Internetverkoop in een franchiserelatie

Ook in conventionele franchisekringen mag internetverkoop zich in toenemende belangstelling verheugen. Met name in de retail neemt het omzetaandeel en daarmee de interesse in het toevoegen van internetverkopen aan de conventionele formules hand over hand toe. Nog niet in alle franchiseovereenkomsten is rekening gehouden met dit fenomeen. Met name in die situaties rijst dan ook steeds vaker de vraag wat wel en wat niet is toegestaan. Staat het de franchisegever, dan wel de franchisenemer vrij, zonder nadere afspraken, al dan niet dergelijke activiteiten te ontplooien? Allereerst heeft in dit verband te gelden dat de franchisenemer mededingingsrechtelijk niet in de mogelijkheden van passieve verkoop mag worden beperkt. Het gebruik van internet en daarmee ook internetverkoop kan veelal als een vorm van passieve verkoop worden beschouwd. Dit betekent aldus dat de franchisegever de mogelijkheid van internetverkoop niet zondermeer in de franchiseovereenkomst kan verbieden, althans zich dit recht uitsluitend zelf kan voorbehouden. Het uitgangspunt is aldus dat het de franchisenemer moet zijn toegestaan een eigen website te exploiteren, mits de internetverkoop zich niet actief richt tot verkopen in een ander uitgegeven exclusief rayon of het gebied dat exclusief aan de franchisegever is voorbehouden.

Uiteraard kan de franchisegever in de franchiseovereenkomst, dan wel bij voorkeur in het handboek, wel regels opnemen ter zake de kwaliteit en de formuleconforme uistraling van websites en internetverkoop. Andersom is dit niet per definitie hetzelfde. In situaties waarin (absolute) rayonexclusiviteit is toegekend, staat het de franchisegever niet zonder meer vrij zelf internetverkopen te plegen in dit exclusieve rayon. Allereerst niet omdat de regel dat passieve verkoop moet zijn toegestaan, ziet op de verticale relatie van franchisegever naar de franchisenemer en aldus niet zondermeer andersom geldt. Indien de franchisegever zich die mogelijkheid wel wil voorbehouden, doet die franchisegever er daarom verstandig aan dit nadrukkelijk in de franchiseovereenkomst op te nemen. Indien het niet is opgenomen kan achteraf een discussie ontstaan over deze vorm van concurrentie door de franchisegever binnen het exclusieve gebied. Het ligt natuurlijk meer voor de hand dat franchisegever en franchisenemer de mogelijkheden van het internet met name benutten ter versterking van de formule. Het is met name daarom van belang dat de (on)mogelijkheden daartoe tijdig worden onderkend en daarvoor een regeling wordt getroffen in de franchiseverhouding. Indien een dergelijke regeling achterwege is gebleven, kan de franchisenemer onder omstandigheden menen dat op oneigenlijke wijze inbreuk wordt gemaakt op rayonexclusiviteit en een vordering instellen strekkende tot vergoeding van de daardoor geleden schade.

Ludwig & Van Dam franchise advocaten, franchise juridisch advies

Andere berichten

Gedwongen naar een andere franchiseformule op het bestaande vestigingspunt?

Als een franchiseformule ophoudt te bestaan, bijvoorbeeld als deze ingelijfd wordt bij een andere organisatie, dan kan de vraag zijn of de franchisenemer dan ook verplicht is zich te laten inlijven in

Column Franchise+ – 50 procent meer rechtzaken in franchise

Uit de door Ludwig & Van Dam advocaten gepubliceerde Juridische Franchisestatistiek 2018 blijkt dat er toename is van 50% in het aantal uitspraken in rechtszaken dat in 2017 is gedaan ten opzichte van

Door Theodoor Ludwig|31-05-2018|Categorieën: Franchise statistieken, Uitspraken & actualiteiten|Label: |

Het voornemen tot franchisewetgeving nader beschouwd

Op 23 mei jl. informeerde Staatssecretaris, Mona Keijzer, de Tweede Kamer over de op handen zijnde franchisewetgeving. De Nationale Franchise Gids publiceerde daarover al eerder dit bericht.

Door Jeroen Sterk|28-05-2018|Categorieën: Franchise overeenkomsten, Uitspraken & actualiteiten|Label: |

Update franchisewetgeving

Op 23 mei 2018 heeft het kabinet aangegeven een wettelijke regeling voor te bereiden die een kader schept voor vier deelgebieden van de samenwerking tussen franchisegevers en franchisenemers die cruc

Door Alex Dolphijn|24-05-2018|Categorieën: Franchise overeenkomsten, Prognose-problematiek, Uitspraken & actualiteiten|Label: , |

Op het randje van het exclusieve rayon van een franchisenemer

Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden oordeelde op 15 mei 2018, ECLI:NL:GHARL:2018:4395, over de vraag of een franchisegever net over de rand van het exclusief toegekende beschermingsgebied een filiaal

Ga naar de bovenkant