Huurrecht en franchise: goedkeuring van afwijkende bedingen in de huurovereenkomst, ondanks wezenlijke aantasting en het ontbreken van een gelijkwaardige maatschappelijke positie tussen de huurder en verhuurder

Door Gepubliceerd Op: 28-11-2014Categorieën: Uitspraken & actualiteitenLabel: , ,

franchisegever, franchisenemer, huurder 

Rechtbank Rotterdam heeft onlangs uitspraak gedaan in een huurzaak waarin de verhuurder, de Markthal Rotterdam B.V., goedkeuring heeft verzocht van een aantal afwijkende huurbedingen in de huurovereenkomst met haar huurder.

Een afwijkend beding wordt alleen goedgekeurd indien het beding de rechten die de huurder aan afdeling 7.4.6 ontleent niet wezenlijk aantast of diens maatschappelijke positie in vergelijking met die van de verhuurder zodanig is dat hij de bescherming van afdeling 7.4.6 in redelijkheid niet behoeft.

Deze uitspraak van de rechtbank Rotterdam is bijzonder te noemen omdat er in het onderhavige geval juist wel sprake is van een wezenlijke aantasting van de rechten van de huurder en het ontbreken van een gelijkwaardige maatschappelijke positie. Doorslaggevend voor de goedkeuring door de kantonrechter was dat de rechten van de huurder door de verhuurder ondanks de afwijkende bedingen, toch voldoende zijn gewaarborgd onder meer door de lange looptijd van de huurovereenkomst, de geringe investeringen door de huurder en de toezegging van de verhuurder om na het einde van de huurovereenkomst vervangende bedrijfsruimte aan te bieden.

Franchisegever/verhuurder vragen regelmatig de kantonrechter om goedkeuring van afwijkende bedingen in de huurovereenkomst, bijvoorbeeld omdat zij de looptijd van de huurovereenkomst willen koppelen aan de looptijd van de franchiseovereenkomst of de looptijd van de hoofdhuurovereenkomst. Dat er tussen de franchisegever/verhuurder en de franchisenemer/huurder sprake is van een niet gelijkwaardige maatschappelijke positie is onbetwist en onveranderlijk. Waar een franchisegever/verhuurder wel wat aan kan doen om de goedkeuring te verkrijgen is er voor te zorgen dat er voldoende waarborgen zijn voor de franchisenemer/huurder. Zowel tijdens de looptijd van de huurovereenkomst maar ook daarna.

 

Mr A.C. van Engel – Franchiseadvocaat  

Ludwig & Van Dam Franchise advocaten, franchise juridisch advies. Wilt u reageren? Mail naar vanengel@ludwigvandam.nl

Andere berichten

Seminar mrs. J. Sterk en M. Munnik – Donderdag 2 november 2017: “Belangrijke juridische ontwikkelingen voor franchisegevers”

Advocaten Jeroen Sterk en Maaike Munnik van Ludwig & Van Dam Advocaten praten u bij over de status van en de ontwikkelingen rondom De Nederlandse Franchise Code en de Wet Acquisitiefraude.

Door Jeroen Sterk|02-11-2017|Categorieën: Franchise overeenkomsten, Prognose-problematiek, Uitspraken & actualiteiten|Label: , |

Goodwill bij einde franchiseovereenkomst

In een kwestie bij het gerechtshof Amsterdam 26 september 2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:3900 (Seal & Go) vorderde een franchisenemer een vergoeding van goodwill (ex artikel 7:308 BW) nadat de

Doorbelasting te hoge kostprijs als verborgen franchise fee

Uit een tussenvonnis van de rechtbank Den Haag van 30 augustus 2017, ECLI:NL:RBDHA:2017:10597 (Happy Nurse) blijkt dat de rechtbank zich gebogen heeft over de vraag of de door de franchisegever aan de

Schadebegroting na onterechte beëindigen franchiseovereenkomst door franchisegever

In een arrest van de Hoge Raad van 15 september 2017, ECLI:NL:HR:2017:2372 (Franchisenemer/Coop) was aan de orde dat supermarktorganisatie Coop afspraken niet nagekomen was, waardoor de franchisenemer

Ga naar de bovenkant