Indirecte prijsbinding
Zoals in de franchisepraktijk genoegzaam bekend is verticale prijsbinding uit den boze. De franchisegever die een frachisenemer dwingend een verkoopprijs voorschrijft gaat dus over de schreef. Hoe zit dat nu met indirecte prijsbinding, waarbij door indirecte maatregelen en/of sancties prijsbinding eveneens kan ontstaan?
Vormen waarin indirecte prijsbinding tot uiting kan komen zijn onder meer de volgende: een franchisegever kan door middel van een streepjescode bepaalde produkten vooraf van een prijs voorzien, waarbij door middel van het scannen van het produkt afrekening bij de kassa tegen de vooraf vastgestelde prijs geschied. Voorts kan in zijn algemeenheid een dwingende aanbeveling worden gedaan een bepaalde verkoopprijs te hanteren. Hierbij wordt de franchisenemer geacht zelfstandig de verkoopprijs vast te stellen, maar dient zich wel te richten op het prijsbeleid van de franchise-organisatie in kwestie. Een andere vorm van indirecte prijsbinding kan ontstaan door middel van het over de hoofden van de franchisenemers heen rechtstreeks communiceren met de consumenten betreffende de verkoopprijzen in kwestie, bijvoorbeeld door middel van reclame. Indien de praktijk met zich meebrengt dat de franchisenemer alsdan geen keus heeft en de door de franchisegever gecommuniceerde verkoopprijs wel in rekening moet brengen, is langs die weg tevens verticale prijsbinding ontstaan.
Al deze en vergelijkbare vormen van indirecte prijsbinding zijn ontoelaatbaar en verboden. De sancties op absolute prijsbinding kunnen verregaand zijn, zowel van de zijde van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa), als voor de samenwerking tussen franchisegever en franchisenemer zelf. Onder omstandigheden kan nietigheid ontstaan van de gewraakte bepaling en zelfs van de gehele franchise-overeenkomst. Franchisegever en franchisenemer doen er dan ook verstandig aan tijdig hun contracten op dit punt tijdig aan te passen indien nodig en in deze in zijn algemeenheid goed overleg te voeren.
Ludwig & Van Dam franchise advocaten, franchise juridisch advies
![](https://ludwigvandam.megaconcept.nl/wp-content/uploads/2020/12/232court-min-400x222.jpg)
Andere berichten
Tussentijdse opzegging (franchise) overeenkomst
Op 3 februari jongstleden wees het gerechtshof ’s-Hertogenbosch arrest in een zaak die wellicht ook relevant is voor de franchisepraktijk.
Mededelingsplicht versus onderzoeksplicht bij aankoop van franchise-onderneming, Wie draagt het risico?
Mededelingsplicht versus onderzoeksplicht bij aankoop van franchise-onderneming, Wie draagt het risico?
Opzegging van een franchiseovereenkomst
Franchiseovereenkomsten worden meestal voor een bepaalde tijd gesloten.
Het vergaren van bewijs in franchiseverhoudingen
Het vergaren van feitelijk bewijs is soms een van de grootste uitdagingen in geschillen tussen een franchisenemer en een franchisegever.
Is een persoonlijke borgstelling of hoofdelijk geldig?
Is een persoonlijke borgstelling of hoofdelijk geldig?
Dwaling bij prognose dealerovereenkomst (c.q. franchiseovereenkomst)
De kantonrechter te Den Haag oordeelde op 11 november 2014 over de vraag of een beroep op dwaling bij het aangaan van een huur- en dealerovereenkomst slaagt