Franchisenemer doet geslaagd beroep op dwaling naar aanleiding van verstrekte prognose door de franchisegever
Rechtbank Utrecht
De rechtbank te Utrecht heeft laatst een franchisenemer gelijk gegeven, die tijdens de rechtzaak stelde dat zijn franchisegever hem ondeugdelijke exploitatieprognoses had verstrekt bij het aangaan van de franchiseovereenkomst. Volgens deze prognoses zou de franchisenemer een acceptabele omzet kunnen realiseren. Het tegendeel bleek waar – de franchisenemer behaalde nagenoeg geen omzet. Desalniettemin vordert de franchisegever, na de voortijdige beëindiging van de franchiseovereenkomst, betaling van (gemiste) fees van deze franchisenemer en spant hij een rechtzaak aan.
De franchisenemer doet in de rechtzaak echter een beroep op dwaling; zou hij hebben geweten hoe de spreekwoordelijke ‘vork’ echt ‘in de steel’ zou zitten, dan had hij de franchiseovereenkomst niet met de franchisegever gesloten. De rechter accepteert het verweer en wijst er – onder meer – op dat er een dermate groot verschil zit tussen hetgeen de franchisegever heeft geprognosticeerd en wat door de franchisenemer is behaald aan omzet. Ook wordt er niet weersproken door de franchisegever dat andere franchisenemers de verstrekte prognoses ook niet behalen. Ook is er door de franchisegever kennelijk gebruik gemaakt van historische gegevens, terwijl deze gegevens dateren van voor de kredietcrisis. Eén en ander is reden voor de rechter om aan te nemen dat de door de franchisegever verstrekte prognoses niet deugdelijk zijn.
Voorgaande uitspraak ‘past’ volledig in de lijn die de Hoge Raad nagenoeg 10 jaar geleden heeft uitgezet en waarover reeds meermalen is gesproken in deze artikelen. Een franchisenemer moet kunnen vertrouwen op de juistheid van de prognoses die een franchisegever aan hem verstrekt. Het verplicht de franchisegever om gegevens te verstrekken die op deugdelijke gronden zijn gebaseerd. Aangezien de franchisenemer zijn beslissing, om al dan niet deel te nemen aan een bepaalde franchiseformule, voor een groot gedeelte zal laten afhangen van het rendement dat is te behalen uit de exploitatie is dat zonder meer gerechtvaardigd.
Mr J.H. Kolenbrander – Franchise advocaat
Ludwig & Van Dam Franchise advocaten,franchise juridisch advies Wilt u reageren? Mail naar kolenbrander@ludwigvandam.nl
Andere berichten
Leveringsstop van franchisegever niet toegestaan
Op 9 februari 2017 heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Gelderland, ECLI:NL:RBGEL:2017:1372, geoordeeld dat een franchisegever haar verplichting tot belevering van de franchisenemer niet
Alex Dolphijn in het Financiële Dagblad over het arrest van de Hoge Raad inzake Street-One
Franchisegevers eerder aansprakelijk bij foute prognoses Franchisenemers kunnen hun moederorganisatie voortaan makkelijker aansprakelijk stellen voor ondeugdelijke winst en omzetprognoses.
Supermarktbrief – 17
Hoge Raad: Sneller aansprakelijk bij prognoses
Artikel in Entree: “Kleine lettertjes”
“Als ik zaken doe met een leverancier, lees ik nooit de kleine lettertjes. Laatst viel mij op dat er allerlei dingen in staan waar ik het eigenlijk niet mee eens ben.
Column Franchise+ – mr. Th.R. Ludwig: “Leveringsstop door franchisegever wederom niet toegestaan”
Opnieuw heeft de president in kort geding zich uitgelaten over de vraag of een leveringsstop van een franchisegever jegens de franchisenemer was toegestaan, waarbij de franchisenemer een forse
De bedrijfsleider (werknemer) die franchisenemer wordt – fictieve dienstbetrekking?
Op 14 december 2016 heeft de kantonrechter van de rechtbank Noord-Holland, ECLI:NL:RBNHO:2016:11031 (Werkneemster/Espresso Lounge) zich gebogen over de situatie waarbij een werkneemster een