Het bereik van een exclusief afnamebeding bij franchiseovereenkomst

In het geval waarover het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch op 21 juli 2015 (ECLI:NL:GHSHE:2015:2754) oordeelde, ging het over een franchiseovereenkomst waarin bedongen was dat de franchisenemer minimaal 90% diende in te kopen, op straffe van een boete.

De formule ziet op de exploitatie van groothandel in kappersbenodigdheden. De franchisegever stelt dat de franchisenemer zich niet aan deze verplichting houdt en betrekt de franchisenemer in rechte. De franchisenemer heeft namelijk (internet)activiteiten ontplooid onder een andere handelsnaam. De vraag is of deze activiteiten binnen het bereik van de franchiseovereenkomst vallen. Het gerechtshof constateert dat de franchiseovereenkomst zelf het bereik niet aangeeft en oordeelt dat de franchisegever niet had hoeven verwachten dat alle activiteiten op het gebied van de handel in kappersbenodigdheden onder het bereik van de franchiseovereenkomst zou vallen. De onduidelijkheid over het bereik van het exclusieve afnamebeding wordt derhalve de franchisegever tegengeworpen (contra proferentem).

Wederom blijkt uit deze uitspraak het belang van een goed geformuleerde franchiseovereenkomst. Bestaat er onduidelijkheid over de uitleg, dan kan de franchiseovereenkomst uitgelegd worden ten nadele van de partij die de franchiseovereenkomst opstelde. 

 

Mr A.W. Dolphijn – Franchiseadvocaat

Ludwig & Van Dam Franchise advocaten, franchise juridisch advies. Wilt u reageren? Mail naar dolphijn@ludwigvandam.nl

Andere berichten

Artikel in Entree: “Nieuwe eigenaar”

“De horecaonderneming waar ik werk is overgenomen. De nieuwe eigenaar zegt nu dat ik niet meer voor hem hoef te werken, maar kan hij mij als werknemer weigeren?”

Bestuurdersaansprakelijkheid bij afwikkeling franchiseovereenkomst

Kan in privé de bestuurder van een franchisenemer-rechtspersoon aansprakelijk zijn jegens de franchisegever, indien de franchisenemer-rechtspersoon ten onrechte zaken niet aan de franchisegever

Artikel in Entree: “Huurprijzen”

“De verhuurder verhoogde jaarlijks de prijzen van het pand, maar sinds 2 jaar doet hij dit niet meer, misschien vergeet hij het wel. Mag hij een achterstallig bedrag later alsnog opeisen?”

Column Franchise + – mr. Th.R. Ludwig: “Op weg naar risicoaansprakelijkheid”

Onlangs heeft de Hoge Raad uitspraak gedaan in een prognosekwestie.

Geen geldig beroep op non-concurrentiebeding bij franchising

De voorzieningenrechter van de rechtbank Gelderland heeft op 28 februari 2017, ECLI:NL:RBGEL:2017:1469, beslist over de vraag of een franchisenemer gehouden kon worden aan een non-concurrentiebeding.

Structureel ondeugdelijke omzetprognoses van de franchisegever

De rechtbank Limburg heeft op 15 maart 2017 in acht vergelijkbare vonnissen (waaronder ECLI:NL:RBLIM:2017:2344) de franchiseovereenkomsten van diverse franchisenemers van de P3-franchiseformule

Ga naar de bovenkant