Koppeling franchiseovereenkomst/onderhuurovereenkomst
Rechtbank Dordrecht, sector kanton
Franchiseovereenkomsten en onderhuurovereenkomsten dienen op adequate wijze aan elkaar te zijn gekoppeld. Immers, de onderhuurovereenkomst wordt beheerst door dwingend huurrecht. Hier kan niet zomaar van worden afgeweken. Een adequate koppeling vindt plaats door middel van een kantonrechtersverzoek, te doen bij ondertekening van de franchiseovereenkomst en onderhuurovereenkomst. De kantonrechter kan vervolgens goedkeuren dat van de dwingendrechtelijke huurbepalingen wordt afgeweken, bijvoorbeeld voor wat betreft de looptijd van de onderhuurovereenkomst en het moment van beëindiging. Bij een adequate koppeling vallen franchiseovereenkomst en onderhuurovereenkomst qua looptijd en opzegging gelijk.
Onlangs is een zaak voorgelegd aan de sector kanton van de rechtbank. De franchisegever deed hierbij een beroep op afwijkende huurbedingen die vooraf niet waren goedgekeurd door de kantonrechter. De kantonrechter concludeerde dat er dan geen gemengde overeenkomst aanwezig is, maar twee separate overeenkomsten. Het gevolg is dat de franchisenemer zich succesvol kon beroepen op de onderhuurovereenkomst, terwijl de franchiseovereenkomst was beëindigd. Ondanks beëindiging van de franchiseovereenkomst had de franchisegever, als onderverhuurder de belangen van de onderhuurder/franchisenemer in acht moeten nemen. De onderhuurder/franchisenemer ondervond hierdoor schade, waarvoor de franchisegever/onderverhuurder aansprakelijk was, aldus de rechtbank te Dordrecht. De voormalig franchisenemer verkreeg door deze constructie een sterke positie.
Indien franchisegever en franchisenemer een gemengde overeenkomst wensen, dienen zij te allen tijde adequate koppeling aan de kantonrechter te verzoeken. Langs die weg is gelijktijdige beëindiging mogelijk.
Mr Th.R. Ludwig – Franchise advocaat
Ludwig & Van Dam Franchise advocaten, franchise juridisch advies Wilt u reageren? Mail naar ludwig@ludwigvandam.nl
![](https://ludwigvandam.megaconcept.nl/wp-content/uploads/2020/12/232court-min-400x222.jpg)
Andere berichten
Column Franchise + – mr. Th.R. Ludwig: “Op weg naar risicoaansprakelijkheid”
Onlangs heeft de Hoge Raad uitspraak gedaan in een prognosekwestie.
Geen geldig beroep op non-concurrentiebeding bij franchising
De voorzieningenrechter van de rechtbank Gelderland heeft op 28 februari 2017, ECLI:NL:RBGEL:2017:1469, beslist over de vraag of een franchisenemer gehouden kon worden aan een non-concurrentiebeding.
Structureel ondeugdelijke omzetprognoses van de franchisegever
De rechtbank Limburg heeft op 15 maart 2017 in acht vergelijkbare vonnissen (waaronder ECLI:NL:RBLIM:2017:2344) de franchiseovereenkomsten van diverse franchisenemers van de P3-franchiseformule
Franchisenemer verplicht meewerken aan formulewijziging?
De voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam heeft zich op 24 maart 2017, ECLI:NL:RBAMS:2017:1860, wederom gebogen over de kwestie waarbij Intertoys de winkels van Bart Smit wenst om te bouwen
Leveringsstop van franchisegever niet toegestaan
Op 9 februari 2017 heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Gelderland, ECLI:NL:RBGEL:2017:1372, geoordeeld dat een franchisegever haar verplichting tot belevering van de franchisenemer niet
Alex Dolphijn in het Financiële Dagblad over het arrest van de Hoge Raad inzake Street-One
Franchisegevers eerder aansprakelijk bij foute prognoses Franchisenemers kunnen hun moederorganisatie voortaan makkelijker aansprakelijk stellen voor ondeugdelijke winst en omzetprognoses.