Huurrecht en franchise: goedkeuring van afwijkende bedingen in de huurovereenkomst, ondanks wezenlijke aantasting en het ontbreken van een gelijkwaardige maatschappelijke positie tussen de huurder en verhuurder
franchisegever, franchisenemer, huurder
Rechtbank Rotterdam heeft onlangs uitspraak gedaan in een huurzaak waarin de verhuurder, de Markthal Rotterdam B.V., goedkeuring heeft verzocht van een aantal afwijkende huurbedingen in de huurovereenkomst met haar huurder.
Een afwijkend beding wordt alleen goedgekeurd indien het beding de rechten die de huurder aan afdeling 7.4.6 ontleent niet wezenlijk aantast of diens maatschappelijke positie in vergelijking met die van de verhuurder zodanig is dat hij de bescherming van afdeling 7.4.6 in redelijkheid niet behoeft.
Deze uitspraak van de rechtbank Rotterdam is bijzonder te noemen omdat er in het onderhavige geval juist wel sprake is van een wezenlijke aantasting van de rechten van de huurder en het ontbreken van een gelijkwaardige maatschappelijke positie. Doorslaggevend voor de goedkeuring door de kantonrechter was dat de rechten van de huurder door de verhuurder ondanks de afwijkende bedingen, toch voldoende zijn gewaarborgd onder meer door de lange looptijd van de huurovereenkomst, de geringe investeringen door de huurder en de toezegging van de verhuurder om na het einde van de huurovereenkomst vervangende bedrijfsruimte aan te bieden.
Franchisegever/verhuurder vragen regelmatig de kantonrechter om goedkeuring van afwijkende bedingen in de huurovereenkomst, bijvoorbeeld omdat zij de looptijd van de huurovereenkomst willen koppelen aan de looptijd van de franchiseovereenkomst of de looptijd van de hoofdhuurovereenkomst. Dat er tussen de franchisegever/verhuurder en de franchisenemer/huurder sprake is van een niet gelijkwaardige maatschappelijke positie is onbetwist en onveranderlijk. Waar een franchisegever/verhuurder wel wat aan kan doen om de goedkeuring te verkrijgen is er voor te zorgen dat er voldoende waarborgen zijn voor de franchisenemer/huurder. Zowel tijdens de looptijd van de huurovereenkomst maar ook daarna.
Mr A.C. van Engel – Franchiseadvocaat
Ludwig & Van Dam Franchise advocaten, franchise juridisch advies. Wilt u reageren? Mail naar vanengel@ludwigvandam.nl
Andere berichten
Franchisegever verplicht tot verlenging franchiseovereenkomst
De rechtbank Rotterdam heeft op 6 september 2017, ECLI:NL:RBROT:2017:6975 (Misty /Bram Ladage) geoordeeld dat de weigering tot verlenging van een franchiseovereenkomst door een franchisegever
De (on)geldigheid van een postcontractueel concurrentiebeding in een franchiseovereenkomst: analogie met arbeidsrecht?
De rechtbank Gelderland heeft op 5 september 2017, ECLI:NL:RBGEL:2017:4565 een vonnis gewezen over onder meer de vraag of Bruna als franchisegever een beroep kon doen op het verbod voor een
Column Franchise+ – mr. J Sterk: “Rechtbank veroordeelt fastfoodketen tot verlenging franchiseovereenkomst
De zaak speelt begin dit jaar. De franchisenemer weigert al jaren de bij verlenging aangeboden nieuwe franchiseovereenkomst te ondertekenen aangezien deze een verslechtering van zijn rechtspositie met
Geen geldig non-concurrentiebeding voor franchisenemer
Op 18 november 2016 heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Midden-Nederland, ECLI:NL:RBMNE:2016:7754, een vonnis gewezen in de kwestie waarbij aan de orde was of de franchisenemer gehouden
Franchise & Recht nr. 5 – Wet Acquisitiefraude en franchising
Per 1 juli 2016 is de Wet Acquisitiefraude ingevoerd. Hiermee zijn onder meer wijzigingen aangebracht in artikel 6:194 BW.
Moet een franchisenemer een nieuw model-franchiseovereenkomst accepteren?
De rechtbank Rotterdam heeft op 31 maart 2017, ECLI:NL:RBROT:2017:2457 in kort geding geoordeeld over de vraag of franchisegever Bram Ladage de franchiseovereenkomst met haar franchisenemer had