Franchisenemer mag niet worden gehouden aan concurrentiebeding
Concurrentiebeding, franchisenemer
Recentelijk heeft de rechtbank Utrecht zich wederom uitgelaten over de kwestie Super de Boer tegen een van haar (voormalig) franchisenemers.
Betrokken franchisenemer, tevens onderhuurder van Super de Boer, liet zich niet zakken en verkopen aan C1000 en zag er na een (te) laat aanbod daartoe evenmin heil in alsnog Jumbo te worden. Vanzelfsprekend kon de franchisenemer daartoe ook niet worden verplicht. In die zin was het eerdere vonnis van de rechtbank weinig verrassend. Hierop zegde Super de Boer de samenwerking echter op. Meer interessant is dan ook de daaropvolgende uitspraak in kort geding van de rechtbank dat de franchisenemer voorshands ook het concurrentiebeding niet hoeft na te leven, nu het voortijdig eindigen van de franchiseovereenkomst daarmee aan Super de Boer kan worden verweten. Daarmee schoot Super de Boer, die nakoming eiste van het concurrentiebeding, zich zelf behoorlijk in de voet. Dit biedt aldus ook perspectieven voor franchisenemers die zich geconfronteerd zien met een (voortijdige) beëindiging van de franchiseovereenkomst door hun organisatie en zich (enkel) door het concurrentiebeding beperkt weten in de keuze van een andere formule. Of dit ook de franchisenemer in kwestie op termijn gaat baten is overigens nog de vraag nu door Super de Boer tevens een procedure is gestart tot ontruiming van het gehuurde, onder andere op grond van dringend eigen gebruik. Sinds de uitspraak van de Hoge Raad inzake Coop/Vomar is de kans overigens kleiner dat ook die vordering zal worden afgewezen. Daarmee rest de franchisenemer dan alleen een vordering tot een tegemoetkoming in de verhuis en herinrichtingskosten, alsmede een separate vordering ter vergoeding van het voordeel wat Super de Boer/Jumbo geniet voor zover zij op dezelfde locatie ook een supermarkt zal exploiteren. Als daarvan overigens sprake is omdat ook de hoofdhuurovereenkomst is opgezegd.
Ludwig & Van Dam franchise advocaten, franchise juridisch advies
![](https://ludwigvandam.megaconcept.nl/wp-content/uploads/2020/12/232court-min-400x222.jpg)
Andere berichten
Het verrekeningsverweer en de opzegging van de franchiseovereenkomst voor onbepaalde duur
Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft op 29 september 2015 een arrest gewezen over de vraag of de franchisegever de franchiseovereenkomst voor onbepaalde duur kon opzeggen.
Nederlandse Franchisecode slecht voor de franchisebranche
Nederlandse Franchisecode slecht voor de franchisebranche
Bruna hard in aanvaring met groot deel franchisers
Bruna hard in aanvaring met groot deel franchisers
Het concept Nederlandse Franchise Code slecht voor supermarkt franchisenemers
Het concept Nederlandse Franchise Code slecht voor supermarkt franchisenemers;
Supermarktbrief – 11
Het concept Nederlandse Franchise Code slecht voor supermarkt franchisenemers
Schorsing post non-concurrentiebeding in franchiseovereenkomst Bruna
De voorzieningenrechter vaan de rechtbank Utrecht heeft op 25 september 2015 het post non-concurrentiebeding in een franchiseovereenkomst van Bruna opgeschort.