Gedeeltelijke onverschuldigdheid entreegeld wegens uitblijven omzet en het niet leveren van contractuele prestaties door franchisegever

Door Gepubliceerd Op: 23-08-2010Categorieën: Uitspraken & actualiteitenLabel: , ,

Rechtbank Rotterdam

Franchisenemer beroept zich terecht op onvoorziene omstandigheden wegens het uitblijven van omzet en vordert succesvol matiging van het verschuldigde entreegeld. Het feit dat geen omzet is gerealiseerd in het kader van de franchiseovereenkomst, die bovendien verrekening van het entreegeld mogelijk maakt in verband met toekomstige omzet, is naar het oordeel van de rechtbank een omstandigheid die met zich meebrengt dat de franchisenemer zich terecht beroept op (gedeeltelijke) onverschuldigdheid. Daar komt nog bij dat de franchisegever geen prestaties van betekenis heeft geleverd. Naast het aanbieden van de franchiseformule is slechts algemeen drukwerk, visitekaartjes, reclameborden en een algemene introductie verzorgd. Aldus is kennelijk niet voldaan aan de advies- en bijstandsverplichting conform de zorgplicht van de franchisegever. De rechtbank halveert uiteindelijk het contractueel verschuldigde entreegeld.

NB: Het feit dat de rechtbank het uitblijven van omzet als onvoorziene omstandigheid toekent, betekent mogelijk tevens een nieuwe ingang bij niet behaalde prognoses door franchisenemers. De uitspraak benadrukt nog eens de verregaande zorgplicht van franchisegevers met betrekking tot het reëel kunnen behalen van redelijkerwijs te verwachten omzetten, al dan niet vastgelegd in financiële prognoses. Wordt aan deze kernverplichting uit de franchiserelatie niet voldaan, dan kan de franchisenemer zich op verschillende gronden beroepen in relatie tot een schadeactie jegens de franchisegever.

Mr Th.R. Ludwig – Franchise advocaat

Ludwig & Van Dam Franchise advocaten, franchise juridisch advies Wilt u reageren? Mail naar ludwig@ludwigvandam.nl

Andere berichten

Column Franchise+ – mr. J. Sterk – “Franchisenemer doet bodycheck beter dan franchisecheck”

Een sportschool gaat in zee met een franchiseconcept dat in samenwerking met zorgverzekeraars “Bodychecks” en kortingen aanbiedt aan (potentiële) leden.

Seminar mrs. J. Sterk en M. Munnik – Donderdag 2 november 2017: “Belangrijke juridische ontwikkelingen voor franchisegevers”

Advocaten Jeroen Sterk en Maaike Munnik van Ludwig & Van Dam Advocaten praten u bij over de status van en de ontwikkelingen rondom De Nederlandse Franchise Code en de Wet Acquisitiefraude.

Door Jeroen Sterk|02-11-2017|Categorieën: Franchise overeenkomsten, Prognose-problematiek, Uitspraken & actualiteiten|Label: , |

Goodwill bij einde franchiseovereenkomst

In een kwestie bij het gerechtshof Amsterdam 26 september 2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:3900 (Seal & Go) vorderde een franchisenemer een vergoeding van goodwill (ex artikel 7:308 BW) nadat de

Doorbelasting te hoge kostprijs als verborgen franchise fee

Uit een tussenvonnis van de rechtbank Den Haag van 30 augustus 2017, ECLI:NL:RBDHA:2017:10597 (Happy Nurse) blijkt dat de rechtbank zich gebogen heeft over de vraag of de door de franchisegever aan de

Ga naar de bovenkant