Geen schending non-concurrentiebeding door franchisenemer – mr. A.W. Dolphijn – d.d. 4 februari 2021
De rechtbank Rotterdam heeft op 20 januari 2021, ECLI:NL:RBROT:2021:657 een vonnis gewezen in een zaak over de vraag of een franchisenemer in strijd handelde met het contractuele concurrentieverbod.
De franchisegever en de betreffende franchisenemers werkten samen onder de formule van “Stoomauto”. De activiteiten zien op: “autoreiniging op locatie met behulp van stoomreiniging geschikt voor exterieur en interieur van de auto”.
De neven activiteiten van de franchisenemers bestaan uit “car detailing”. Dit is een grondige reiniging en verzorging van een auto. De werkzaamheden bestaan onder meer uit “het aanbrengen van een transparante coating / harslaag over de lak van een auto, welke behandeling meerdere dagen in beslag neemt in verband met het uithardingsproces en die alleen in een stofvrije ruimte kan worden aangebracht”.
De franchisegever meent dat de franchisenemers in strijd handelen met het concurrentieverbod in de franchiseovereenkomst en vorderen dat het concurrentieverbod nagekomen wordt door de betreffende franchisenemers.
De rechtbank overweegt dat op grond van de franchiseovereenkomsten franchisenemers gedurende de looptijd van hun franchiseovereenkomsten, noch direct noch indirect berokken mogen zijn bij activiteiten, of daarbij enig belang hebben, die gelijk of gelijksoortig zijn aan de activiteiten van het franchisenetwerk. De strekking van deze bepaling is dat een franchisegever wil voorkomen dat een franchisenemer vanuit de franchisesamenwerking verkregen kennis en knowhow gebruikt om concurrerende activiteiten te ontplooien.
Beoordeeld moet dus worden of de betreffende franchisenemers betrokken zijn bij activiteiten die overeenkomen met de activiteiten van Stoomauto of die daarmee overeenkomen.
De rechtbank heeft er daarbij onder meer op gewezen dat in het handboek van Stoomauto is opgenomen dat Stoomauto een ecologisch alternatief biedt voor de wasstraat, dat zij geen specialistische service of producten aanbiedt die de concurrentie met autospecialisten aangaan, dat de kwaliteit van de stoomreiniging vele malen hoger is dan de wasstraat, maar onder die van de poetsbedrijven ligt, dat Stoomauto ook de mogelijkheid biedt om het interieur van de auto te wassen en dat zij lakverzegeling en leerbehandeling.
De rechtbank constateert dat ook Stoomauto er in haar handboek vanuit gaat dat poetsbedrijven tevens stoomreinigingen uitvoeren. Er is geen sprake van concurrerende activiteiten wanneer reinigen wordt uitgevoerd als noodzakelijk onderdeel van “car detailen”, wat qua autoverzorging nog een stap verder gaat dan de reiniging door poetsbedrijven.
Wat lakverzegeling en leerbehandeling betreft, geldt bovendien dat Stoomauto daartegen nooit bezwaar heeft gemaakt. Bovendien heeft Stoomauto de betreffende franchisenemers eerder toegestaan om een transparante coating/harslaag over de lak van een auto aan te brengen.
De rechtbank komt tot de conclusie dat er geen sprake is van het schenden van het concurrentieverbod.
De formulering en interpretatie van een concurrentieverbod is vaak geen eenvoudige kwestie, zoals uit onderhavige kwestie moge blijken.
Ludwig & Van Dam advocaten, franchise juridisch advies.
Wilt u reageren? Mail dan naar dolphijn@ludwigvandam.nl
![232court-min](https://www.ludwigvandam.nl/wp-content/uploads/2020/12/232court-min.jpg)
Andere berichten
Artikel Franchise+ -De risico’s van een minimum omzetverplichting in de franchiseovereenkomst voor de franchisegever
Het opnemen van een minimum te behalen omzet in de ...
Artikel De Nationale Franchise Gids: “Minimum-omzet als prognose”
Al sinds jaar en dag is de verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid ...
Artikel Franchise+ – “Franchisestatistieken 2019: afnametrend zet door, veroorzaakt door Wet Franchise?”- mr. J. Sterk, mr. M. Munnik en mr. J.A.J. Devilee
Ludwig & Van Dam advocaten publiceert sinds 2007 periodiek franchisestatistieken ...
Het ondertekenen van een franchiseovereenkomst in het digitale tijdperk – mr. K. Bastiaans – d.d. 14 december 2020
Binnen de huidige samenleving wordt, onder het mom van ‘het nieuwe normaal’, steeds meer gedigitaliseerd. De rechtbank gaat nader in op de wijze van aanvaarding van een overeenkomst en de gevolgen.
De verkoop van tabak bij supermarkten wordt in 2024 verboden. Wat zijn de beperkingen en kansen voor het supermarktbedrijf? – mr. C. Damen – d.d. 8 december 2020
Om stoppen met roken te bevorderen en beginnen te ontmoedigen wordt de verkoop van tabak bij supermarkten in 2024 verboden.
Wet franchise definitief in werking per 1 januari 2021 – mr. A.W. Dolphijn – d.d. 3 december 2020
De Wet franchise was al op 1 juli 2020 vastgesteld, maar bij Koninklijk Besluit is nu ook vastgesteld dat de Wet franchise per 1 januari 2021 in werking treedt.