Handelen bij de start bepalend voor uitkomst geschil tussen franchisegever en franchisenemer
In een geschil tussen een franchisegever en een voormalige franchisenemer op het gebied van verhuur van onroerend goed deed de rechtbank onlangs een belangwekkende uitspraak (ECLI:NL:RBOBR:2016:3752).
De franchisegever had de franchisenemer gedagvaard. Beide partijen vorderden over en weer schadevergoeding van elkaar en verweten elkaar onder meer dat de andere partij de contractuele verplichtingen heeft geschonden.
De rechtbank laat in het midden wie van de partijen het eerst haar contractuele verplichtingen heeft geschonden, omdat volgens de rechtbank hoe dan ook de door partijen als gevolg van het mislukken van hun samenwerking geleden schade een gevolg is van omstandigheden die aan beide partijen kunnen worden toegerekend. De rechtbank beslist dat de schade daarom over beide partijen moet worden verdeeld.
Vervolgens licht de rechtbank toe dat beide partijen verwijten kunnen worden gemaakt ten aanzien van het mislukken van de samenwerking. De franchisegever viel te verwijten dat hij – voor het aangaan van de franchiserelatie – wist dat de franchisenemer geen opleiding had op het gebied van bemiddeling bij huur en verhuur van onroerende zaken en ook niet over daarvoor relevante ervaring beschikte. Daarbij komt dat de franchisegever in het contract de indruk wekte dat de franchisenemer in de verhuur zijnde woningen overgedragen zou krijgen, terwijl de franchisegever wist dat daar geen sprake van was. Bovendien had de franchisegever een stage van slechts drie weken aangeboden als startopleiding, wat volgens de rechter een erg magere basis is voor deze startende franchisenemer. De rechtbank oordeelt dat de franchisegever daarom moet hebben beseft dat de kans van slagen van de franchisevestiging van de startende franchisenemer bijzonder klein was. Aan de andere kant kon volgens de rechter aan de franchisenemer worden verweten dat hij had moeten beseffen dat hij geen opleiding en geen relevante ervaring had in de door hem gekozen branche en had hij moeten beseffen dat een stage van drie weken wel erg kort is om een succesvolle franchisevestiging op te bouwen. Tevens oordeelt de rechtbank dat de franchisenemer meer navraag had moeten doen, grondiger (voor)onderzoek had moeten verrichten en meer doordacht had moeten handelen bij het ondertekenen van de franchiseovereenkomst.
Ten slotte oordeelt de rechtbank dat beide partijen ongeveer evenveel aan de schade hebben bijgedragen en dat de billijkheid eist dat de partijen de eigen schade dragen.
De les van deze uitspraak voor franchisenemers en voor franchisegevers is dat voorafgaand en bij het ondertekenen van een franchiseovereenkomst secuur en doordacht dient te worden gehandeld, dit in het belang van (een grotere kans op) het slagen van de franchiserelatie. Dat kan door gericht navraag te doen in de branche, door grondig vooronderzoek te verrichten en door advies in te winnen van een advocaat gespecialiseerd in franchise.
Mr. J. van de Peppel – Franchiseadvocaat
Ludwig & Van Dam Franchise advocaten, franchise juridisch advies.
Wilt u reageren? Ga naar vandepeppel@ludwigvandam.nl
Andere berichten
Een nieuwe groepsvrijstellingsverordening
Recentelijk, op 1 oktober 2002, heeft de Europese Commissie een nieuwe groepsvrijstellingsverordening het licht doen zien.
Nieuwe beleidsregels beoordeling (fictieve) dienstbetrekking franchising
Onlangs is er van de zijde van de staatssecretaris van financiën nadere duidelijkheid geschapen omtrent de beoordelingscriteria inzake de zelfstandigheid van de franchisenemer.
Rayonbescherming: een nuance.
In de meeste franchise-overeenkomsten is een exclusief gebied opgenomen ten behoeve van de franchisenemer. De kern van die exclusiviteit is dat noch de franchisegever noch collega-franchisenemers
Rayonbescherming II: inperking van het exclusieve gebied.
In vervolg op de bijdrage in de vorige Nieuwsbrief wordt deze keer ingegaan op de (mogelijkheden van) inperking van het exclusieve franchisegebied. In de meeste franchise-overeenkomsten
Horeca-overeenkomsten
Onlangs heeft de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) een besluit genomen ten aanzien van de door Heineken ter ontheffing voorgelegde bierleveringsovereenkomsten.
Ongeoorloofde geschillenregelingen binnen franchise-organisaties
Franchise-overeenkomsten bevatten een enkele keer geschillenregelingen die bevoegdheden toekennen aan de franchisenemer(s), de franchiseraad en/of een franchisevereniging.