Klanten, klantenkring en uitzonderingen daarop
Sommige franchiseconstructies hebben als kenmerk dat slechts aan bepaalde consumenten de produkten of diensten in kwestie worden geleverd. Mag dit?
Indien aan alle franchisenemers door de franchisegever een verbod wordt opgelegd dat inhoudt dat slechts aan bepaalde eindgebruikers mag worden verkocht, is dit alleen toelaatbaar indien daarvoor een objectieve rechtvaardiging bestaat die verband houdt met het produkt. Het kan hier bijvoorbeeld gaan om een algemeen verbod op de verkoop van gevaarlijke stoffen aan bepaalde klanten of om veiligheids- of gezondheidsredenen. Alleen dan is een dergelijk verbod toegestaan.
Anders ligt het wanneer anderen dan eindgebruikers (consumenten als u en ik) zijn uitgezonderd. Men denke bijvoorbeeld aan een franchise-formule waarbij de franchisenemers een exclusieve klantenkring krijgen toegewezen waarbij het de franchisenemers niet is toegestaan om aan groothandels te leveren. Alleen aan eindgebruikers mag geleverd worden. In beginsel is een dergelijke regeling mogelijk. Zogeheten passieve verkoop dient echter mogelijk te blijven. Hieronder wordt verstaan het ingaan op spontane verzoeken van individuele klanten. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn ten gevolge van algemene reclame en promotie in de media en op internet die de klanten binnen exclusieve klantenkringen van andere franchisenemers bereiken. Wil de potentiële klant dan naar een franchisenemer in een ander exclusief gebied, dan is dit te allen tijde mogelijk.
Franchisegever en franchisenemer doen er verstandig aan dergelijke voorkomende situaties vooraf helder vast te leggen in de franchise-overeenkomst, zodat er geen misverstanden of ongewenste situaties kunnen optreden. Voor de goede orde zij er op gewezen dat hetgeen hier beschreven wordt dwingend recht is, waar absoluut niet van mag worden afgeweken. Vindt dit toch plaats, dan kan dit een grond vormen voor nietigheid van de franchise-overeenkomst. Ook andere maatregelen, bijvoorbeeld van de zijde van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa), zijn dan mogelijk. Mr Th.R. Ludwig
Voor informatie: Theodoor Ludwig of Derk van Dam
Ludwig & Van Dam franchise advocaten, franchise juridisch advies
Andere berichten
Geen schending non-concurrentiebeding door franchisenemer – mr. A.W. Dolphijn – d.d. 4 februari 2021
De rechtbank Rotterdam heeft op 20 januari 2021, ECLI:NL:RBROT:2021:657 een ...
(Deels) overeenkomende activiteiten niet strijdig met non-concurrentiebeding – mr. R.C.W.L. Albers – d.d. 4 februari 2021
In een recente procedure werden een tweetal (voormalig) franchisenemers door ...
Rechtbank wijst baanbrekend vonnis: Huurvermindering in een bodemprocedure voor horeca-exploitanten als gevolg van de lockdown – mr. C. Damen – d.d. 1 februari 2021
Afgelopen woensdag werd voor het eerst een spraakmakende uitspraak gedaan ...
Artikel Franchise+ -De risico’s van een minimum omzetverplichting in de franchiseovereenkomst voor de franchisegever
Het opnemen van een minimum te behalen omzet in de ...
Artikel De Nationale Franchise Gids: “Minimum-omzet als prognose”
Al sinds jaar en dag is de verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid ...
Artikel Franchise+ – “Franchisestatistieken 2019: afnametrend zet door, veroorzaakt door Wet Franchise?”- mr. J. Sterk, mr. M. Munnik en mr. J.A.J. Devilee
Ludwig & Van Dam advocaten publiceert sinds 2007 periodiek franchisestatistieken ...