Franchisegever in de zorg is geen zorgaanbieder
De Wet Kwaliteit, Klachten en Geschillen Zorg (WKKGZ) schept de mogelijkheid dat van overheidswege maatregelen worden opgelegd aan zorginstellingen om de benodigde kwaliteit van de zorg te waarborgen. Kan nu ook aan een franchisegever een dergelijke maatregel van de Inspectie voor de Gezondheidszorg en Jeugd worden opgelegd? Hierover oordeelde de rechtbank Rotterdam 25 januari 2018, ECLI:NL:RBROT:2018:495
Aan de orde was dat een franchisegever een franchiseformule exploiteert in de zorg. Bij een franchisenemer in Tilburg is er een incident geweest met een patiënt, waarbij de patiënt uiteindelijk is overleden. De betreffende franchisenemer is in gesprek gegaan met de Inspectie en heeft een aantal verbeteringen doorgevoerd. De Inspectie heeft daarna een bezoek gebracht aan een franchisenemer in Arnhem. Daar is geconstateerd dat deze franchisenemer (ook) niet aan de veiligheidsnormen voldeed.
De Inspectie heeft vervolgens een besluit genomen op grond van de WKKGZ op basis waarvan de franchisegever maatregelen dient te treffen teneinde de benodigde zorg te waarborgen. Tevens is besloten om het betreffende besluit als persbericht op de website van de Inspectie te plaatsen.
De franchisegever meent dat zij niet te kwalificeren is als “zorgaanbieder” en dat derhalve aan haar geen maatregelen door de Inspectie kunnen worden opgelegd. Daar wordt tegen ingebracht dat de franchisegever, samen met haar franchisenemers, een organisatorisch verband vormt dat er toe strekt bedrijfsmatig zorg te verlenen. Daarin schept de franchisegever namelijk aan haar franchisenemers voorwaarden voor het verlenen van goede zorg stelt en de franchisegever dus als zorgaanbieder te kwalificeren is.
De rechtbank oordeelt dat de franchisegever in dit geval niet als “zorgaanbieder” te kwalificeren is. Daartoe is het volgende doorslaggevend:
- de franchisenemers sluiten op eigen naam contracten met cliënten/patiënten;
- de franchisenemers zorgen zelf voor de huisvesting van cliënten/patiënten;
- door de franchisegever wordt op basis van een franchiseovereenkomst geen verdere verplichting aan de franchisenemers opgelegd dan het bieden van zorg die in overeenstemming is met de wettelijke eisen;
- de franchisenemers zijn zelfstandige ondernemingen, die niet ondergeschikt zijn aan de franchisegever.
Uit het voorgaande volgt dat niet in alle gevallen een franchisegever niet ook als “zorgaanbieder” gekwalificeerd kan worden in de zin van de WKKGZ. Van belang zal zijn hoe de feitelijke organisatie in elkaar zit en in het bijzonder ook de inhoud en strekking van de franchiseovereenkomst. Franchisegevers in de zorg, maar ook franchisenemers in de zorg, dienen zich af te vragen of zij als zorgaanbieder onder de WKKGZ vallen, gezien de verregaande implicaties van deze wet.
Mr. A.W. Dolphijn – franchiseadvocaat
Ludwig & Van Dam Franchise advocaten, franchise juridisch advies. Wilt u reageren? Ga naar dolphijn@ludwigvandam.nl.
Andere berichten
Artikel De Nationale Franchisegids: “Biedt de Wet franchise houvast bij geschillen ontstaan vóór 1 januari 2021?” – mr. M. Munnik – d.d. 16 augustus 2021
Per 1 januari 2021 is de Wet franchise in werking ...
Succes Albert Heijn-franchisenemer tegen overname Deen – mr. A.W. Dolphijn – d.d. 29 juli 2021
Een Albert Heijn-franchisenemer heeft zich met succes verweerd tegen de ...
Artikel Franchise+: “Alleen bij bewijs van overgedragen knowhow kan een beroep gedaan worden op een concurrentieverbod” – mr. T. Meijer – d.d. 26 juli 2021
Door de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, is ...
Rechter: “franchisenemer aan zet in standstill-periode” – mr. R.C.W.L. Albers – d.d. 1 juli 2021
In een recente procedure bij de voorzieningenrechter in Utrecht is ...
Artikel Franchise+: “5 tips voor startende franchisenemers” – mr. R.C.W.L. Albers – d.d. 30 juni 2021
Kiezen voor franchise kan voor u als (startende) ondernemer aantrekkelijk ...
Supermarktnieuwsbrief – nr. 31 –
Hoge Raad stelt Albert Heijn-franchisenemers alsnog in het gelijk Op ...