Incassofraude levert franchisegever 4 jaar gevangenisstraf en een boete van € 7 miljoen op – d.d. 25 februari 2020 – mr. J.A.J. Devilee

Door Gepubliceerd Op: 28-02-2020Categorieën: Uitspraken & actualiteiten

Hoewel het vrij uitzonderlijk is, kom je in franchiseland zo af en toe
spreekwoordelijke cowboys tegen. In een zeer exceptionele strafrechtelijke
kwestie, heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (ECLI:NL:GHARL:2019:11154)
recent geoordeeld dat één van de directeuren van een (voormalig)
franchisegever van een horecaformule een gevangenisstraf dient uit te
zitten van vier jaar en negen maanden en daarnaast een boete dient te
betalen van ruim zeven miljoen euro.

Achtergrond

De directeur van de franchisegever is er (mede) van verdacht dat hij
opereerde voor diverse franchisenemers. Ten behoeve van het innen van de
franchisevergoedingen, had de franchisegever incassocontracten gesloten met
de bank. Door middel van deze incassocontracten konden bedragen (fees)
worden geïncasseerd. De rekeningen bleken echter niet toe te behoren aan
franchisenemers. Een door de franchisegever te incasseren bedrag werd dan
bijvoorbeeld door de bank, vooruitlopend op het slagen van de incasso of op
voorschotbasis, op één van de rekeningen gestort. Intussen werden deze
bedragen doorgeboekt of opgenomen door de franchisegever. Op slinkse wijze
is getracht dit te verbloemen door de directeur van de franchisegever.
Hierdoor werd een illegale inkomstenbron gecreëerd.

In verband met dit handelen heeft de bank in september 2011 aangifte gedaan
tegen de directeur van de franchisegever wegens het vermoedelijk frauduleus
handelen bij het gebruik van deze incassocontracten waarmee de bank voor
ruim een bedrag van circa € 11 miljoen zou zijn benadeeld.

Gerechtelijk oordeel

De rechtbank had in eerste aanleg een onvoorwaardelijke celstraf opgelegd
van vier jaar. De directeur heeft vervolgens hoger beroep aangetekend tegen
het vonnis. In hoger beroep acht het gerechtshof de directeur eveneens
schuldig en legt zelfs een hogere straf op dan de rechtbank. Het
gerechtshof veroordeelt de verdachte tot vier jaar en negen maanden
onvoorwaardelijke gevangenisstraf; een ontzetting uit het recht van
statutair directeur voor negen jaar en negen maanden en een verplichting
tot vergoeding van schade ad € 7.019.544,79.

Conclusie

Hoewel het vorenstaande een vrijwel unieke situatie betreft, bestaan er
franchisegevers die niet altijd binnen de lijntjes kleuren. In onderhavige
kwestie bleek dat de franchisenemers die waren aangesloten bij de formule
niet betrokken waren bij voornoemde incassofraude. Het moge echter evident
zijn dat dergelijk gedrag van de franchisegever enorme reputatieschade kan
opleveren bij aangesloten franchisenemers maar ook voor de franchisebranche
in het algemeen, met alle consequenties van dien. Vermoedt u fraude in de
organisatie van uw franchisegever en hebt u in een dergelijk geval advies
nodig, bel ons dan gerust.

Mr. J.A.J. Devilee

Ludwig & Van Dam Franchise advocaten, franchise juridisch advies. Wilt u reageren? Ga naar devilee@ludwigvandam.nl

 

Klik hier voor het gepubliceerde artikel. 

Download dit artikel

Andere berichten

Leveringsstop van franchisegever niet toegestaan

Op 9 februari 2017 heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Gelderland, ECLI:NL:RBGEL:2017:1372, geoordeeld dat een franchisegever haar verplichting tot belevering van de franchisenemer niet

Alex Dolphijn in het Financiële Dagblad over het arrest van de Hoge Raad inzake Street-One

Franchisegevers eerder aansprakelijk bij foute prognoses Franchisenemers kunnen hun moederorganisatie voortaan makkelijker aansprakelijk stellen voor ondeugdelijke winst en omzetprognoses.

Column Franchise+ – mr. Th.R. Ludwig: “Leveringsstop door franchisegever wederom niet toegestaan”

Opnieuw heeft de president in kort geding zich uitgelaten over de vraag of een leveringsstop van een franchisegever jegens de franchisenemer was toegestaan, waarbij de franchisenemer een forse

De bedrijfsleider (werknemer) die franchisenemer wordt – fictieve dienstbetrekking?

Op 14 december 2016 heeft de kantonrechter van de rechtbank Noord-Holland, ECLI:NL:RBNHO:2016:11031 (Werkneemster/Espresso Lounge) zich gebogen over de situatie waarbij een werkneemster een

Ga naar de bovenkant