In een vonnis van de rechtbank Midden-Nederland van 28 juli 2016, ECLI:NL:RBMNE:2016:6138, ging het over de verkoop van de aandelen in een tweetal vennootschappen, waarin een Albert Heijn-supermarkt geëxploiteerd werd. Het geschil ging om wat er nu exact bij de koop/verkoop inbegrepen was. 

Vlak voor de finalisering blijken de moedermaatschappij van de verkopers de verhuurder te worden van een van de supermarktbedrijfsruimten. Zij oefenen het voorkeursrecht tot koop uit. De kopers van de aandelen vorderden dat zij de supermarktbedrijfsruimte geleverd krijgen als onderdeel van de aandelenkoop. De verkopers voeren aan dat het voorkeursrecht tot koop van de supermarktbedrijfsruimte niet bij de vennootschappen rust die onderwerp van de beoogde transactie zijn. Bovendien hadden de kopers nooit geïnformeerd naar het voorkeursrecht en hadden de verkopers er ook nooit iets over medegedeeld. De voorzieningenrechter wijst de vordering dan ook af en bepaalt dat de koop doorgang moet vinden, zonder de supermarktbedrijfsruimte, zodat men weet wat er nu wel en niet bij de koop/verkoop inbegrepen zit.

Uit dit vonnis volgt het belang van deskundige bijstand bij het onderhandelen over de overname van supermarkten.

Mr. A.W. Dolphijn – Franchiseadvocaat
Ludwig & Van Dam Franchise advocaten, franchise juridisch advies. Wilt u reageren? Ga naar dolphijn@ludwigvandam.nl.

Andere berichten

De door de franchisegever voorgeschreven leverancier presteert niet? Wat nu?

Het Gerechtshof 's-Hertogenbosch oordeelde op 20 februari 2018, ECLI:NL:GHSHE:2018:727, over de vraag wie moet bewijzen dat de franchisenemer op het verkeerde been gezet is bij het aangaan van de

Rechter: Bescherm franchisenemer tegen supermarktorganisatie (Coop) als verhuurder

Behoeft de franchisenemer wettelijke bescherming tegen supermarktfranchisegever Coop? De rechtbank Rotterdam oordeelde op 9 februari 2018, ECLI:NL:RBROT:2018:1151, dat dit het geval is.

Acquisitiefraude vs. dwaling bij franchiseprognoses

Wie moet bewijzen dat de prognose van de franchisegever ondeugdelijk is? In beginsel is dat de franchisenemer. Als de franchisenemer een beroep doet op de Wet Acquisitiefraude, dan kan het zijn dat

Terugverkoopplicht bij einde franchiseovereenkomst

In franchiseovereenkomsten is soms bepaald dat de franchisenemer verplicht is om aangekochte activa bij het einde van de franchiseovereenkomst terug te verkopen.

Ga naar de bovenkant