumenten beschikbaar gesteld, waaruit blijkt dat een prima omzet kan worden gegenereerd met een dergelijke vestiging op deze locatie. Uiteindelijk opende deze franchisenemer uitsluitend een Kwalitaria vestiging en bleef de omzet kennelijk achter op hetgeen de franchisegever (en het door haar ingeschakelde adviesbureau) hadden geprognosticeerd. De franchisenemer liet het hier niet bij zitten en vernietigde de franchiseovereenkomst (en de daarmee samenhangende koop- en huurovereenkomst).
Vervolgens is de Kwalitaria-franchisenemer een gerechtelijke procedure gestart tegen de franchisegever. De rechtbank had zich onder meer te buigen over de vraag of de franchisenemer de franchiseovereenkomst en de daarmee samenhangende overeenkomsten rechtsgeldig heeft vernietigd. Als dat namelijk het geval zou zijn, dan had de franchisenemer mogelijk recht op de alreeds door hem betaalde vergoedingen aan de franchisegever.
Oordeel rechtbank
Ondanks dat de franchisenemer onder meer heeft aangevoerd dat (i) de franchisegever wist dat 50% van het marktpotentieel geen Kwalitaria winkels bezoekt, (ii) dat in de wervingsdocumenten niet is vermeld dat er sprake is van gefailleerde voorganger op deze locatie, (iii) deze locatie te kampen heeft gehad met langdurige leegstand, (iv) in de wervingsdocumenten geen rekening is gehouden met een belangrijke concurrent, (v) de ligging van de locatie te maken heeft met een negatieve koopstroom, (vi) in de wervingsdocumenten sprake is van een te hoog ingeschatte koopkrachtbinding en daarin ten onrechte geen rekening is gehouden met afvloeiing van koopkracht naar omliggende gemeenten, kan dit deze Kwalitaria-franchisenemer in deze procedure geen soelaas bieden.
De rechtbank komt simpelweg tot het oordeel dat de franchisenemer onvoldoende heeft onderbouwd, althans dat niet is vast komen te staan, dat in de wervingsdocumenten sprake zou zijn van onjuistheden. Om deze reden mocht de Kwalitaria-franchisenemer niet tot vernietiging van de franchiseovereenkomst overgaan, waardoor de vernietiging van de franchiseovereenkomst dus niet rechtsgeldig heeft plaatsgevonden. Het gevolg is dat de franchisegever dus terecht heeft aangevoerd dat de franchisenemer niet tot vernietiging van de franchiseovereenkomst mocht overgaan en dat de hierdoor geleden schade aan de zijde van de franchisegever vergoed dient te worden door de Kwalitaria-franchisenemer.
Conclusie
Voor zover u voornemens bent om uw franchiseovereenkomst te beëindigen, neem dan nooit een te lichtvaardig besluit om tot beëindiging daarvan over te gaan, mede ter voorkoming dat u in een later stadium de deksel op de neus krijgt. Laat u hierover eerst juridisch adviseren om de mogelijkheden daartoe te bezien.
Mr. J.A.J. Devilee
Ludwig & Van Dam Franchise advocaten, franchise juridisch advies.
Wilt u reageren? Ga naar devilee@ludwigvandam.nl
Andere berichten
Misleiding bij de werving van een franchisenemer?
Een uitspraak over de vraag of de franchisegever bij de werving van een franchisenemer een onjuiste voorstelling van zaken gegeven had.
Franchisegever aansprakelijk voor prognoses afkomstig van derde – d.d. 6 maart 2019 – mr. M. Munnik
Volgens vaste rechtspraak handelt een franchisegever onrechtmatig jegens haar franchisenemer wanneer een franchisegever zelfstandig op onzorgvuldige wijze onderzoek uitvoert en als gevolg daarvan...
De (hard) franchiseovereenkomst en zorgplicht gekwalificeerd – WPNR 7226 (2019)
Het kabinet is voornemens een wettelijke regeling over franchising in het Burgerlijk Wetboek op te nemen ter bescherming van de zwakke positie van de franchisenemer.
Gemeente moet tijdelijke Albert Heijn toestaan
De rechtbank Noord-Holland heeft op 7 februari 2019 geoordeeld over de vraag of de gemeente een tijdelijke Albert Heijn diende toe te staan
Franchisegevers mogen geen wijziging van winkeltijden meer opleggen – 12 februari 2019 – mr. A.W. Dolphijn
Eind 2018 is een concept van de “Wet keuzevrijheid openingstijden winkeliers” gepresenteerd.
Wanneer gaat een franchisegever te ver bij de werving van franchisenemers?
In het arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 5 februari 2019 was aan de orde of de franchisegever bij de werving van de franchisenemers ontoelaatbaar gehandeld had.