Het gebruik van social media in de franchiserelatie

Social media zijn niet meer weg te denken uit het dagelijks leven. Linkedin, Twitter, Facebook en andere social media zijn in korte tijd enorm populair geworden in onze maatschappij.
Ook in franchiseverhoudingen kunnen social media een belangrijke rol spelen. In een franchiseovereenkomst wordt bijvoorbeeld vaak een relatiebeding opgenomen. Dit beding verbiedt de franchisenemer gedurende een periode van (doorgaans) een jaar na het eindigen van de franchiseovereenkomst zakelijke contacten aan te gaan dan wel te onderhouden met relaties van de voormalig franchisegever. Dit wordt in ruime zin opgevat, het onderhouden van contacten via social media, zoals bijvoorbeeld LinkedIn, kan onder omstandigheden een handelen in strijd met het relatiebeding opleveren.

Onder omstandigheden kan het plaatsen door een franchisenemer van beledigende opmerkingen over de franchisegever via social media, zoals Facebook en Twitter, een toerekenbare tekortkoming opleveren op grond waarvan de franchiseovereenkomst mogelijk tussentijds (buitengerechtelijk) kan worden ontbonden door de franchisegever. Het is dan ook van belang dat zowel de franchisegever als de franchisenemer zich in de franchiseverhouding maar ook daarna zorgvuldig gedragen en zich onthouden van alle negatieve uitlatingen dan wel andere gedragingen welke schade kunnen berokkenen aan de andere partij. Daaronder vallen dus ook uitlatingen via social media.

Social media in de arbeidsrelatie

In arbeidsrelaties spelen social media ook een steeds grotere rol. Zowel een franchisegever als een franchisenemer hebben doorgaans personeel in dienst. De kans is groot dat franchisegevers en franchisenemers in de hoedanigheid van werkgever wel eens te maken hebben gehad met een arbeidsconflict.

Via social media worden allerlei belevenissen gedeeld en geopenbaard. Werknemers maken te pas en te onpas gebruik van social media, in privé maar ook zakelijk. Soms op dusdanige wijze dat dit de arbeidsverhouding kan beïnvloeden. Waar ligt de grens in het kader van een arbeidsverhouding, wat kan wel en wat kan niet? In meerdere uitspraken heeft de rechter de afgelopen jaren geoordeeld over het gebruik van verschillende social media in de verhouding tussen werkgever en (voormalig) werknemer. Daarbij gaat het in de meeste gevallen om het overtreden van een relatiebeding via social media of  het plaatsen van negatieve berichten over de werkgever op social media.

Schending relatiebeding via social media

Een relatiebeding wordt in veel arbeidsovereenkomsten opgenomen om te voorkomen dat een werknemer na het einde van de arbeidsovereenkomst zakelijke contacten onderhoudt met relaties van de werkgever. Het schenden van een relatiebeding kan ook geschieden via social media, zo blijkt uit de rechtspraak. De rechter te Arnhem heeft overwogen dat een werknemer die op zijn LinkedIn account een relatie van zijn ex-werkgever had toegevoegd in strijd met zijn relatiebeding heeft gehandeld. De rechter beschouwde deze connectie via LinkedIn als het ontstaan van het eerste contact tussen de werknemer en de relatie van zijn ex-werkgever. Voor wat betreft Twitter heeft het Hof Den Haag overwogen dat het plaatsen van berichten op Twitter door een werknemer namens zijn nieuwe werkgever geen strijd opleverde met het relatiebeding dat de werknemer met zijn ex-werkgever was overeengekomen. Anders dan bij Facebook of LinkedIn, is het volgen op Twitter een eenzijdige actie vanuit de volger, waarop de houder van de Twitteraccount geen invloed heeft nu een voorafgaande uitnodiging of acceptatie niet noodzakelijk is, aldus het Hof.  Deze lijn in de arbeidsrechtelijke rechtspraak kan in veel gevallen worden doorgetrokken naar franchiseverhoudingen, met name als daarin sprake is van soortgelijke relatiebedingen.

Negatieve uitlatingen via social media

In de rechtspraak is overwogen dat een werknemer zijn mening mag verkondigen over zijn werkgever en collega’s, zolang daarbij de fatsoensnormen niet worden overschreden. Wat te doen met een werknemer die zich via social media beledigend uitlaat over zijn werkgever of zijn collega’s?

Enerzijds heeft de werknemer vrijheid van meningsuiting, anderzijds heeft de rechter geoordeeld dat het plaatsen van berichten op Facebook niet zomaar tot het privédomein van de werknemer behoort. Zo ondervond ook de werknemer die ontevreden was over het feit dat hij van zijn werkgever geen voorschot op zijn salaris kreeg. Kort hierop plaatste de werknemer een bericht op Facebook waarin hij zijn werkgever onder meer allerlei buitengewoon onbetamelijke kwalificaties toedichtte. De kantonrechter ontbond de arbeidsovereenkomst op grond van een dringende reden, overwegende dat dergelijke uitlatingen niet onder de vrijheid van meningsuiting vallen, maar beschouwd kunnen worden als grove belediging. Ook deze lijn kan worden doorgetrokken naar de franchiserelatie

Conclusie

Dat social media steeds belangrijker worden in de huidige maatschappij is een feit. Social media hebben een dusdanig grote invloed op het dagelijks leven zowel in privé als zakelijk dat het belangrijk is dit te reguleren. Dit geldt zoals in het voorgaande geschetst ook in steeds grotere mate in franchiserelaties en in arbeidsrelaties. Uiteraard kunnen wij u hieromtrent desgewenst nader adviseren.

Ludwig & Van Dam franchise advocaten, franchise juridisch advies

Andere berichten

Positie franchisenemers bij herstructurering franchisegever

Franchisenemers dienen door de franchisegever vooraf adequaat en ruimhartig geïnformeerd te worden over de inhoud en consequenties van (nadere) afspraken...

Interview Franchise+ – mrs. J. Sterk en A.W. Dolphijn – “Omkering bewijslast bij prognoses door rechter gehonoreerd” – februari 2018

De nieuwe Wet Acquisitiefraude blijkt inderdaad relevant voor de franchisebranche, blijkt uit dit artikel uit Franchise+. Alex Dolphijn van Ludwig & Van Dam staat een franchisenemer bij in een

Door Ludwig en van Dam|01-02-2018|Categorieën: Franchise overeenkomsten, Geschillen beslechting, Prognose-problematiek, Uitspraken & actualiteiten|Label: , , |

Artikel Franchise & Recht nr. 7 – Franchiseovereenkomst als algemene voorwaarden

Uniformiteit van de franchiseformule en (derhalve ook) uniformiteit van de afspraken met de franchisene­mers, zal voor de franchisegever vaak van groot belang zijn.

Franchisegever in de zorg is geen zorgaanbieder

De Wet Kwaliteit, Klachten en Geschillen Zorg (WKKGZ) schept de mogelijkheid dat van overheidswege maatregelen worden opgelegd aan zorginstellingen om de benodigde kwaliteit van de zorg te waarborgen.

Het klantenbestand van de franchisenemer

Als de samenwerking tussen een franchisenemer en een franchisegever eindigt, kan de vraag opkomen wie de klanten zal blijven bedienen.

Ga naar de bovenkant