Het onopzettelijke incidentele gebruik van een merk door de voormalige franchisenemer

Door Gepubliceerd Op: 24-03-2016Categorieën: Uitspraken & actualiteiten

In het vonnis van de rechtbank Gelderland van 9 maart 2016, ECLI:NL:RBGEL:2016:1691 (ERA Nederland/Houvast Makelaardij) gaat over een situatie waarin een franchisenemer de franchiseovereenkomst met de franchisegever had beëindigd. De franchisegever bevestigde de beëindiging. De
franchisenemer was er op gewezen dat zij alle verwijzingen naar ERA uit haar bedrijfsvoering diende te verwijderen. De voormalig franchisenemer heeft aangevoerd actief de merken van ERA te hebben verwijderd en zich verder ook daartoe te hebben ingespannen. Desalniettemin zijn er onopzettelijke incidentele merken van ERA in gebruik gebleven, veroorzaakt door drukte en slordigheid, aldus de voormalig franchisenemer. Zo zijn op enkele plekken ongewild ERA uitingen zichtbaar gebleven op foto’s op de website van de voormalig franchisenemer en op die van Funda en op te koop borden en posters van panden die de voormalig franchisenemer in beheer heeft.

Vorenbedoelde gebruik levert volgens de voorzieningenrechter merkinbreuk op ex artikel 2.20 lid 1 sub a BVIE. Het ontbreken van kwade wil of opzet aan de zijde van de voormalig franchisenemer doet aan die inbreuk niet af. Opzet is niet vereist voor het aannemen van een inbreuk. Dat het ongeoorloofde merkgebruik niet op grote schaal zou hebben plaatsgevonden doet aan de inbreuk evenmin af. De schade wordt op grond van artikel 2.21 lid 2 sub b BVIE vastgesteld als een forfaitair bedrag op basis van de licentievergoeding die volgens de beëindigde franchiseovereenkomst verschuldigd zou zijn geweest indien de gewezen franchisenemer toestemming had gevraagd en gekregen om de ERA merken te gebruiken. 

Uit deze uitspraak volgt dat van belang is te realiseren dat in beginsel ook het onopzettelijk en incidenteel blijven gebruiken van merkenrechten van de voormalig franchisegever gesanctioneerd kan worden.

Mr. A.W. Dolphijn – Franchiseadvocaat

Ludwig & Van Dam Franchise advocaten, franchise juridisch advies.

Wilt u reageren? Ga naar dolphijn@ludwigvandam.nl

Andere berichten

Artikel De Nationale Franchise Gids: “Waarom hoofdelijke aansprakelijkheid bv naast privé?” – d.d. 7 januari 2020 – mr. A.W. Dolphijn

Van franchisenemers wordt vaak gevraagd de franchiseovereenkomst mede te ondertekenen, naast hun franchise bv. Soms weigeren franchisenemers dat en wordt de franchiseovereenkomst niet getekend.

Ludwig & Van Dam Advocaten staat franchisenemers Sandd bij: Franchisenemers Sandd vechten postmonopolie aan voor de rechter – d.d. 12 november 2019 – mr. A.W. Dolphijn

De Vereniging Franchisenemers van Sandd (VFS) vecht bij de rechtbank in Rotterdam het besluit aan van staatssecretaris Mona Keijzer om de postfusie tussen PostNL en Sandd goed te keuren.

Door Alex Dolphijn|12-11-2019|Categorieën: Uitspraken & actualiteiten|Label: , |

Franchisenemer klem door concurrentiebeding? – d.d. 21 oktober 2019 – mr. A.W. Dolphijn

De rechtbank Oost-Brabant heeft beslist dat een franchisenemer bij tussentijdse beëindiging van de franchiseovereenkomst toch gehouden was aan het opgenomen concurrentieverbod.

Koppeling franchiseovereenkomst en huurovereenkomst onzeker? – d.d. 14 oktober 2019 – mr K. Bastiaans

Het is binnen een franchiserelatie geen uitzondering dat partijen overeenkomen dat de franchiseovereenkomst en de huurovereenkomst onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn.

Door mr. K. Bastiaans|14-10-2019|Categorieën: Franchise-kenniscentrum/ Nationale Franchise- en Formulebrief-publicaties|

Beëindiging franchiseovereenkomst bij wijzigingen in gehuurde winkelruimte – 27 september 2019 – mr. A.W. Dolphijn

Opzegging van een franchiseovereenkomst in het licht van het substantieel wijzigen van de gehuurde winkelruimte.

Ga naar de bovenkant