Hoge Raad bevestigt toestaan verkoop franchisenemer buiten exclusief rayon

 

Hoge Raad

Franchisenemer acquireert en verkoopt buiten zijn rayon, in gebieden die nog niet zijn uitgegeven aan andere franchisenemers. Franchisegever maakt bezwaar tegen deze gang van zaken en verzoekt hen onder het voorbehoud van ontbinding van de franchiseovereenkomst hiermee te stoppen. Partijen maken nadere afspraken hoe met de problematiek om te gaan. Uiteindelijk mondt een en ander uit in een conflict waarbij franchisegever het franchisecontract buitengerechtelijk ontbindt. Tijdens een bij de rechtbank gehouden zitting is zowel door de franchisegever als de franchisenemer naar voren gebracht dat het franchisenemer was toegestaan om te werken in rayons die nog aan niemand waren toebedeeld. Uiteindelijk houdt de stelling van franchisegever dat het franchisenemer niet was toegestaan dit te doen dan ook zowel bij de rechtbank als in hoogste instantie, te weten de Hoge Raad, geen stand.

 

NB: franchisegever en franchisenemer hadden niet eens overeen hoeven komen dat het franchisenemer was toegestaan actief te zijn in rayons die nog niet waren toegedeeld, behoudens bijzonder afwijkende afspraken in dit kader. Op mededingingsrechtelijke gronden is dit een franchisenemer namelijk altijd toegestaan en mag een franchisenemer hier in beginsel niet in worden beperkt, tenzij een genuanceerde regeling, bijvoorbeeld reservering van de gebieden voor franchisegever zelf, nader tussen franchisegever en franchisenemer is overeengekomen.

 

Mr Th.R. Ludwig – Franchise advocaat                                 Ludwig & Van Dam Franchise advocaten, franchise juridisch advies Wilt u reageren? Mail naar ludwig@ludwigvandam.nl

Andere berichten

Inbreuk op exclusief verzorgingsgebied door franchisegever in verband met formulewijziging d.d. 27 februari 2017

Op 30 januari 2017 heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Noord-Holland, ECLI:NL:RBNHO:2017:688 (Intertoys/franchisenemer) de vraag voorgelegd gekregen hoe omgegaan moet worden met het

Prognoses bij startup franchiseformule

Het gerechtshof Amsterdam oordeelde op 14 februari 2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:455 (Tot Straks/franchisenemer) over de vraag of de franchisegever een ondeugdelijke prognose verschaft had en de

Verplicht overdragen franchiseonderneming aan franchisegever?

De rechtbank Amsterdam heeft op 23 januari 2017, ECLI:NL:RBAMS:2017:412 (CoffeeCompany/Dam Spirit B.V.) een vonnis gewezen over de vraag of een franchisenemer bij een beëindiging van de samenwerking

Overdracht klantendata aan franchisegever

Het gerechtshof Amsterdam oordeelde in het arrest van 10 januari 2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:68 (OnlineAccountants.nl) onder meer over de vraag hoe klantendata moet worden overgedragen.

Uitverkoop bij bedrijfsbeëindiging franchisenemer – wie krijgt de uitverkoopopbrengst?

In het vonnis van de rechtbank Noord-Nederland d.d.12 oktober 2016, ECLI:NL:RBNNE:2016:5061 (Bewindvoerder/Expert Groep en Rabobank) stond de vraag centraal of de franchisegever tezamen met de bank

Column Franchise+ – mr. Th.R. Ludwig: “Rechter: zorgplicht franchisegever vergelijkbaar met die van een bank”

Diverse uitspraken in 2016 hebben duidelijk gemaakt hoe hoog de zorgvuldigheidsnorm voor een franchisegever jegens zijn franchisenemers ligt.

Ga naar de bovenkant