Hoe behoud ik mijn vestigingsplaats? – 6 juni 2019 – mr. K. Bastiaans

Voor franchisegevers en franchisenemers is, met name in de detailhandel, de vestigingsplaats van groot belang. Dit omdat een ondernemer, zeker met betrekking tot de omzet, in veel gevallen voor een groot deel afhankelijk is van klantenstromen. Het is belangrijk om te realiseren dat aan het verkrijgen en behouden van een vestigingsplaats verschillende juridische aspecten kleven.

Beheerders, overheden en eigenaren van winkelpanden, winkelgebieden en winkelcentra proberen met brancheringsregels ordening aan te brengen in het winkelaanbod. Met een gevarieerd en verspreid winkelbeeld wordt getracht zoveel mogelijk klantenstromen in goede banen te leiden. Dergelijke brancheringsregels blijken niet altijd geldig te zijn. Zo is onlangs een gemeente op de vingers getikt die de uitoefening van een detailhandelsactiviteit afhankelijk stelde van het bewijs dat er een economische behoefte of marktvraag bestaat.

Bij de huur van winkelruimte in winkelcentra wordt met enige regelmaat een clausule opgenomen waarin wordt bepaald dat de verhuurder verplicht is om binnen het winkelcentrum te zorgen voor een evenwichtige brancheverdeling. Dit heeft echter niet tot gevolg dat de huurder erop kan en mag vertrouwen dat een dergelijke branchering tegelijkertijd exclusiviteit waarborgt, ook is dit mededingingsrechtelijk slechts beperkt toegestaan. Immers, de branchering kan (gaandeweg) veranderen.

Ook op andere manieren kan grip worden uitgeoefend op een vestigingspunt. Zo kan de verhuurder van een bedrijfsruimte in de huurovereenkomst opnemen voor welk doel de bedrijfsruimte uitsluitend gebruikt mag worden (bestemming van het gehuurde). Daarin kan ook worden opgenomen dat de ruimte enkel voor een bepaalde franchiseformule gebruikt mag worden. Naarmate de bedrijfsruimte belangrijker wordt voor de formule, ziet men ook dat franchisegevers een koopoptie op de onderneming of inventaris van de winkel proberen te bedingen om zo de exploitatie van de formule in het vestigingspunt veilig te stellen.

Franchisenemers zullen op hun beurt een bepaalde waarborg ten aanzien van hun vestigingspunt willen zien. Dit kan worden bewerkstelligd door bijvoorbeeld een bepaald exclusief rayon overeen te komen. Indien een dergelijke afspraak ontbreekt, heeft dit echter nog niet tot gevolg dat het een franchisegever of een verhuurder is toegestaan om de franchisenemer of de huurder (in belangrijke mate) te beconcurreren.

In de praktijk komt het voor dat vestigingsplaatsen door huurders of andere gebruikers worden ‘afgeschermd’. Hiermee wordt gedoeld op de situatie dat als een ondernemer naar een andere nabijgelegen locatie wil verhuizen, afgesproken wordt dat op de oude (oorspronkelijke) locatie hoe dan ook geen concurrerende activiteit zal worden gevestigd. Op die manier wordt geprobeerd om concurrentie buiten te deur te houden. Het is echter maar de vraag of een dergelijke wijze van afschermen door de beugel kan en in een procedure stand zal houden.

De strijd om goede vestigingspunten is dan ook niet eenvoudig maar een juridisch complexe aangelegenheid. Ter versteviging van de grip op het vestigingspunt lijkt er zowel voor franchisegever als franchisenemer een hoop mogelijk te zijn. Hierbij dient wel te worden opgemerkt dat er steeds diverse randvoorwaarden zullen zijn die deze mogelijkheden kunnen beperken. Het is dan uiteindelijk ook de vraag of de grip op vestigingspunten maximaal gewaarborgd kan worden.

Mr. K. Bastiaans – franchiseadvocaat

Ludwig & Van Dam Franchise advocaten, franchise juridisch advies. Wilt u reageren?
Ga naar bastiaans@ludwigvandam.nl

Andere berichten

Franchisegever aansprakelijk voor fouten van een franchisenemer? – mr. A.W. Dolphijn – d.d. 23 november 2020

Een franchiseorganisatie verzocht de rechtbank te verklaren dat de franchisgever niet aansprakelijk is als een franchisenemer een ernstige fout zou hebben gemaakt bij een klant.

Door Alex Dolphijn|23-11-2020|Categorieën: Uitspraken & actualiteiten|

Concurrentieverbod in de franchiseovereenkomst ontduiken – mr. A.W. Dolphijn – d.d. 10 november 2020

Een concurrentieverbod in een franchiseovereenkomst wordt door franchisenemers vaak als bezwaarlijk ervaren, temeer als het concurrentieverbod ook geldt na afloop van de franchiseovereenkomst.

Artikel Franchise+ – “Hoe kom ik van mijn schulden af: Ook voor franchisenemers en franchisegevers” – mr. A.W. Dolphijn – d.d. 20 oktober 2020

Ook voor franchisenemers en franchisegevers die in financieel zwaar weer verkeren, kan een reorganisatie noodzakelijk zijn om te kunnen blijven voortbestaan.

Door Alex Dolphijn|20-10-2020|Categorieën: Uitspraken & actualiteiten|

Artikel De Nationale Franchise Gids: “Verplichting tot herinvesteringen voor franchisenemers kent grenzen” – d.d. 13 oktober 2020 – mr. R.C.W.L. Albers

In de praktijk komt het geregeld voor dat franchisegevers ervoor kiezen om hun franchiseformule en de daarbij passende uitstraling te vernieuwen

Rechter anticipeert op Wet franchise: geen verplichte formulewijziging (zonder drempelwaarde)

De rechtbank Amsterdam oordeelt dat een franchisenemer van Blokker niet verplicht is tot vernieuwing van de winkel volgens de nieuwste formule-uitgangspunten, zoals door Blokker opgedragen is.

Door Alex Dolphijn|05-10-2020|Categorieën: Uitspraken & actualiteiten|
Ga naar de bovenkant