Franchisegever belemmert ten onrechte internetverkopen door franchisenemer – d.d. 19 september 2018 – mr. A.W. Dolphijn
De Rechtbank Amsterdam heeft op 15 juni 2018, ECLI: NL: RBAMS: 2018:5372 een vonnis gewezen in een geschil tussen een franchisegever en een franchisenemer over de vraag of een franchisenemer via Social Deal, alsook via Groupon (beide onlineplatforms), haar diensten heeft kunnen aanbieden.
In de franchiseovereenkomst was vastgesteld dat regionale acties door de franchisenemer toegestaan waren. De franchisegever stelt ook niet de passieve verkoop buiten het rayon van de franchisenemer te verbieden. Tevens geeft de franchisegever aan ook in het algemeen promoties via internet niet te verbieden, mits die gericht is op potentiële klanten binnen het rayon van de franchisenemer. Echter, de franchisegever meent dat de promoties van de franchisenemer op “koopjessites” zoals Social Deal en Groupon het imago van haar formule schaadt.
De Rechtbank overweegt dat uit het Arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 6 december 2017, ECLI: EU: C:2017: 941 (Coty) volgt dat voor luxe producten een verbod op verkoop via onlinemarktplaatsen onder omstandigheden toegestaan is op grond van de mededingingsrechtelijke regels. Franchisegever en franchisenemer lijken het er over eens te zijn dat de formule een luxe product is.
De vraag die voorligt is of de beperking die de franchisegever aan haar franchisenemer oplegt verder gaat dan noodzakelijk. De Rechtbank acht hierbij van belang dat de promotionele acties van de franchisenemer zijn gericht op klanten uit het rayon van de franchisenemer zelf, hetgeen is toegestaan. Die promotionele acties kan de franchisegever op grond van de franchiseovereenkomst niet verbieden. De Rechtbank merkt vervolgens op dat een beperking van de franchisegever slechts mogelijk geacht wordt indien de promotionele activiteiten afbreuk doen aan het luxe imago van het product. Echter nu de franchisegever voor landelijke acties zelf ook gebruik maakt van Social Deal, kan de franchisegever niet een beroep doen op imagoschade die de formule zou lijden door het gebruik van Social Deal door de franchisenemer. Dit maakt dat de door franchisegever opgelegde beperking ten aanzien van het gebruik van Social Deal niet noodzakelijk gebleken is. Daarmee staat vast volgens de Rechtbank dat de franchisegever een onaanvaardbare inbreuk gemaakt heeft op het recht van de franchisenemer. Deze tekortkoming van de franchisegever rechtvaardigt de ontbinding door de franchisenemer van de franchiseovereenkomst.
Mededingingsrechtelijke aspecten van franchiseverhoudingen zijn complex en verlangt de nodige aandacht, zo blijkt ook weer uit deze uitspraak.
Mr. A.W. Dolphijn – franchiseadvocaat
Ludwig & Van Dam Franchise advocaten, franchise juridisch advies. Wilt u reageren? Ga naar dolphijn@ludwigvandam.nl
Andere berichten
Artikel Franchise+: “De valkuilen van de standstill-periode” – mr. R.C.W.L. Albers – 22 december 2021
Met de komst van de Wet franchise dit jaar is ...
Franchisenemer veroordeeld tot vergoeden van gemiste fee-inkomsten franchisegever.
In een recente uitspraak stond de vraag centraal of de ...
Artikel Franchise+: “Is franchisegever gehouden aan de statuten van de franchisenemersvereniging?” – mr. M. Munnik – d.d. 11 november 2021
Binnen een franchiseorganisatie is het niet ongewoon dat franchisenemers zich ...
Artikel De Nationale Franchise Gids: “Hobbels in de stand still-periode” – mr. T. Meijer – d.d. 19 oktober 2021
Door een groot aantal partijen, waaronder niet op de laatste ...
Eenzijdige wijzigingen openingstijden per 1 januari 2022 verboden
Op 14 juli 2021 werd een wetswijziging van de winkeltijdenwet ...
Procederen als franchisenemersvereniging.
De franchisenemers van Eye Wish Opticiens hebben onlangs verzet aangetekend ...