Door Maaike Munnik en Remy Albers

Ludwig & Van Dam advocaten publiceert sinds 2008 periodiek franchisestatistieken over franchisegeschillen aan de hand van alle gepubliceerde gerechtelijke uitspraken. Op 3 oktober 2024 heeft Ludwig & Van Dam advocaten haar laatste onderzoek gepresenteerd op haar event ‘Franchisestatistieken actualiteiten en trends”. In dit onderzoek stond de vraag centraal wat de impact is van de nieuwe wetgeving (Wet franchise) op de jurisprudentie (uitspraken).

Geconcludeerd wordt dat de impact van de Wet franchise op de jurisprudentie statistisch gezien minimaal is. De inhoud van de jurisprudentie wordt wel steeds vaker ingekleurd door de nieuwe wetgeving.

Aantal (gepubliceerde) uitspraken

In het kader van het onderzoek naar de franchisestatistieken stelde wij onszelf de vraag of deze wetgeving impact zou hebben op het aantal geschillen dat zou worden voorgelegd aan de rechter. Dit is niet het geval. Ondanks de invoering van de Wet franchise per 1 januari 2021 zien wij in de periode rondom deze invoering (2019-2024) een stabiel beeld van rondom de 30-35 uitspraken per jaar.

Tabel 1: aantal gepubliceerde uitspraken per jaar in de periode 2008-2023

Elk jaar wordt opnieuw het meest geprocedeerd over bedingen in de franchiseovereenkomst (28%). Ook wordt met regelmaat een oordeel gevraagd aan de rechter omtrent conflicten over een kenmerkend franchisegeschil, te weten (ondeugdelijke) prognoses (15%). Sinds de doorvoering van de Wet franchise is tevens sprake van een stijging van geschillen omtrent de precontractuele fase. In de afgelopen drie jaar werd daarover zevenmaal geoordeeld door de rechter.

Wet franchise

Ondanks dat qua aantallen de Wet franchise geen impact lijkt te hebben op de franchisestatistieken is wel een trend waarneembaar waarbij de Wet franchise steeds vaker onderdeel is van een gerechtelijke procedure. Het omslagpunt is waarneembaar in 2023 en in 2024 zijn tot op heden zelfs meer uitspraken gepubliceerd waarbij de Wet franchise wel aan bod kwam dan niet. Dat deze trend pas twee jaar na de invoering van de Wet franchise zichtbaar is lijkt een logisch gevolg van de (lange) doorlooptijd van gerechtelijke procedures.

Tabel 2: aantal uitspraken waarbij wel of geen beroep is gedaan op de Wet franchise (tot en met 3 oktober 2024)

Wie Wint?

De vraag die eenieder in het kader van de Wet franchise uiteraard bezighoudt is of de Wet franchise impact heeft op de uitkomst van de procedure. Wint een franchisenemer vaker wanneer hij een beroep doet op de Wet franchise?

Over de periode van 2008 tot medio 2024 is sprake van een gelijke verdeling tussen de winst voor een franchisegever (47%) en franchisenemer (46%). In 7% van de gevallen delen de franchisegever en franchisenemer de winst.

In jaren 2019, 2020 en 2021 (voordat de impact van de Wet franchise zichtbaar is in de jurisprudentie) zien we dat de franchisegever overwegend meer zaken wint dan de franchisenemer, maar dat dit verschil beperkt is. In de jaren 2022, 2023 en 2024 is sprake van een omslag waarbij de franchisenemer overwegend meer zaken wint dat de franchisegever, maar ook dit verschil is beperkt. De impact van de Wet franchise is aldus minimaal, maar wel zichtbaar.

Onderwerp

Specifiek voor wat betreft de procedures die worden gevoerd waarbij gebruik wordt gemaakt van de Wet franchise constateren wij dat met name geprocedeerd wordt over het non-concurrentiebeding en de standstill-periode (precontractuele fase). Wij zien daarbij dat de rechter de standstill-periode (en dus de vier-weken-termijn) strikt toepast. Ook zijn diverse procedures gevoerd over het goed franchisegeverschap, welke open norm ogenschijnlijk een lagere drempel biedt voor veroordeling van de franchisegever ten opzichte van de algemene norm uit de wet: de redelijkheid en billijkheid.

Conclusie

Sinds de doorvoering van de Wet franchise zien wij statistisch gezien geen (substantiële) wijzigingen in de franchisestatistieken. Wel wordt (logischerwijs) steeds vaker een beroep gedaan op de Wet franchise door (met name) franchisenemers. Op basis van de cijfers lijken franchisenemers daarmee een klein steuntje in de rug te krijgen. De cijfers zijn echter niet overtuigend genoeg om te concluderen dat de franchisenemer als gevolg van de Wet franchise meer zaken wint.  De inhoud van de rechtspraak wordt inmiddels wel gekleurd door de Wet franchise. Hierdoor zien wij met name dat de franchisenemer met enige regelmaat een beroep doet op zijn rechten in het kader van de precontractuele fase.

Heeft u vragen over de franchisestatistieken? Neem dan gerust contact op met ons kantoor.

mr. R.C.W.L. Albers
Ludwig & Van Dam advocaten, franchise juridisch advies.
Wilt u reageren? Mail dan naar albers@ludwigvandam.nl

Andere berichten

Gedwongen naar een andere franchiseformule op het bestaande vestigingspunt?

Als een franchiseformule ophoudt te bestaan, bijvoorbeeld als deze ingelijfd wordt bij een andere organisatie, dan kan de vraag zijn of de franchisenemer dan ook verplicht is zich te laten inlijven in

Column Franchise+ – 50 procent meer rechtzaken in franchise

Uit de door Ludwig & Van Dam advocaten gepubliceerde Juridische Franchisestatistiek 2018 blijkt dat er toename is van 50% in het aantal uitspraken in rechtszaken dat in 2017 is gedaan ten opzichte van

Door Theodoor Ludwig|31-05-2018|Categorieën: Franchise statistieken, Uitspraken & actualiteiten|Label: |

Het voornemen tot franchisewetgeving nader beschouwd

Op 23 mei jl. informeerde Staatssecretaris, Mona Keijzer, de Tweede Kamer over de op handen zijnde franchisewetgeving. De Nationale Franchise Gids publiceerde daarover al eerder dit bericht.

Door Jeroen Sterk|28-05-2018|Categorieën: Franchise overeenkomsten, Uitspraken & actualiteiten|Label: |

Update franchisewetgeving

Op 23 mei 2018 heeft het kabinet aangegeven een wettelijke regeling voor te bereiden die een kader schept voor vier deelgebieden van de samenwerking tussen franchisegevers en franchisenemers die cruc

Door Alex Dolphijn|24-05-2018|Categorieën: Franchise overeenkomsten, Prognose-problematiek, Uitspraken & actualiteiten|Label: , |

Op het randje van het exclusieve rayon van een franchisenemer

Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden oordeelde op 15 mei 2018, ECLI:NL:GHARL:2018:4395, over de vraag of een franchisegever net over de rand van het exclusief toegekende beschermingsgebied een filiaal

Ga naar de bovenkant