Franchisegever aansprakelijk voor prognoses afkomstig van derde – d.d. 6 maart 2019 – mr. M. Munnik

Volgens vaste rechtspraak handelt een franchisegever onrechtmatig jegens haar franchisenemer wanneer een franchisegever zelfstandig op onzorgvuldige wijze onderzoek uitvoert en als gevolg daarvan onjuiste omzetprognoses aan de franchisenemer verstrekt. Als de franchisenemer op basis van juiste omzetprognoses de franchiseovereenkomst niet of niet onder dezelfde voorwaarden zou hebben gesloten, kan de franchisenemer zich bovendien op dwaling beroepen.

Om dit risico te beperken kiezen steeds meer franchisegevers ervoor om het opstellen van een prognose uit te besteden aan een derde. Immers, zolang de franchisegever niet op de hoogte is van fouten in de prognose die door een derde is opgesteld, is hij hiervoor in beginsel niet aansprakelijk. De rechtbank Oost-Brabant heeft echter onlangs geoordeeld dat de franchisegever in dat geval ook niet zonder meer gevrijwaard is voor aansprakelijkheid.

In het geschil in kwestie is een deskundige ingeschakeld voor het opstellen van omzetprognoses voor een vlaaienwinkel. De franchisegever verstrekt aan een deskundige cruciale gegevens ten behoeve van de prognoses: hij verwacht dat in het eerste jaar 300 vlaaien per week worden verkocht tegen een bepaalde prijs. Bovendien zijn de gegevens verstrekt van drie andere vestigingen. Op basis hiervan zijn door de deskundige omzetprognoses opgesteld voor de eerste drie jaar.

Achteraf blijkt dat de drie vestigingen niet representatief waren voor de exploitatie van deze franchisevestiging en dat de verkoop van 300 vlaaien per week bij lange na niet behaald werden. De franchisegever stelt zich echter op het standpunt dat hij niet verantwoordelijk is voor de afgegeven omzetprognoses omdat hij deze niet heeft opgesteld. De rechtbank gaat hier niet in mee.

De rechtbank oordeelt dat de franchisegever weliswaar geen uitgewerkte omzetbedragen heeft genoemd, maar hij wel alle informatie heeft verschaft die nodig was om de omzetbedragen eenvoudig te kunnen berekenen. De rechtbank kwalificeert de informatie als een omzetprognose van de franchisegever. Dat partijen van mening verschillen omtrent de vraag wie de opdrachtgever was doet hierbij volgens de rechtbank niet ter sprake.

Alhoewel het opstellen van prognoses vaak wordt uitbesteed aan derden, wordt in de praktijk dikwijls alsnog fundamentele informatie verstrekt op basis waarvan de omzetprognoses worden berekend. De bovenstaande uitspraak maakt duidelijk dat een franchisegever in dat geval zijn verantwoordelijkheid niet simpelweg kan verleggen naar een derde.

Kortom, een franchisegever dient ook zorgvuldig te handelen wanneer hij informatie verstrekt aan een derde ten behoeve van het opstellen van een prognose.

 

Mr. M. Munnik – franchiseadvocaat

Ludwig & Van Dam Franchise advocaten, franchise juridisch advies.

Wilt u reageren? Ga naar munnik@ludwigvandam.nl

Andere berichten

Rechter anticipeert op Wet franchise: geen verplichte formulewijziging (zonder drempelwaarde)

De rechtbank Amsterdam oordeelt dat een franchisenemer van Blokker niet verplicht is tot vernieuwing van de winkel volgens de nieuwste formule-uitgangspunten, zoals door Blokker opgedragen is.

Door Alex Dolphijn|05-10-2020|Categorieën: Uitspraken & actualiteiten|

Interview mr. J. Sterk en mr. C. Rutten in Franchise+: “Oproep aan automotive sector: bereid je goed voor op nieuwe Wet franchise” d.d. 2 oktober 2020

De nieuwe Wet Franchise heeft een brede uitwerking, ook in de automotive sector. Maar of men zich er daar voldoende van bewust is?

Artikel De Nationale Franchise Gids – “Coronakorting van 50% op de huur” – mr. A.W. Dolphijn – d.d. 15 september 2020

Tegenvallende omzetten in verband met de coronacrisis kunnen betekenen dat de huurprijs gehalveerd wordt, ook als er sprake is van een deels omzetgerelateerde huur.

Door Alex Dolphijn|15-09-2020|Categorieën: Uitspraken & actualiteiten|

Artikel Franchise+ – “Franchisegever hanteert “afgeleide formule” (zonder dat hij het weet)” – mr. A.W. Dolphijn – d.d. 9 september 2020

Tal van franchisegevers zullen zich niet bewust zijn van het gegeven dat zij een “afgeleide formule” gebruiken zoals bedoeld in de Wet franchise.

Door Alex Dolphijn|09-09-2020|Categorieën: Uitspraken & actualiteiten|

Artikel mr. C. Damen – Drie voorwaarden bij het recht op klantenvergoeding voor de agent bij de beëindiging van de agentuurovereenkomst – d.d. 26 augustus 2020

Bij de agentuurrelatie tussen een agent en een opdrachtgever (de principaal) leggen partijen hun samenwerkingsafspraken vast in een agentuurovereenkomst. Wanneer de principaal de agentuurovereenkomst

Door mr. C. Damen|26-08-2020|Categorieën: Uitspraken & actualiteiten|
Ga naar de bovenkant