Inbreuk exclusiviteitsrechten franchisenemer: franchisegever aansprakelijk – 18 oktober 2016 – mr. D.L. van Dam

Door Gepubliceerd Op: 18-10-2016Categorieën: Uitspraken & actualiteitenLabel: ,

Franchiseovereenkomsten bevatten veelal exclusiviteitsbepalingen die franchisenemers het exclusieve recht geven om in een specifiek gebied een onderneming te exploiteren conform de franchiseformule van de franchisegever. Dergelijke bepalingen behelzen een verbod voor de franchisegever om anderen het gebruik van de franchiseformule in het exclusieve gebied toe te staan.

Recentelijk werd in een kort geding procedure (zie rechtbank Gelderland, 9 september 2016, ECLI:NL:RBGEL:2016:5311) geprocedeerd over de gevolgen van een schending van het exclusiviteitsrecht van de franchisenemer. De franchisegever had een franchiseovereenkomst gesloten met een franchisenemer (hierna franchisenemer A) die op basis daarvan voor de duur van de franchiseovereenkomst gerechtigd was om de formule toe te passen in een straal van 5 kilometer rond de vestigingsplaats van de franchisenemer.

Ondanks de overeengekomen exclusiviteit had de franchisegever toch een franchiseovereenkomst met een andere franchisenemer (hierna: franchisenemer B) gesloten die hemelsbreed op een afstand van 4,65 kilometer was gevestigd. Nadat franchisenemer A de franchisegever hierop aansprak, stelde de franchisegever ten onrechte dat de franchiseovereenkomst met franchisenemer B eerder was gesloten dan de franchiseovereenkomst met franchisenemer A en dat derhalve franchisenemer B het oudste recht zou hebben.

De kort gedingrechter volgde de franchisegever echter niet in dit betoog en oordeelde dat de franchisegever gehouden was tot nakoming van de exclusiviteitsbepaling van franchisenemer A. In de procedure is vast komen te staan dat A eerder dan B een franchiseovereenkomst had gesloten. Volgens de kort gedingrechter is het echter niet relevant welke overeenkomst als eerste is aangegaan, aangezien op grond van het verbintenissenrecht ten aanzien van de rechten die de beide franchisenemers aan de franchiseovereenkomst jegens de franchisegever kunnen ontlenen geen rangorde bestaat. Franchisegever is dus jegens de beide franchisenemers gehouden tot nakoming van de franchiseovereenkomst.

De conclusie die de kort gedingrechter daar vervolgens aan verbindt is dat de franchisegever de uitvoering van de franchiseovereenkomst met franchisenemer B binnen twee dagen dient te staken. Dat de franchisegever daardoor mogelijk jegens franchisenemer B schadeplichtig zal worden is een omstandigheid die voor rekening en risico van de franchisegever dient te komen, aldus de kort gedingrechter.

Een franchisegever kan natuurlijk niet tweemaal hetzelfde recht verlenen ter zake van hetzelfde gebied. Hij kan het reeds verleende exclusiviteitsrecht niet nogmaals verlenen. De franchisenemer met het oudste exclusiviteitsrecht kan succesvol nakoming verlangen, maar de tweede franchisenemer zal aanspraak kunnen maken een op (forse) schadevergoeding.

De Nederlandse Franchise Code (NFC) gebiedt dat het exclusiviteitsgebied onaantastbaar is. Een franchisenemer kan in de toekomst dus ook hier een beroep op doen.

mr. D.L. van Dam – Franchiseadvocaat
Ludwig & Van Dam Franchise advocaten, franchise juridisch advies. Wilt u reageren? Ga naar vandam@ludwigvandam.nl

Andere berichten

Schadebegroting na onterechte beëindigen franchiseovereenkomst door franchisegever

In een arrest van de Hoge Raad van 15 september 2017, ECLI:NL:HR:2017:2372 (Franchisenemer/Coop) was aan de orde dat supermarktorganisatie Coop afspraken niet nagekomen was, waardoor de franchisenemer

Franchisegever verplicht tot verlenging franchiseovereenkomst

De rechtbank Rotterdam heeft op 6 september 2017, ECLI:NL:RBROT:2017:6975 (Misty /Bram Ladage) geoordeeld dat de weigering tot verlenging van een franchiseovereenkomst door een franchisegever

De (on)geldigheid van een postcontractueel concurrentiebeding in een franchiseovereenkomst: analogie met arbeidsrecht?

De rechtbank Gelderland heeft op 5 september 2017, ECLI:NL:RBGEL:2017:4565 een vonnis gewezen over onder meer de vraag of Bruna als franchisegever een beroep kon doen op het verbod voor een

Column Franchise+ – mr. J Sterk: “Rechtbank veroordeelt fastfoodketen tot verlenging franchiseovereenkomst

De zaak speelt begin dit jaar. De franchisenemer weigert al jaren de bij verlenging aangeboden nieuwe franchiseovereenkomst te ondertekenen aangezien deze een verslechtering van zijn rechtspositie met

Door Jeroen Sterk|01-09-2017|Categorieën: Franchise overeenkomsten, Geschillen beslechting, Uitspraken & actualiteiten|Label: , |

Geen geldig non-concurrentiebeding voor franchisenemer

Op 18 november 2016 heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Midden-Nederland, ECLI:NL:RBMNE:2016:7754, een vonnis gewezen in de kwestie waarbij aan de orde was of de franchisenemer gehouden

Franchise & Recht nr. 5 – Wet Acquisitiefraude en franchising

Per 1 juli 2016 is de Wet Acquisitiefraude ingevoerd. Hiermee zijn onder meer wijzigingen aangebracht in artikel 6:194 BW.

Door Ludwig en van Dam|10-08-2017|Categorieën: Franchise overeenkomsten, Geschillen beslechting, Prognose-problematiek, Uitspraken & actualiteiten|Label: , , |
Ga naar de bovenkant