Huurrecht en franchise: goedkeuring van afwijkende bedingen in de huurovereenkomst, ondanks wezenlijke aantasting en het ontbreken van een gelijkwaardige maatschappelijke positie tussen de huurder en verhuurder
franchisegever, franchisenemer, huurder
Rechtbank Rotterdam heeft onlangs uitspraak gedaan in een huurzaak waarin de verhuurder, de Markthal Rotterdam B.V., goedkeuring heeft verzocht van een aantal afwijkende huurbedingen in de huurovereenkomst met haar huurder.
Een afwijkend beding wordt alleen goedgekeurd indien het beding de rechten die de huurder aan afdeling 7.4.6 ontleent niet wezenlijk aantast of diens maatschappelijke positie in vergelijking met die van de verhuurder zodanig is dat hij de bescherming van afdeling 7.4.6 in redelijkheid niet behoeft.
Deze uitspraak van de rechtbank Rotterdam is bijzonder te noemen omdat er in het onderhavige geval juist wel sprake is van een wezenlijke aantasting van de rechten van de huurder en het ontbreken van een gelijkwaardige maatschappelijke positie. Doorslaggevend voor de goedkeuring door de kantonrechter was dat de rechten van de huurder door de verhuurder ondanks de afwijkende bedingen, toch voldoende zijn gewaarborgd onder meer door de lange looptijd van de huurovereenkomst, de geringe investeringen door de huurder en de toezegging van de verhuurder om na het einde van de huurovereenkomst vervangende bedrijfsruimte aan te bieden.
Franchisegever/verhuurder vragen regelmatig de kantonrechter om goedkeuring van afwijkende bedingen in de huurovereenkomst, bijvoorbeeld omdat zij de looptijd van de huurovereenkomst willen koppelen aan de looptijd van de franchiseovereenkomst of de looptijd van de hoofdhuurovereenkomst. Dat er tussen de franchisegever/verhuurder en de franchisenemer/huurder sprake is van een niet gelijkwaardige maatschappelijke positie is onbetwist en onveranderlijk. Waar een franchisegever/verhuurder wel wat aan kan doen om de goedkeuring te verkrijgen is er voor te zorgen dat er voldoende waarborgen zijn voor de franchisenemer/huurder. Zowel tijdens de looptijd van de huurovereenkomst maar ook daarna.
Mr A.C. van Engel – Franchiseadvocaat
Ludwig & Van Dam Franchise advocaten, franchise juridisch advies. Wilt u reageren? Mail naar vanengel@ludwigvandam.nl
Andere berichten
Koppeling franchiseovereenkomst en huurovereenkomst onzeker? – d.d. 14 oktober 2019 – mr K. Bastiaans
Het is binnen een franchiserelatie geen uitzondering dat partijen overeenkomen dat de franchiseovereenkomst en de huurovereenkomst onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn.
Beëindiging franchiseovereenkomst bij wijzigingen in gehuurde winkelruimte – 27 september 2019 – mr. A.W. Dolphijn
Opzegging van een franchiseovereenkomst in het licht van het substantieel wijzigen van de gehuurde winkelruimte.
Artikel De Nationale Franchisegids: “Verdeling van (potentiële) klanten verboden?” – 17 september 2019 – mr. A.W. Dolphijn
Binnen veel franchiseorganisaties worden afspraken gemaakt over de werving van (potentiële) klanten in een bepaald gebied.
Rayonbescherming geen bescherming tegen beëindiging wegens dringend eigen gebruik – d.d. 17 september 2019 – mr. A.W. Dolphijn
Kan franchisegever als verhuurder de huurovereenkomst beëindigen wegens dringend eigen gebruik, in de zin van rayonbescherming, terwijl dit op grond van de franchiseovereenkomst uitgesloten zou zijn.
Onredelijke vergoeding bij einde franchiseovereenkomst – d.d. 17 september 2019 – mr. A.W. Dolphijn
In sommige franchiseovereenkomsten is bedongen dat de franchisenemer bij beëindiging van de franchiseovereenkomst altijd minimaal een bepaald bedrag aan kosten verschuldigd is aan de franchisegever.
Juridische Franchisestatistiek 2019: lichte afname aantal franchisegeschillen
In 2018 werden 44 uitspraken gepubliceerd op rechtspraak.nl, waarvan 12 hoger beroep zaken en één in cassatie (een prognosekwestie tegen Albert Heijn).