Huurprijsverlaging en coronacrisis – d.d. 25 maart 2020 – mr. Th.R. Ludwig

Door Gepubliceerd Op: 25-03-2020Categorieën: Uitspraken & actualiteiten

In deze voor franchisegevers en franchisenemers zo turbulente tijd worden velen geconfronteerd met doorlopende verplichtingen die problematisch zijn geworden. Voor personeelslasten is van overheidswege een noodmaatregel afgekondigd. Voor andere verplichtingen, zoals huurbetaling, bestaat een dergelijke regeling (nog) niet. Wat nu te doen?

Kort en goed kan overwogen worden een beroep te doen op onvoorziene omstandigheden. Immers, er is sprake van omstandigheden die ten tijde van het sluiten van de huurovereenkomst partijen nog niet bekend waren. Voorts zijn de omstandigheden onvoorzien en zijn deze niet reeds in de huurovereenkomst verdisconteerd. Dit ligt anders wanneer epidemieën et ceteraexpliciet benoemd zijn in de huurovereenkomst als zijnde geen reden om de huurprijs ter discussie te stellen. Daarnaast dient het ongewijzigd in stand houden van de huurovereenkomst in strijd te zijn met de redelijkheid en billijkheid en dienen deze omstandigheden niet voor rekening van de huurder te komen. In deze laatste twee criteria zit de essentie. Ook de verhuurder heeft zijn belang. Een beroep op onvoorziene omstandigheden wordt in de rechtspraktijk doorgaans slechts bij hoge uitzondering toegelaten.

Door het coronavirus is er evenwel sprake van een hoogst uitzonderlijke situatie. Bepleitbaar is dat ongewijzigde instandhouding van de huurovereenkomst niet voor rekening van de huurder dient te komen wanneer bijvoorbeeld het gehuurde verplicht is gesloten vanwege de corona- pandemie. Hierbij spelen tevens de maatschappelijke en persoonlijke belangen  in iedere situatie een belangrijke rol. Hoe de pijn wordt verdeeld valt echter niet op voorhand met zekerheid te zeggen. Daarbij is een belangrijke rol weggelegd voor de redelijkheid en billijkheid. Dit pleit er bijvoorbeeld voor om een significante huurreductie te verzoeken aan de verhuurder in dit stadium. Een eventuele honorering in rechte op grond van onvoorziene omstandigheden zal overigens niet alleen huurvermindering tot gevolg kunnen hebben. Ook zou de huurder dan uitstel van betaling kunnen vorderen. Concreet doet de huurder, of deze nu franchisegever of franchisenemer is, er verstandig aan thans zo snel mogelijk een verzoek tot relevante huurverlaging te doen in de hoop dat in deze brisante tijden verhuurders, franchisegevers en franchisenemers elkaar zo snel mogelijk zullen vinden.

Het leerstuk van onvoorziene omstandigheden kan eventueel ook van toepassing zijn op overige verplichtingen zoals bijvoorbeeld onderhoudscontracten, fee-verplichtingen tussen franchisegever en franchisenemers et cetera. In alle gevallen geldt op dit moment: delicaat en voortvarend handelen, in zorgvuldig overleg.

Vanzelfsprekend houden wij ons beschikbaar voor gewenste assistentie in deze.

Mr. Th.R. Ludwig  – franchiseadvocaat

Ludwig & Van Dam Franchise advocaten, franchise juridisch advies. Wilt u reageren? Neem contact met ons op via info@ludwigvandam.nl

Andere berichten

Mag een franchisenemer samenwonen met een concurrerende ondernemer?

Kan een franchisenemer een non-concurrentiebeding overtreden door samen te wonen met iemand die een concurrerende onderneming drijft? De rechtbank Midden-Nederland heeft op 12 januari 2018

Geen exclusief verzorgingsgebied, toch exclusiviteit voor franchisenemer

In het vonnis van de rechtbank Noord-Holland d.d. 18 april 2018, ECLI:NL:RBNHO:2018:3268, werd geoordeeld over het exclusiviteitsgebied van een franchisenemer.

Opzegging of ontbinding franchiseovereenkomst door franchisenemer

In beginsel kunnen franchiseovereenkomsten tussentijds eindigen door bijvoorbeeld opzegging of ontbinding. De rechtbank Overijssel heeft op 21 maart 2018, ECLI:NL:RBOVE:2018:1335 geoordeeld over

Column Franchise + – mr. Th.R. Ludwig: “Fictieve dienstbetrekking: Wet DBA verschuift verantwoordelijkheid”

De Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (Wet DBA) is nu enige tijd van kracht.

Ga naar de bovenkant