Het niet verstrekken van de aan de prognoses ten grondslag liggende gegevens rechtvaardigen ontbinding

Het niet verstrekken van aan de prognoses ten grondslag gelegde informatie kan, zelfs als de samenwerking nog niet is begonnen, leiden tot een gerechtvaardigde ontbinding van de franchiseovereenkomst op voorhand.

Rechtbank Arnhem

Een dierenarts overweegt zich aan te sluiten bij een franchiseorganisatie gericht op gezelschapsdierenklinieken en sluit daartoe een (voor)overeenkomst. Onderdeel daarvan is de hulp bij verkrijgen van een financiering en het opstellen van prognoses.

Na het ondertekenen van de voor- en licentieovereenkomst blijkt de dierenarts dat het voorgehouden financieringsarrangement niet meer bestaat. Om alsnog een financiering te kunnen verkrijgen en de risico`s goed te kunnen inschatten, vraagt de dierenarts om alle aan de prognoses ten grondslag liggende stukken te overleggen. Deze worden hem, ondanks herhaald verzoek, echter niet gegeven, waarop de dierenarts uiteindelijk het geheel aan overeenkomsten, op voorhand, ontbindt.

De franchiseorganisatie vordert vervolgens schadevergoeding wegens het niet nakomen van de overeenkomsten. De dierenarts vordert de al gedane betalingen en gemaakte kosten terug.
De rechtbank oordeelt allereerst dat de franchiseorganisatie zich niet kan verschuilen achter de accountant die de prognoses heeft opgesteld omdat het verstekken van de prognoses onderdeel was van de overeenkomsten tussen franchisegever en franchisenemer en het enkele feit dat de dierenarts de accountant wel rechtstreeks betaalde, hierbij niet van doorslaggevend belang is, ook dat kan immers onderdeel zijn van de afspraken.

De rechtbank oordeelt voorts dat de dierenarts niet mocht worden onthouden (tijdig) kennis te nemen van de aan de prognoses ten grondslag gelegde onderzoeken. Enkele inzage is daarvoor onvoldoende. Temeer nu het financieringsarrangement niet meer bestond en onduidelijk was wat daarvoor in de plaats zou zijn gekomen.

Door het onthouden van de informatie verkeerde de dierenarts in (te) grote onzekerheid ten aanzien van de aan te gane samenwerking, terwijl de (voor)overeenkomst nu juist tot het doel strekte deze onzekerheid te verkleinen. De rechtbank oordeelt dat terecht is ontbonden, zodat de franchiseorganisatie geen recht heeft op schadevergoeding, maar juist de door de dierenarts gedane betalingen, voor zoveel mogelijk, ongedaan moeten worden gemaakt.

Commentaar

Het vonnis toont een te meer aan dat prognoses altijd dienen te zijn gebaseerd op een deugdelijke en geïndividualiseerde feitelijke gegevens en het ook nodig is om daar tijdig naar te vragen. Niet alleen de prognoses, d.w.z. de resultaten van die onderzoeken, doch ook de onderzoeken zelve, dienen aldus beschikbaar te zijn, zodat inzichtelijk is op welke wijze de resultaten tot stand zijn gekomen en waar de risico`s en keuzes liggen.

Voorts  blijkt uit het vonnis dat een franchisegever niet gemakkelijk zijn verantwoordelijk ontloopt , door te verwijzen naar een door een derde opgestelde prognose. Dat is mogelijk alleen anders indien de franchisegever geen enkele bemoeienis heeft gehad bij de totstandkoming daarvan èn zich daarover ook niet heeft kunnen uitlaten.

Ludwig & Van Dam franchise advocaten, franchise juridisch advies

Andere berichten

De (hard) franchiseovereenkomst en zorgplicht gekwalificeerd – WPNR 7226 (2019)

Het kabinet is voornemens een wettelijke regeling over franchising in het Burgerlijk Wetboek op te nemen ter bescherming van de zwakke positie van de franchisenemer.

Door Alex Dolphijn|26-02-2019|Categorieën: Franchise overeenkomsten, Uitspraken & actualiteiten|Label: |

Gemeente moet tijdelijke Albert Heijn toestaan

De rechtbank Noord-Holland heeft op 7 februari 2019 geoordeeld over de vraag of de gemeente een tijdelijke Albert Heijn diende toe te staan

Franchisegevers mogen geen wijziging van winkeltijden meer opleggen – 12 februari 2019 – mr. A.W. Dolphijn

Eind 2018 is een concept van de “Wet keuzevrijheid openingstijden winkeliers” gepresenteerd.

Door Alex Dolphijn|12-02-2019|Categorieën: Franchise overeenkomsten, label11, Supermarkten, Uitspraken & actualiteiten|Label: , |

Wanneer gaat een franchisegever te ver bij de werving van franchisenemers?

In het arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 5 februari 2019 was aan de orde of de franchisegever bij de werving van de franchisenemers ontoelaatbaar gehandeld had.

Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR) adviseert staatssecretaris Keijzer over Wet Franchise

Kort samengevat wordt allereerst geadviseerd franchisegevers en franchisenemers actief te informeren over deze wetswijziging.

Post non-concurrentieverbod bij diensten- en verkoopfranchise

Als een franchiseovereenkomst eindigt, dan stuiten veel franchisenemers op een verbod in de franchiseovereenkomst om gedurende een bepaalde tijd daarna vergelijkbare werkzaamheden te verrichten

Ga naar de bovenkant