Het verrekenen van vorderingen tussen franchisegever en franchisenemer
Het lijkt zo voor de hand te liggen. U heeft een vordering op iemand die ook nog geld van u krijgt en u spreekt af dat degene de het hoogste bedrag te betalen heeft het meerdere van de eigen vordering aan de ander betaald. Bijvoorbeeld, u heeft een vordering op A van € 100,00 en A heeft een vordering op u van € 75,00 dan betaalt A u een bedrag van € 25,00. De vorderingen worden dan verrekend.
Ook het wetboek voorziet in deze mogelijkheid. Vanaf artikel 6:127 van het Burgerlijk Wetboek is de verrekening geregeld.
De wet regelt dat u een beroep op verrekening kunt doen. Die mogelijkheid bestaat wanneer vorderingen zijn ontstaan uit dezelfde rechtsverhouding, hetgeen betekent dat vorderingen op basis van verschillende overeenkomsten in principe niet met elkaar kunnen worden verrekend. Wanneer u met uw franchisegever zowel een huurovereenkomst als een franchiseovereenkomst heeft afgesloten zou dat dus betekenen dat de vordering die is gebaseerd op de huurovereenkomst niet kan worden verrekend met een vordering op basis van de franchiseovereenkomst. Vaak zijn deze twee overeenkomsten aan elkaar gekoppeld. Die koppeling kan meer of minder expliciet in de overeenkomsten zijn opgenomen. Bij een koppeling van overeenkomsten is verrekening van de vorderingen wel weer mogelijk.
Het is dus raadzaam om voor u vorderingen zou gaan verrekenen de overeenkomsten na te kijken op de aanwezigheid van een koppeling. Overigens is het sowieso raadzaam te bekijken of het verrekenen van vorderingen niet in de overeenkomst is uitgesloten.
In de praktijk komt het bovendien veel voor dat verrekening niet wordt aangekondigd, maar gewoon wordt gedaan. Dit is niet de juiste weg en levert zelfs wanprestatie op. Van belang is dat verrekening expliciet wordt aangekondigd. Ik adviseer u om dit schriftelijk vast te leggen zodat achteraf geen onduidelijkheid kan bestaan over de status van de vorderingen.
Wilt u vorderingen verrekenen met elkaar verrekenen dan kan ik u verwijzend naar het bovenstaande de volgende tips meegegeven:
– Ga in uw overeenkomst na of verrekenen niet is uitgesloten;
– Ga in het geval van meerdere overeenkomsten na of er sprake is van een koppeling van de overeenkomsten;
– Bericht indien u franchisenemer bent uw franchisegever schriftelijk dat u verrekent;
– Bij twijfel kunt u als franchisenemer met uw franchisegever de mogelijkheid van verrekening bespreken.
Ludwig & Van Dam franchise advocaten, franchise juridisch advies
Andere berichten
Supermarktbrief – 25
Supermarktnieuwsbrief nr. 25
De toetsingsmaatstaf voor franchiseprognoses – d.d. 29 mei 2019 – mr. A.W. Dolphijn
Het hof Den Bosch heeft op 19 maart 2019, ECLI:NL:GHSHE:2019:1037, de rechtspraak van de Hoge Raad over prognose bij franchising op een rij gezet.
Arbitrage binnen franchise: een te hoge drempel? – mr. M. Munnik
Bij het aangaan van een overeenkomst is het voor partijen mogelijk – in afwijking van de wet - om een bevoegde rechter aan te wijzen. Dit geldt ook voor de franchiseovereenkomst. Van deze mogelijkheid
Beroep franchisenemer op dwaling wegens ondeugdelijke prognoses en gebrek aan ondersteuning verworpen – d.d. 25 april 2019 – mr. K. Bastiaans
Het Hof ’s-Hertogenbosch oordeelde (ECLI:NL:GHSHE:2019:697) over de vraag of het enkele feit dat prognoses niet zijn uitgekomen, de conclusie rechtvaardigt dat de franchisenemer tekort is gedaan...
Artikel De Nationale Franchise Gids: “Steeds meer bescherming tegen ronselen franchisenemers” – d.d. 2 april 2019 – mr. A.W. Dolphijn
Steeds vaker blijkt dat geronselde franchisenemers beschermd kunnen worden op basis van de Wet Acquisitiefraude.
De franchisenemersvereniging en de binding van franchisenemers – Contracteren 2019, nr. 1
Een bijdrage over veelvoorkomende bepalingen in franchiseovereenkomsten waarbij is bepaald dat een franchisenemer verplicht lid is van een franchisenemersvereniging.