Inbreuk exclusiviteitsrechten franchisenemer: franchisegever aansprakelijk
Franchiseovereenkomsten bevatten veelal exclusiviteitsbepalingen die franchisenemers het exclusieve recht geven om in een specifiek gebied een onderneming te exploiteren conform de franchiseformule van de franchisegever. Dergelijke bepalingen behelzen een verbod voor de franchisegever om anderen het gebruik van de franchiseformule in het exclusieve gebied toe te staan.
Recentelijk werd in een kort geding procedure (zie rechtbank Gelderland, 9 september 2016, ECLI:NL:RBGEL:2016:5311) geprocedeerd over de gevolgen van een schending van het exclusiviteitsrecht van de franchisenemer. De franchisegever had een franchiseovereenkomst gesloten met een franchisenemer (hierna franchisenemer A) die op basis daarvan voor de duur van de franchiseovereenkomst gerechtigd was om de formule toe te passen in een straal van 5 kilometer rond de vestigingsplaats van de franchisenemer.
Ondanks de overeengekomen exclusiviteit had de franchisegever toch een franchiseovereenkomst met een andere franchisenemer (hierna: franchisenemer B) gesloten die hemelsbreed op een afstand van 4,65 kilometer was gevestigd. Nadat franchisenemer A de franchisegever hierop aansprak, stelde de franchisegever ten onrechte dat de franchiseovereenkomst met franchisenemer B eerder was gesloten dan de franchiseovereenkomst met franchisenemer A en dat derhalve franchisenemer B het oudste recht zou hebben.
De kort gedingrechter volgde de franchisegever echter niet in dit betoog en oordeelde dat de franchisegever gehouden was tot nakoming van de exclusiviteitsbepaling van franchisenemer A. In de procedure is vast komen te staan dat A eerder dan B een franchiseovereenkomst had gesloten. Volgens de kort gedingrechter is het echter niet relevant welke overeenkomst als eerste is aangegaan, aangezien op grond van het verbintenissenrecht ten aanzien van de rechten die de beide franchisenemers aan de franchiseovereenkomst jegens de franchisegever kunnen ontlenen geen rangorde bestaat. Franchisegever is dus jegens de beide franchisenemers gehouden tot nakoming van de franchiseovereenkomst.
De conclusie die de kort gedingrechter daar vervolgens aan verbindt is dat de franchisegever de uitvoering van de franchiseovereenkomst met franchisenemer B binnen twee dagen dient te staken. Dat de franchisegever daardoor mogelijk jegens franchisenemer B schadeplichtig zal worden is een omstandigheid die voor rekening en risico van de franchisegever dient te komen, aldus de kort gedingrechter.
Een franchisegever kan natuurlijk niet tweemaal hetzelfde recht verlenen ter zake van hetzelfde gebied. Hij kan het reeds verleende exclusiviteitsrecht niet nogmaals verlenen. De franchisenemer met het oudste exclusiviteitsrecht kan succesvol nakoming verlangen, maar de tweede franchisenemer zal aanspraak kunnen maken een op (forse) schadevergoeding.
De Nederlandse Franchise Code (NFC) gebiedt dat het exclusiviteitsgebied onaantastbaar is. Een franchisenemer kan in de toekomst dus ook hier een beroep op doen.
Mr. D.L. van Dam – Franchiseadvocaat
Ludwig & Van Dam Franchise advocaten, franchise juridisch advies.
Wilt u reageren? Ga naar vandam@ludwigvandam.nl
Andere berichten
Eerste Kamer zal Wet Franchise aannemen – d.d. 24 juni 2020 – mr. A.W. Dolphijn
De Tweede Kamer had het voorstel tot invoering van de Wet Franchise op 16 juni 2020 met algemene stemmen aangenomen
Wet Franchise aangenomen door de Tweede Kamer – d.d. 16 juni 2020 – mr. A.W. Dolphijn
De Wet Franchise is op 16 juni 2020 door de Tweede kamer aangenomen.
Franchisenemers Sandd vinden genoegdoening in vernietiging fusie Sandd en PostNL – d.d. 12 juni 2020
De franchisenemers van postbezorger Sandd stapten in november naar de rechter, bijgestaan door Ludwig & Van Dam Advocaten. Rechtbank Rotterdam doet uitspraak inzake overname door PostNL.
Plenaire behandeling d.d. 9 juni 2020 in de Tweede Kamer van de Wet Franchise – d.d. 10 juni 2020 – mr. A.W. Dolphijn
Op 9 juni 2020 is in de Tweede kamer het wetsvoorstel tot de Wet Franchise plenair behandeld. Er is een amendement en een motie ingediend.
Franchising is “een knelpunt in de aanpak van zorgfraude” – d.d. 10 juni 2020 – mr. A.W. Dolphijn
Volgens de diverse toezichthoudende instanties in de zorgsector kunnen franchiseconstructies gezien worden als een niet-transparante bedrijfsconstructie waarbij het toezicht op professionele en intege
Artikel Franchiseplus: “Franchisegevers participeren in franchisenemers”- d.d. 3 juni 2020 – mr. A.W. Dolphijn
Steeds vaker participeren franchisegevers in de onderneming van de franchisenemer. Er zijn diverse voordelen te bedenken voor zowel de franchisenemer als de franchisegever.