Geen geldig non-concurrentiebeding voor franchisenemer
Op 18 november 2016 heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Midden-Nederland, ECLI:NL:RBMNE:2016:7754, een vonnis gewezen in de kwestie waarbij aan de orde was of de franchisenemer gehouden was aan de non-concurrentieplicht uit de franchiseovereenkomst.
Nadat de franchiseovereenkomst gesloten was heeft de franchisenemer de vernietiging van de franchiseovereenkomst ingeroepen, omdat zij stelde dat zij gedwaald had ten tijde van het totstandkoming van de franchiseovereenkomst. De franchisenemer was op basis van mededelingen van de franchisegever in de veronderstelling dat de formule in kwestie een exclusief concept betrof. Het ging dan met name op de vermeende exclusiviteit van de binnen de formule gehanteerde afslankapparatuur.
Na aanvang van de samenwerking is echter gebleken dat een andere franchiseformule dezelfde afslankapparatuur gebruikt. Verder oordeelt de voorzieningenrechter dat de franchiseformule feitelijk uit niet meer bestond dan de aanschaf van de afslankapparatuur en een WhatsApp-groep met de overige franchisenemers. De meerwaarde van de formule zou volgens de franchisegever gelegen zijn in de overdracht van kennis, onder meer aan de hand van een handboek en een basisopleiding. De voorzieningenrechter meent dat het voorshands aannemelijk lijkt dat de vernietiging van de franchiseovereenkomst in stand zal blijven.
De franchisegever vorderde betaling van geldbedragen wegens het overtreden van het non-concurrentiebeding. Echter, met het in stand blijven van de vernietiging van de franchiseovereenkomst wordt het non-concurrentiebeding geacht nooit te zijn gesloten. De vordering van de franchisegever wordt dan ook afgewezen.
Mr. A.W. Dolphijn – franchiseadvocaat
Ludwig & Van Dam Franchise advocaten, franchise juridisch advies. Wilt u reageren? Ga naar dolphijn@ludwigvandam.nl.
Andere berichten
Goodwill bij overdacht van een supermarkt
Een franchisegever en een franchisenemer leggen de afspraken die zij maken voor hun samenwerking neer in een franchiseovereenkomst.
Supermarktondernemer bepaalt zelf de keuzeformule na verwerving eigendom pand
In de verdringingsmarkt van supermarkten bepaalt diegene die kan beschikken over een eigen winkelpand veelal welke formule daarin mag worden toegepast.
Verhoging franchisefee bij bestaand en nieuw franchisecontract
Verhoging franchisefee bij bestaand en nieuw franchisecontract
Onrechtmatige opzeggen dealerovereenkomst
Onlangs heeft het gerechtshof te ’s-Gravenhage geoordeeld in een kwestie waarbij een importeur en distributeur van een automerk een overeenkomst met één van haar dealers had opgezegd.
Bevoegdheid van de kantonrechter in zaken over dwaling
De beoordeling van geschillen over een (onder)huurovereenkomst is door de wet toegewezen aan de specialistische kantonrechter, terwijl geschillen over een franchiseovereenkomst, in beginsel, door de ‘
Het recht in de winkelstraat
Het recht in de winkelstraat