Hoe komt de (onder)huurovereenkomst tot stand?

Zoals bekend is het huurrecht voor een groot deel onderworpen aan (semi) dwingend recht. Dit betekent dat verhuurder en (onder)huurder gebonden zijn aan het stelsel van de wet waar het betreft tal van rechten en verplichtingen over en weer. Betekent dit echter ook dat er pas een huurovereenkomst tot stand is gekomen wanneer er sprake is van een getekende huurovereenkomst?
Onlangs is deze vraag in rechte aan de orde gekomen. In kwestie was door partijen een intentieverklaring getekend met betrekking tot de relevante ruimte, de toepasselijke huurtermijn, de datum van ingang van de huur en het door de verhuurder aan te bieden opleveringsniveau. Tevens is de intentieverklaring ondertekend als “huurder” en “verhuurder”.
Wanneer partijen langs deze weg overeenstemming hebben bereikt omtrent de huurvoorwaarden betekent dit dat er wel degelijk reeds dan een huurovereenkomst tot stand is gekomen. Hiervoor is een getekende overeenkomst, bij bijbehorende algemene voorwaarden, dus niet noodzakelijk. Dat bedoelde intentieverklaring “huurverklaring” als kwalificatie kent maakt niet uit voor het aan- of afwezig zijn van een volwaardige huurovereenkomst.

Overigens is het goed te realiseren dat er ook dan sprake is van een “onder”huurovereenkomst wanneer de (onder)huurder feitelijk gebruikt maakt van het gehuurde, zoals ter beschikking gesteld door verhuurder. Het maakt daarbij niet uit of er sprake is van enige vorm van schriftelijke overeenkomst. Reeds door gedragingen van partijen kan een huurovereenkomst tot stand zijn gekomen. Dit komt nogal eens voor bij franchise-overeenkomsten waarbij zonder meer bedrijfsruimte ter beschikking wordt gesteld aan de franchisenemer/onderhuurder. Daarbij is in lang niet alle gevallen sprake van een formele, schriftelijke, (onder)huurovereenkomst. Toch is deze wel degelijk tussen partijen feitelijk bestaand. Hetzelfde kan overigens betoogd worden voor een franchise-overeenkomst. Is deze niet gesloten, maar gedragen partijen zich er wel naar en komen zij alle rechten en verplichtingen, zoals bekend tussen elkaar, gedurig jegens elkaar na, dan is er ook wel degelijk sprake van een volwaardige franchise-overeenkomst.

Het moge duidelijk zijn dat franchisegever en franchisenemer er verstandig aan doen zowel de franchise-overeenkomst als de (onder)huurovereenkomst, met bijbehorende algemene voorwaarden goed vast te leggen alvorens van start te gaan. Dit voorkomt nodeloze interpretaties en mogelijk zelfs problemen gaandeweg de rit of achteraf.

Ludwig & Van Dam franchise advocaten, franchise juridisch advies

Andere berichten

Column Franchise+ – 50 procent meer rechtzaken in franchise

Uit de door Ludwig & Van Dam advocaten gepubliceerde Juridische Franchisestatistiek 2018 blijkt dat er toename is van 50% in het aantal uitspraken in rechtszaken dat in 2017 is gedaan ten opzichte van

Door Theodoor Ludwig|31-05-2018|Categorieën: Franchise statistieken, Uitspraken & actualiteiten|Label: |

Het voornemen tot franchisewetgeving nader beschouwd

Op 23 mei jl. informeerde Staatssecretaris, Mona Keijzer, de Tweede Kamer over de op handen zijnde franchisewetgeving. De Nationale Franchise Gids publiceerde daarover al eerder dit bericht.

Door Jeroen Sterk|28-05-2018|Categorieën: Franchise overeenkomsten, Uitspraken & actualiteiten|Label: |

Update franchisewetgeving

Op 23 mei 2018 heeft het kabinet aangegeven een wettelijke regeling voor te bereiden die een kader schept voor vier deelgebieden van de samenwerking tussen franchisegevers en franchisenemers die cruc

Door Alex Dolphijn|24-05-2018|Categorieën: Franchise overeenkomsten, Prognose-problematiek, Uitspraken & actualiteiten|Label: , |

Op het randje van het exclusieve rayon van een franchisenemer

Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden oordeelde op 15 mei 2018, ECLI:NL:GHARL:2018:4395, over de vraag of een franchisegever net over de rand van het exclusief toegekende beschermingsgebied een filiaal

Mag een franchisenemer samenwonen met een concurrerende ondernemer?

Kan een franchisenemer een non-concurrentiebeding overtreden door samen te wonen met iemand die een concurrerende onderneming drijft? De rechtbank Midden-Nederland heeft op 12 januari 2018

Ga naar de bovenkant