Koop franchiseonderneming en de ontslagen zieke werknemer van 7 jaar geleden

De rechtbank te Utrecht oordeelde op 23 januari 2019 over de vraag of een franchisenemer van Bruna, bij de verkoop van de franchiseonderneming aan Bruna, had moeten mededelen dat zeven jaar geleden een werknemer ziek uit dienst was getreden.

Een werknemer van de franchisenemer is lang geleden ziek geworden en als gevolg daarvan ook ziek uit dienst getreden. Sinds dat de zieke werknemer uit dienst is getreden is er ook geen contact geweest met de betreffende werknemer of het UWV in dat kader. De betreffende werknemer is in aanmerking gekomen voor een WGA-uitkering. Dat is een uitkering gebaseerd op gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid, waarbij het doel is dat iemand op korte termijn weer volledig aan het werk gaat. De uitkering is in beginsel voor een bepaalde periode, maar die periode hangt af van de tijd die daarvoor reeds gewerkt is.

Op grond van de wet kan een werkgever ervoor kiezen eigenrisicodrager te worden. De werkgever draagt dan het risico voor de arbeidsongeschiktheid van de werknemers en betaalt ook minder werknemerspremie. De betaling van de WGA-uitkering en de kosten van de re-integratie komen dan wel voor rekening van de werkgever. De franchisenemer was geen eigenrisicodrager.

De franchisenemer had er bij de verkoop van de franchiseonderneming aan Bruna niet bij stilgestaan om melding te maken van het feit dat er zeven jaar geleden een werknemer ziek uit dienst was getreden. Anderzijds gold dat Bruna hier ook geen vragen over gesteld had. In de koopovereenkomst hadden partijen wel afgesproken dat de franchisenemer verantwoordelijk zou zijn voor alle schulden en verplichtingen die zijn of zullen ontstaan over de periode dat de franchisenemer de onderneming droeg.

Na de overname van de franchiseonderneming door Bruna wordt Bruna geconfronteerd met een mededeling van het UWV dat Bruna gehouden is met ingang van de overnamedatum een bedrag van € 1.125,14 per maand aan het UWV te betalen. Die maandelijkse verplichting loopt door tot 10 jaar na de uitdiensttreding van de zieke werknemer. Bruna blijkt namelijk wel eigenrisicodrager te zijn.

Bruna wendt zich daarop naar de voormalig franchisenemer en meent dat (1) medegedeeld had moeten worden dat er zeven jaar geleden een zieke werknemer uit dienst getreden was en (2) dat overeengekomen is dat de voormalig franchisenemer verantwoordelijk is voor de schulden die ontstaan zijn in de periode dat de franchisenemer de onderneming exploiteerde.

De rechtbank oordeelt dat Bruna zelf onderzoek had moeten doen naar eventuele zieke oud-werknemers, zeker nu Bruna zelf eigenrisicodrager is. Bovendien wist de voormalig franchisenemer niet dat Bruna eigenrisicodrager was en dus eventueel nadelige gevolgen zou kunnen ondervinden. De franchisenemer was immers zelf geen eigenrisicodrager en had in dit geval dan ook geen mededelingsplicht.

Ook het beroep van Bruna op de afspraak dat de voormalig franchisenemer verantwoordelijk zou zijn voor schulden en verplichtingen, die ten tijde van de exploitatie door de franchisenemer zouden zijn ontstaan, gaat niet op. De rechtbank oordeelt dat de kosten voor de WGA-uitkering van de betreffende werknemer door de overgang van de onderneming is ontstaan, alsmede het feit dat Bruna eigenrisicodrager is. De betreffende kosten zijn dus niet ontstaan in de periode dat de onderneming door de franchisenemer werd gedreven, aldus de rechtbank.

Indien een (franchise)onderneming overgenomen wordt door een partij die geen eigenrisicodrager is, is het voor die overnemende partij van groot belang om vooraf te informeren of er niet ook in de afgelopen tien jaar arbeidsongeschikte werknemers uit dienst getreden zijn.

Mr. A.W. Dolphijn  – franchiseadvocaat

Ludwig & Van Dam Franchise advocaten, franchise juridisch advies. Wilt u reageren? Ga naar dolphijn@ludwigvandam.nl

Andere berichten

Arbitrage binnen franchise: een te hoge drempel? – mr. M. Munnik

Bij het aangaan van een overeenkomst is het voor partijen mogelijk – in afwijking van de wet - om een bevoegde rechter aan te wijzen. Dit geldt ook voor de franchiseovereenkomst. Van deze mogelijkheid

Beroep franchisenemer op dwaling wegens ondeugdelijke prognoses en gebrek aan ondersteuning verworpen – d.d. 25 april 2019 – mr. K. Bastiaans

Het Hof ’s-Hertogenbosch oordeelde (ECLI:NL:GHSHE:2019:697) over de vraag of het enkele feit dat prognoses niet zijn uitgekomen, de conclusie rechtvaardigt dat de franchisenemer tekort is gedaan...

Door mr. K. Bastiaans|25-04-2019|Categorieën: Franchise overeenkomsten, Prognose-problematiek, Uitspraken & actualiteiten|Label: , |

Artikel De Nationale Franchise Gids: “Steeds meer bescherming tegen ronselen franchisenemers” – d.d. 2 april 2019 – mr. A.W. Dolphijn

Steeds vaker blijkt dat geronselde franchisenemers beschermd kunnen worden op basis van de Wet Acquisitiefraude.

Door Alex Dolphijn|02-04-2019|Categorieën: Franchise overeenkomsten, Uitspraken & actualiteiten|Label: |

De franchisenemersvereniging en de binding van franchisenemers – Contracteren 2019, nr. 1

Een bijdrage over veelvoorkomende bepalingen in franchiseovereenkomsten waarbij is bepaald dat een franchisenemer verplicht lid is van een franchisenemersvereniging.

Ga naar de bovenkant