Franchisenemer behaalt exploitatieprognose niet: de tussenstand.
Rechtbank Roermond
Onlangs heeft de rechtbank te Roermond tussenvonnis gewezen tussen een franchisenemer en een franchisegever, waarbij de omzet een derde lager uitviel dan door de franchisegever was begroot. De zorgplicht van de franchisegever brengt in zijn algemeenheid met zich mee dat de uitgangspunten op grond waarvan de franchisenemer zijn onderneming start dienen te kloppen.
Het betrof hier de overname van een bestaande vestiging. De franchisegever kon dus heel goed weten wat haalbaar was op basis van historische omzetcijfers.
Partijen procederen over en weer en brengen maar liefst vier rapportages in. Franchisenemer en franchisegever hebben zoveel ingebracht dat het onontkoombaar lijkt dat een langdurige en kostbare procedure onafwendbaar lijkt. De rechter stuurt dan ook aan op een zitting waarbij partijen indien mogelijk nog kunnen schikken.
Bij ondeugdelijke financiële prognoses is met name van belang van welke uitgangspunten is uitgegaan. Anders gezegd, of het daaraan ten grondslagliggende vestigingsplaatsonderzoek in orde was. Was er geen vestigingsplaatsonderzoek, dan is de franchisegever zijn eerst linie in beginsel kwijt. Nu partijen tegengestelde rapportages overleggen is het aan de rechtbank een knoop door te hakken indien de schikking op hoop toch niet wordt gerealiseerd. Het zou goed zijn als partijen op korte termijn de jurisprudentie met betrekking tot niet behaalde prognoses laten leiden tot een eindoplossing, zodat verder procederen wordt vermeden. Wordt vervolgd!
Mr Th.R. Ludwig – Franchiseadvocaat
Ludwig & Van Dam Franchise advocaten,franchise juridisch advies Wilt u reageren? Mail naar ludwig@ludwigvandam.nl
Andere berichten
Aansprakelijkheid accountant voor opgestelde prognose?
In een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 11 juli 2017, ECLI:NL:GHSHE:2017:3153, was aan de orde dat franchisenemers de accountant van de franchisegever verweten aansprakelijk te zijn
Hoe ver strekt de zorgplicht van de bank?
In de rechtspraak is enige tijd geleden de vraag aan de orde geweest wat de positie van de bank is in de driehoeksverhouding franchisegever – bank – franchisenemer.
Bewijslastomkering bij prognose als misleidende reclame?
De rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft in een kort gedingvonnis van 15 juni 2017, ECLI:NL:RBZWB:2017:3833, geoordeeld over een vordering tot (onder meer) schorsing van het non-concurrentiebeding.
Boete voor franchisegever omdat aspirant-franchisenemer vreemdeling is
De Raad van State heeft op 5 juli 2017, ECLI:NL:RVS:2017:1815, beslist over de vraag of bij de (voorgenomen) samenwerking tussen een franchisegever en een aspirant-franchisenemer, de franchisegever
Artikel in Entree: “Bedrijfsnaam”
“Ik heb een prachtige naam bedacht voor mijn horecaonderneming en heb hier de nodige kosten voor gemaakt. Nu is er een andere ondernemer die vrijwel dezelfde gaat gebruiken. Mag dat wel?”
Zorgplicht bank bij franchiseovereenkomsten
Het gerechtshof Den Haag heeft op 23 mei 2017, EQLI:NL:GHDHA:2017:1368, zich moeten uitlaten over de vraag of de bank een aspirant-franchisenemer had moeten waarschuwen, in verband met het