Helderheid inzake financiële verplichtingen franchisenemers
Franchisenemers hebben in de regel diverse duurzame financiële verplichtingen jegens de franchisegever. Hierbij moet onder meer gedacht worden aan feeverplichtingen, verplichtingen met betrekking tot bijdrages inzake reclame en promotie, huurpenningen in verband met eventuele onderhuur, alsmede diverse overige verplichtingen zoals (aanvullende) financiële verplichtingen op het gebied van opleidingen, administratie, additionele marketinginspanningen etcetera.
Één van de belangrijkste uitgangspunten van de Europese Erecode inzake Franchising is dat uit de franchise-overeenkomst ondubbelzinnig dient te kunnen worden afgeleid hoe alle financiële verplichtingen tussen franchisegever en franchisenemer in elkaar steken. Dit brengt met zich mee dat bijvoorbeeld aan de omzet gerelateerde onderhuurverplichtingen geïntegreerd dienen te zijn in de franchise-overeenkomst dan wel als integrale bijlage van de franchise-overeenkomst deel dienen uit te maken. Een en ander kan voorts betrekking hebben op zich abrupt wijzigend leverancierskrediet, indien de franchisegever tevens een groothandelsfunctie heeft. Franchisenemers kunnen door een dergelijke koerswijziging plotseling in bedrijfsmoeilijkheden komen te verkeren. Lang niet altijd maakt een dergelijke essentiële verplichting – waarbij nog buiten beschouwing wordt gelaten of dit laatste voorbeeld wel vooraf overeen is gekomen – onderdeel uit van de franchise-overeenkomst, ofwel ontbreekt een zeer duidelijke verwijzing naar bijvoorbeeld algemene voorwaarden waarin een en ander vooraf helder en inzichtelijk dient te zijn gemaakt door de franchisegever. Op hem rust immers de verplichting conform de Europese Erecode inzake Franchising essentiële financiële verplichtingen vooraf kenbaar te maken en deze bovendien vast te leggen in de franchise-overeenkomst.
Franchisenemers doen er bij het sluiten van de franchise-overeenkomst dan ook verstandig aan alle relevante stukken (franchise-overeenkomst, onderhuurovereenkomst, algemene voorwaarden etcetera) vooraf te beoordelen teneinde misverstanden gaandeweg de rit te voorkomen. Een goed franchisegever zal er vanzelfsprekend uit zichzelf toe overgaan de franchisenemers alle essentiële financiële verplichtingen vooraf expliciet aan te geven. Hij neemt immers als uitgangspunt de Europese Erecode inzake Franchising. Indien de franchisegever lid is van de Nederlandse Franchise Vereniging (NFV), is hij conform de statuten van de NFV hier overigens te allen tijde ook zonder meer toe gehouden.
Ludwig & Van Dam franchise advocaten, franchise juridisch advies
![](https://ludwigvandam.megaconcept.nl/wp-content/uploads/2020/12/232court-min-400x222.jpg)
Andere berichten
Afgebroken onderhandelingen over franchiseovereenkomst
Afgebroken onderhandelingen over franchiseovereenkomst
Nieuw juridisch vakblad over franchise: Franchise & Recht informatiebron
De inhoud van Franchise & Recht wordt verzorgd door een netwerk van vooraanstaande juristen met specialistische kennis op het gebied van franchise.
Opheffing non-concurrentiebeding door franchisenemer
Opheffing non-concurrentiebeding door franchisenemer
Einde hoofdhuur betekent geen einde onderhuur met franchisenemer
Het gerechtshof te Den Bosch vernietigde op 7 juli 2015 een vonnis van de rechtbank Limburg over de samenloop van een franchiseovereenkomst en een onderhuurovereenkomst.
Kroniek Jurisprudentie franchiserecht 2014
Kroniek Jurisprudentie franchiserecht 2014
Advocaten Ludwig & Van Dam blikken terug op transitieproces C1000
Advocaten Ludwig & Van Dam blikken terug op transitieproces C1000