Franchisenemer ontloopt hoofdelijke aansprakelijkheid in privé

De rechtbank Rotterdam heeft in een vonnis van 28 maart 2018, ECLI:NL:RBROT:2018:2913, geoordeeld over de vraag wat de betekenis is van de clausule in de franchiseovereenkomst waarin bepaald is dat deze werd aangegaan “handelend in privé dan wel via de besloten vennootschap Semath management B.V., gezamenlijk verder te noemen Franchise Nemer (FN)”. 

De rechtbank stelt vast dat er bij de ondertekening van de franchiseovereenkomst in ieder geval over de persoonsgebondenheid gesproken was. Gelet hierop, alsmede gelet op het professionele niveau van beide partijen, had het op de weg van de franchisenemer gelegen om, indien hij op geen enkele wijze in privé financieel verantwoordelijk wenste te zijn, bij de financiële bepaling een uitzondering op de gezamenlijke partijaanduiding te vragen. Dit geldt temeer nu het bij betaling van een geldsom gaat om een deelbare verbintenis. 

Alhoewel, gelet op het vorenstaande, de franchisenemer in privé ook partij was bij de franchiseovereenkomst, maakt dit nog niet dat er ook sprake is van hoofdelijkheid. De wettelijke hoofdregel is namelijk dat ieder voor de helft verbonden is, tenzij anders overeengekomen. Het had op de weg van de franchisegever gelegen om, indien zij de hoofdelijke aansprakelijkheid wenste op te nemen, dit duidelijk te verwoorden, juist omdat deze uitzondering op de regel vergaande consequenties heeft en de franchisegever werd bijgestaan door een jurist. 

De uitkomst is dat de franchisenemer in privé niet hoofdelijk aansprakelijk is voor de schuld aan de franchisegever, maar wel voor de helft. De andere helft komt voor rekening voor Semath management B.V. waarvan de franchisenemer de eigenaar is. 

Mr. A.W. Dolphijn – franchiseadvocaat 

Ludwig & Van Dam Franchise advocaten, franchise juridisch advies. Wilt u reageren? Ga naar dolphijn@ludwigvandam.nl.

Andere berichten

Column Franchise + – mr. Th.R. Ludwig: “Op weg naar risicoaansprakelijkheid”

Onlangs heeft de Hoge Raad uitspraak gedaan in een prognosekwestie.

Geen geldig beroep op non-concurrentiebeding bij franchising

De voorzieningenrechter van de rechtbank Gelderland heeft op 28 februari 2017, ECLI:NL:RBGEL:2017:1469, beslist over de vraag of een franchisenemer gehouden kon worden aan een non-concurrentiebeding.

Structureel ondeugdelijke omzetprognoses van de franchisegever

De rechtbank Limburg heeft op 15 maart 2017 in acht vergelijkbare vonnissen (waaronder ECLI:NL:RBLIM:2017:2344) de franchiseovereenkomsten van diverse franchisenemers van de P3-franchiseformule

Franchisenemer verplicht meewerken aan formulewijziging?

De voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam heeft zich op 24 maart 2017, ECLI:NL:RBAMS:2017:1860, wederom gebogen over de kwestie waarbij Intertoys de winkels van Bart Smit wenst om te bouwen

Leveringsstop van franchisegever niet toegestaan

Op 9 februari 2017 heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Gelderland, ECLI:NL:RBGEL:2017:1372, geoordeeld dat een franchisegever haar verplichting tot belevering van de franchisenemer niet

Alex Dolphijn in het Financiële Dagblad over het arrest van de Hoge Raad inzake Street-One

Franchisegevers eerder aansprakelijk bij foute prognoses Franchisenemers kunnen hun moederorganisatie voortaan makkelijker aansprakelijk stellen voor ondeugdelijke winst en omzetprognoses.

Ga naar de bovenkant