In een vonnis van de rechtbank Midden-Nederland van 28 juli 2016, ECLI:NL:RBMNE:2016:6138, ging het over de verkoop van de aandelen in een tweetal vennootschappen, waarin een Albert Heijn-supermarkt geëxploiteerd werd. Het geschil ging om wat er nu exact bij de koop/verkoop inbegrepen was. 

Vlak voor de finalisering blijken de moedermaatschappij van de verkopers de verhuurder te worden van een van de supermarktbedrijfsruimten. Zij oefenen het voorkeursrecht tot koop uit. De kopers van de aandelen vorderden dat zij de supermarktbedrijfsruimte geleverd krijgen als onderdeel van de aandelenkoop. De verkopers voeren aan dat het voorkeursrecht tot koop van de supermarktbedrijfsruimte niet bij de vennootschappen rust die onderwerp van de beoogde transactie zijn. Bovendien hadden de kopers nooit geïnformeerd naar het voorkeursrecht en hadden de verkopers er ook nooit iets over medegedeeld. De voorzieningenrechter wijst de vordering dan ook af en bepaalt dat de koop doorgang moet vinden, zonder de supermarktbedrijfsruimte, zodat men weet wat er nu wel en niet bij de koop/verkoop inbegrepen zit.

Uit dit vonnis volgt het belang van deskundige bijstand bij het onderhandelen over de overname van supermarkten.

Mr. A.W. Dolphijn – Franchiseadvocaat
Ludwig & Van Dam Franchise advocaten, franchise juridisch advies. Wilt u reageren? Ga naar dolphijn@ludwigvandam.nl.

Andere berichten

Aanprijzingen door de franchisegever in algemene bewoordingen zijn toegestaan – d.d. 6 maart 2020 – mr. A. W. Dolphijn

De grens tussen enerzijds aanprijzingen in algemene bewoordingen en anderzijds verwijtbare misleiding en een verkeerde voorstelling van zaken, blijft een lastige kwestie.

Door Alex Dolphijn|06-03-2020|Categorieën: Uitspraken & actualiteiten|Label: , , , , |

Artikel De Nationale Franchise Gids – Knowhow doorslaggevend voor toepassingsbereik Wet franchise – d.d. 5 maart 2020 – mr. R.C.W.L. Albers

Het zal weinigen in de branche ontgaan zijn dat op 10 februari jl. het wetsvoorstel van de Wet Franchise is ingediend bij de Tweede Kamer.

Incassofraude levert franchisegever 4 jaar gevangenisstraf en een boete van € 7 miljoen op – d.d. 25 februari 2020 – mr. J.A.J. Devilee

In een zeer exceptionele strafrechtelijke kwestie heeft het gerechtshof recent één van de directeuren van een (voormalig) franchisegever veroordeeld tot een gevangenisstraf en een boete.

Door mr. J.A.J. Devilee|28-02-2020|Categorieën: Uitspraken & actualiteiten|
Ga naar de bovenkant